Operation Manual

nl-18
6 REGELINGEN
6.1 BEDIENINGSKAST_____________________________________________________
De Hyd 5/7 zal alleen werkzaam zijn
wanneer de stroomaansluiting en
multistekker zijn aangesloten en de
contactschakelaar van de tractor op 'Aan'
staat.
Bedieningen:
A: Eenheden omhoog/omlaag 1/2/3. Trek deze naar u
toe en houd deze vast om de eenheid omhoog te
brengen en duw deze weg van u om de eenheid
omlaag te brengen. Tijdens het maaien moet de
schakelaar zich in de lage stand bevinden. De
middelste stand is neutraal.
A: Eenheid omhoog/omlaag 4. Trek deze naar u toe en
houd deze vast om de eenheid omhoog te brengen
en duw deze weg van u om de eenheid omlaag te
brengen. Tijdens het maaien moet de schakelaar
zich in de lage stand bevinden. De middelste stand is
neutraal.
C: Eenheid omhoog/omlaag 5. Trek deze naar u toe en
houd deze vast om de eenheid omhoog te brengen
en duw deze weg van u om de eenheid omlaag te
brengen. Tijdens het maaien moet de schakelaar
zich in de lage stand bevinden. De middelste stand is
neutraal.
D: Eenheid omhoog/omlaag 6. Trek deze naar u toe en
houd deze vast om de eenheid omhoog te brengen
en duw deze weg van u om de eenheid omlaag te
brengen. Tijdens het maaien moet de schakelaar
zich in de lage stand bevinden. De middelste stand is
neutraal.
E: Eenheid omhoog/omlaag 7. Trek deze naar u toe en
houd deze vast om de eenheid omhoog te brengen
en duw deze weg van u om de eenheid omlaag te
brengen. Tijdens het maaien moet de schakelaar
zich in de lage stand bevinden. De middelste stand is
neutraal.
F: Maaischakelaar. Deze schakelaar zet de rotatie van de maaicilinders in beweging, zodra de eenheden op
de grond zijn neergelaten.
G: Bedieningsschakelaar voor de rotatie van de maaicilinder. Deze schakelaar heeft drie posities. De
middelste is de neutrale positie waarin de maaicilinders niet roteren. Door de schakelaar naar links te
bewegen, gaan de maai-eenheden vooruit roteren om te maaien. Door de schakelaar naar rechts te
bewegen (tijdens het bedienen van de veiligheidsvergrendeling), zullen de maaicilinders achteruit roteren
om te leppen of de speling te blokkeren.
OPMERKING:
Wanneer de maai-eenheden op de grond zijn neergelaten, zullen ze niet roteren tenzij de maaischakelaar
is bediend. De maaischakelaar werkt mogelijk niet bij een laag toerental van de PTO en moet mogelijk
ook enkele seconden in positie worden gehouden totdat alle eenheden roteren.
MOW SWITCHCUTTING CYLINDER
ROTATION
CONTROL SWITCH
CUTTING UNIT LIFT/LOWER
CONTROL SWITCHES
MAAI-EENHEID
OMHOOG/OMLAAG
BEDIENINGSSCHAKELAARS
BEDIENINGSSCHAKELAAR MAAISCHAKELAAR
ROTATIE MAAICILINDER