Operation Manual

nl-6
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
3.1 BEDIENINGSVEILIGHEID ____________________________________________
Dit veiligheidssymbool geeft belangrijke veiligheidsberichten in deze handleiding aan. Wanneer u dit symbool
ziet, moet u alert zijn op de mogelijkheid van letsel, de passage die volgt zorgvuldig lezen en andere bestuurders
informeren.
3.1.1 BEDIENINGSINSTRUCTIES
• Zorg ervoor dat de instructies in dit boek worden gelezen en volledig worden begrepen.
• Geen enkele persoon mag deze machine bedienen, tenzij hij volledig op de hoogte is van alle bedieningen
en veiligheidsprocedures.
• Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met deze instructies, deze machine nooit gebruiken. Lokale
richtlijnen kunnen de leeftijd van de bestuurder beperken.
3.1.2 VEILIGHEIDSTEKENS
• Het is essentieel dat alle veiligheidslabels leesbaar worden gehouden. Als ze ontbreken of onleesbaar zijn
geworden, moeten ze vervangen worden. Als een onderdeel van de machine wordt vervangen waarop
oorspronkelijk een veiligheidslabel was bevestigd, moet het nieuwe label op het vervangingsonderdeel
worden bevestigd. Nieuwe veiligheidslabels zijn verkrijgbaar bij Ransomes Jacobsen-dealers.
3.1.3 MET DE MACHINE RIJDEN
• Voordat u de machine verplaatst, controleert u of alle onderdelen zich in goede werkconditie bevinden en
besteedt u bijzondere aandacht aan de veiligheid van de maaimessen.
• Alleen in het daglicht of bij goede verlichting maaien.
• Stop de mesrotatie voordat u oppervlakken oversteekt die niet uit gras bestaan.
• Onthoud dat sommige mensen doof of blind zijn en dat kinderen en dieren onvoorspelbaar kunnen
reageren.
• Verwijder of vermijd obstakels in het te maaien gebied, waardoor u de mogelijkheid op letsel aan uzelf of
omstanders vermindert.
• Onthoud dat de bediener of gebruiker verantwoordelijk is voor ongelukken of gevaren waaraan andere
mensen of hun eigendom blootstaan.
• Wanneer de machine moet geparkeerd, opgeslagen of onbeheerd achtergelaten moet worden, moeten de
maai-eenheden worden omlaag gebracht.
• Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) zoals een veiligheidsbril, lederen werkschoenen of laarzen,
een harde helm, lederen werkhandschoenen en oorbescherming moeten onderworpen zijn aan een lokale
risicobepaling, uitgevoerd door de eigenaar/gebruiker, bij het bedienen van de maaimachine om letsel te
helpen voorkomen.
• Nadat u een vreemd voorwerp heeft geraakt, moet u de grasmaaier inspecteren op schade en reparaties
uitvoeren voordat u de machine opnieuw start en in gebruik neemt.
• Als de machine abnormaal begint te vibreren, dient u onmiddellijk een controle uit te voeren.