Operation Manual

nl-95
12 MAAIKWALITEIT
12.9 SPOREN OF TRAMLIJNEN ___________________________________________
12.10 NIET BIJ ELKAAR PASSENDE MAAIEENHEDEN _________________________
OPMERKING: De pijl geeft de rijrichting aan.
Sporen of tramlijnen zijn een patroon van
variƫrende maaihoogtes, wat resulteert in een
golfachtig maaiuiterlijk. Dit wordt normaliter
veroorzaakt door zware contactpunten op een
haspel en/of sledemes.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Haspel en/of sledemes ongelijkmatig afgesleten. Inspecteer sledemes en haspel. Slijp of vervang
haspel en sledemes indien nodig.
Ontbrekende, losse of dolgedraaide
sledemesschroeven.
Monteer, vervang of maak de sledemesschroeven
vast met de juiste koppelinstelling.
Maaisnelheid (op de grond) is te snel. Matig de maaisnelheid.
OPMERKING: De pijl geeft de rijrichting aan.
Niet bij elkaar passende maaieenheden vormen een
patroon van gevarieerde maaihoogtes, wat
resulteert in een getrapt maaiuiterlijk. Dit wordt
normaliter veroorzaakt doordat de afstelling van de
maaihoogtes per dek verschilt.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Maaihoogte verschilt per maaieenheid. Controleer/stel de maaihoogte op de
maaieenheden af.
Rijhoogte verschilt per kant van de maaier. Controleer/stel de juiste bandenspanning af.