Operation Manual

nl-87
11 PROBLEMEN OPLOSSEN
11.1 PROBLEMEN OPLOSSEN, ALGEMEEN ________________________________________________
Problemen Mogelijke oorzaken Oplossing
Motor start niet.
Gloeibougie heeft time-out niet
doorlopen.
Contactschakelaar resetten en gloeibougie ‘time out’ laten
voltooien voordat de motor krukt.
Accu bijna leeg of is kapot. Conditie van de accu en accuverbindingen inspecteren.
Branstoftank leeg of vervuilde
brandstof.
Tank met verse brandstof vullen. Filter vervangen. Leidingen
ontluchten.
Zekering is gesprongen. Zekering vervangen.
Kapotte startmotorrelais. Relais testen en indien nodig vervangen.
Maaischakelaar ingesteld op
maaien.
Maaischakelaar uitschakelen.
Transportpedaal staat niet in
neutraal.
Voet van pedaal halen, controleren of pedaal naar neutrale stand
terugkeert.
Motor start moeilijk of
draait slecht.
Brandstoftank leeg of branstof is
vervuild.
Tank met verse brandstof vullen. Filter vervangen. Leidingen
ontluchten.
Luchtververser is geblokkeerd of
vuil.
Luchtfilter controleren, zo nodig vervangen.
Injectors, brandstofpomp. Motorhandleiding raadplegen.
Overige motorproblemen. Motorstoringsgids raadplegen.
Motor stopt.
Brandstoftank is leeg. Met verse brandstof vullen en leidingen ontluchten.
Vergrendelingen zijn niet ingesteld
voor het verlaten van de machine.
Parkeerrem inschakelen en maaischakelaar in OFF-stand zetten
(UIT).
Motor oververhit.
Koelmiddelpeil is laag. Inspecteren en 50/50-antivriesmiddel toevoegen indien nodig.
Luchtinlaat van de radiator is
verstopt.
Maasgeleidingbedrading bij radiator schoonmaken.
Waterpomp/
wisselstroomdynamoriem of
ventilatorriem los of gebroken.
Inspecteren of dit het geval is. Spannen of waar nodig vervangen.
Accu houdt lading
niet. Acculampje
brandt.
Losse of geroeste accupolen. Polen inspecteren, schoonmaken en vastmaken indien nodig.
Laag elektrolytpeil in accu. Accu met gedestilleerd water hervullen.
Riem van wisselstroomdynamo is
los of gebroken.
Riem waterpomp/wisselstroomdynamo inspecteren. Spannen of
waar nodig vervangen.
Wisselstroomdynamo is kapot. Motorhandleiding raadplegen.
Dekken maaien
ongelijk. Slechte
maaikwaliteit.
Maaimessen zijn versleten. Messen vervangen.
Motorsnelheid is te laag. Motorsnelheid controleren, motor op vol gas laten draaien.
Motors van de maaiers zijn
versleten.
Behuizing maaicircuit aftaplekkage en stroomregeling controleren.
Grondsnelheid is te hoog. Werksnelheidsstop instellen.