Operation Manual

nl-76
9 AFSTELLING
9.5 AFSTELLING MAAICILINDER NAAR BODEMMES ________________________
Om te controleren of de maaicilinder juist is afgesteld ten opzichte van het bodemmes, moet u een dun papiertje
tussen de rand van het mes en de spiraalmessen houden en de cilinder handmatig draaien.
Het papier moet netjes afgesneden worden langs de hele lengte van het bodemmes. Als dit niet het geval is, is
afstelling noodzakelijk. NIET TE STRAK AANDRAAIEN. Anders, als de cilinder is versleten, moet u deze
achteruit draaien vóór de afstelling.
AFSTELLING HANDWIELTYPE:
1. Om de cilinder ten opzichte van het bodemmes af te
stellen, draait u afwisselend de linker- en
rechterwielen (A) rechtsom voor extra scherpte. U
voelt een soort "aanloop”-effect als het stuur
rechtsom wordt gedraaid. Deze “aanloop” beweegt
de cilinder in stappen van ongeveer 0,035 mm
(0,0014 inch) naar het bodemmes.
2. De juiste ‘groef moet worden bereikt met de ‘speling’
van het afstelmechanisme (d.w.z. tussen de
‘aanloop’). Een eis bij de handafstelling is dat de
cilinder altijd naar het bodemmes bewogen moet
worden (d.w.z. rechtsom gedraaid aan het stuur) om
de juiste maairelatie tussen de cilinder en het
bodemmes te verkrijgen. ZET DE CILINDER NOOIT
OP EEN HARDE “GROEF” en probeer nooit met linksom draaien van het stuur de juiste maairelatie te
verkrijgen.
3. Als de cilinder op een te harde “groef” is gezet, moet deze afgesteld worden door het bodemmes vrij te
maken door het stuur linksom te draaien en vervolgens het bodemmes terug te zetten.
4. DIT IS EEN ZELFBORGEND MECHANISME. ER IS GEEN NOODZAAK HET MECHANISME LOS TE
DRAAIEN OF TE BORGEN.
AFSTELLING SLEUTELTYPE:
1. Maak de twee moeren los die de lagerbehuizingen
aan de zijplaten bevestigen.
2. Om de cilinder ten opzichte van het bodemmes af te
stellen, draait u afwisselend de linker- en
rechtermoeren rechtsom om deze op een 'groef' te
zetten.
3. Als de cilinder op een te harde “groef” is gezet, moet
deze afgesteld worden door het bodemmes vrij te
maken door het stuur linksom te draaien en
vervolgens het bodemmes terug te zetten.
4. Maak na de afstelling de schroeven stevig vast.
A
A
B