Operation Manual

nl-64
8 ONDERHOUD EN SMERING
A
B
C
D
8.2 SMERING MOTOR ____________________________________________________
Motoroliepeil controleren.
Controleer het motoroliepeil voor het starten of na meer
dan vijf minuten nadat de motor is uitgeschakeld.
(a) Plaats de machine op een vlakke ondergrond,
verwijder de peilstok (D), veeg hem schoon en plaats
hem weer terug.
(b) Haal de peilstok D er opnieuw uit en controleer het
oliepeil. Het peil moet zich tussen de markeringen
(E) op de peilstok bevinden.
Motorolie vervangen.
(a) Warm de motor eerst op en schakel hem dan uit.
Verwijder de olieaftapdop (A) aan de onderkant van
het carter en veeg hem schoon.
(b) Tap de motorolie af in een geschikt reservoir.
(c) Plaats de aftapdop (A) terug en vul de motor met de
juiste kwaliteit en graad olie via een van de vulopeningen (B).
Motoroliefilter vervangen.
(a) Verwijder de enkelvoudige cartridge (C).
(b) Vang de motorolie op in een geschikt reservoir.
(c) Maak het gebied rond het carter schoon.
(d) Voeg vóór het monteren een dunne laag olie aan de pakking van de
cartridge toe.
(e) Maak het filter alleen met de hand vast.
(f) Controleer op olielekkage rond de pakking van het cartridge nadat de
motor is gestart.
OPGELET
Contact met motorolie kan uw huid
beschadigen. Gebruik handschoenen als u met
motorolie werkt. Als u in contact komt met
motorolie, was het dan onmiddellijk af.
OPGELET
Verwijder gebruikte motorolie conform lokale
richtlijnen.