Operation Manual
nl-57
7 BEDIENING
A
B
C
D
Ransomes Jacobsen slijppasta:
PROCEDURE
1. Voeg een gelijkmatige laag van slijppasta toe op de
gehele lengte van elk mes van de haspel.
2. Draai de snelheidsregelklep van de haspel linksom
(C) om de haspels op hun laagste snelheid te laten
draaien. Zie hoofstuk 6.8 Snelheidsregeling haspel.
3. Stel de achteruitdraaienschakelaar (A) in voor de
achteruitdraaienstand. Zie hoofdstuk 6.2F.
4. Start de motor en zet de smoorklep in de lage
stationaire stand. Schakel de schakelaar
maaieenheid (PTO) (B) in. Zie hoofdstuk 6.2E.
5. Draai de snelheidsregelknop van de haspel
langzaam rechtsom (D) totdat de gewenste
haspelrotatiesnelheid is bereikt. Het moet langzaam
genoeg zijn, zodat de slijppasta niet van de haspel
spat tijdens het draaien.
OPMERKING:
• De bediener kan de bestuurderszitting gedurende 3
minuten verlaten tijdens het achteruitdraaien, voordat de machine zichzelf uitschakelt. Dit gebeurt niet als
de handmatige bediening is ingeschakeld.
6. Zodra alle messen op de haspel even scherp zijn, de motor uitschakelen en de maaieenheidschakelaar
(PTO) uitschakelen. Zet de achteruitdraaienschakelaar uit en sluit de snelheidsregeling voor de haspel
(helemaal rechtsom draaien).
OPMERKING:
• Zorg ervoor dat de snelheidsregeling van de haspel volledig gesloten is om de juiste haspelrotatie te
garanderen.
7. Verwijder alle slijppasta van alle koppen. Zodra zij grondig schoon en droog zijn, een dunne laag olie
aanbrengen op de maairanden om roesten te voorkomen.
8. Na het achteruitdraaien moet de haspel-naar-sledemesafstelling opnieuw gemaakt worden.
Slijppasta
Artikelnummer
80 korrel slijppasta, blik van 4,5 kg
5002488
120 korrel slijppasta, blik van 4,5 kg
5002489
80 korrel slijppasta, blik van 9 kg
5002490
120 korrel slijppasta, blik van 9 kg 5002491