Gebruikershandleiding Nederlands Algemene origineel gebruiksaanwijzing Origineel gebruiksaanwijzing | Pedelec met middenmotor Origineel gebruiksaanwijzing | Pedelec Impulse Origineel gebruiksaanwijzing | Pedelec Impulse Ergo Origineel gebruiksaanwijzing | Pedelec Impulse Speed Original User Manual | Pedelec Groove (English version) Origineel gebruiksaanwijzing | Pedelec Xion Origineel gebruiksaanwijzing | Bosch Performance Line Origineel gebruiksaanwijzing | Bosch Active Line * Niet in dit document opgenom
I Algemene gebruikershandleiding Nederlands Raleigh Univega GmbH 2013
1 De fiets en zijn onderdelen 1 Stuur 2 Stuurpen 3 Bel 4 Balhoofdset 5 Koplamp 6 Spatbord 7 Vork 8 Voorwielrem 9 Banden 10 Wielen 11 Binnenlager 12 Pedalen 13 Ketting 14 Derailleur 14 a Voorderailleur (voor) 14 b Achterderailleur (achter) 15 Achterlicht 16 Reflector 17 Bagagedrager 18 Zadel 19 Frame 3 18 2 1 4 17 5 15 19 16 7 14a 6 11 6 8 10 10 14b 13 9 2 I Algemene gebruikershandleiding 12 9
2 Voorwoord Uw fiets is compleet gemonteerd aan u geleverd. Wanneer er onderdelen van de fiets nog niet gemonteerd zijn, dient u contact op te nemen met uw fietsendealer. Deze gebruikershandleiding helpt u uw fiets conform de bepalingen, veilig en optimaal te gebruiken, zodat u er lang plezier aan zult beleven. Wij gaan ervan uit dat u over een basiskennis met de omgang met fietsen beschikt.
3 Inhoud 1 De fiets en zijn onderdelen 2 9.2.4.2 bij een klembevestiging 15 2 Voorwoord 3 9.2.4.3 bij een geveerde zadelpen 16 3 Inhoud 4 4 Veiligheidsrichtlijnen 7 4.1 Fundamentele veiligheidsrichtlijnen 7 4.2 Voor uw veiligheid 7 4.3 Informatie voor ouders en opvoeders 7 4.4 Veiligheid in het verkeer 7 4.5 Veiligheid op de fiets 8 5 Wettelijke bepalingen 8 5.1 Voorschriften van het geldige wegenverkeersreglement 8 6 Reglementair gebruik 6.1 Algemeen 6.
18.1.2 Hydraulische velgrem verwijderen 24 18.1.3 Zij-optrek-velgrem openen 25 18.1.4 Naafversnelling-, rol-, trommelof terugtrapremmen ontspannen 18.2 Wiel verwijderen 21.2.1 Standaardremhendels 21.3 Naafremmen 42 42 25 21.3.1 Trommelremmen en rolremmen (Roller-Brake) 42 25 21.3.2 Terugtraprem 18.2.1 Voorwiel verwijderen 25 18.2.2 Achterwiel verwijderen 25 21.4.1 Rem bijstellen 44 18.3 Band en binnenband verwijderen 26 21.4.
24.3 Fietsaanhanger 53 27.14 Lagers 59 24.4 Fietsmand 53 24.5 Bar-ends 53 27.15 Glijlagers en lagers van volledig geveerde frames, verende voorvorken of overige verende elementen 59 25 Dak- en achterdragers 54 26 Carbononderdelen 54 28 Regelmatige inspecties 60 28.1 Inspectieschema 60 26.1 Eigenschappen 54 26.2 Draaimomenten 54 26.3 Visuele inspectie 55 26.4 Carbonframe 55 26.5 Carbonstuur 55 26.6 Carbonstuurpen 55 26.7 Carbonwielen 56 26.
4 Veiligheidsrichtlijnen 4.1 I nformatie voor ouders en opvoeders Fundamentele veiligheidsrichtlijnen Lees alle waarschuwingen en verwijzingen in deze gebruikershandleiding volledig door voordat u de fiets gebruikt. Bewaar de gebruikershandleiding in de buurt van uw fiets, zodat u deze altijd kunt raadplegen. Wanneer u uw fiets aan derden doorgeeft, dient u ook deze gebruikershandleiding mee te geven. 4.2 4.
›› Zorg er met name op onoverzichtelijke plaatsen en als u bergaf rijdt voor dat u elk moment kunt remmen. 4.5 Veiligheid op de fiets ›› Gebruik in het verkeer alleen fietsen die zijn toegestaan voor gebruik in het verkeer, zoals in Duitsland conform de StVO. ›› Houd rekening met het toegestane totaalgewicht van de verschillende fietstypen, omdat er anders sprake kan zijn van breuk of niet-functioneren van veiligheidsrelevante onderdelen.
In sommige landen mogen batterijaangedreven koplampen en achterlichten alleen worden gebruikt voor wegfietsen met een gewicht van minder dan 11 kg. (bijv. in Duitsland golflijn en K-nummer). Voor alle andere fietsen dienen dynamoaangedreven verlichtingsinstallaties te worden gebruikt. Elk onderdeel dient een officieel keurmerk te hebben waaruit blijkt dat het is erkend. Hier zijn de wettelijke bepalingen in uw land bepalend.
6.4 Mountainbike (MTB) / crossbike Bij gebruik van racefietsen met een gewicht van meer dan 11 kg in het verkeer moeten de hiervoor voorgeschreven uitrustingskenmerken aanwezig zijn. Voor de duur van de deelname aan wettelijk erkende wielerevenementen hoeven de fietsen niet aan deze eisen te voldoen. U kunt deze fietsen in het terrein gebruiken. U mag met deze fietsen niet deelnemen aan het verkeer of aan wedstrijden.
7 Voor de eerste rit Controleer of uw fiets gereed is voor gebruik en op uw lengte is ingesteld. Controleer: •• de positie en bevestiging van zadel en stuur •• de montage en instelling van de remmen onder de minimale waarde en niet boven de maximale waarde liggen. Als grove maatstaf, bijv. onderweg, kunt u ter controle als volgt te werk gaan: Als u de duim op de opgepompte band legt, mag u de band ook met sterke druk niet vervormen.
8 Voor elke rit 9 Instelling op de gebruiker Racefietsen of mountainbikes kunnen ook zonder pedalen worden geleverd. Ondanks de grote zorgvuldigheid bij de productie en montage kunnen bijv. tijdens het transport onderdelen losraken of kunnen er veranderingen in hun werking optreden. Controleer daarom voor elke rit: Als u zelf de pedalen op uw fiets wilt monteren, gaat u als volgt te werk: 9.1 Montage van de pedalen ›› Bestrijk beide pedaalschroefdraden met smeermiddel (vet).
9.2 Wanneer u de pedalen scheef plaatst of vastschroeft, kan de schroefdraad in de krukarm beschadigd raken. Zitpositie instellen 9.2.1 Fietszadel instellen De zitpositie is bepalend voor uw comfort en prestaties tijdens het fietsen. 1 1 2 3 2 3 ›› Verwijder of wijzig de zadelpen of zadelklem niet. Wanneer u onderdelen verandert of ombouwt, vervalt de garantie. Systeempedalen Tour- of sportpedalen Systeempedalen racefiets ›› Trek alle schroeven met het voorgeschreven aanhaalkoppel aan.
Snelspanners 2 1 1 2 ›› Snelspanhendels moeten in gesloten staat nauw tegen het frame, de vork en de zadelklem aan liggen. Controleer of de snelspanners van de naven in gesloten staat naar achteren wijzen. Ze kunnen tijdens het fietsen anders aan hindernissen blijven hangen en opengaan. Dit kan tot zware valpartijen leiden.
9.2.4.1 bij een 2-schroef zadelpenklem De minimale insteekdiepte staat op de zadelpen vermeld. Zo niet, moet de minimale insteekdiepte 7,5 cm bedragen. Bij frames met een langere zitbuis die boven de bovenbuis uitsteekt, bedraagt de minimale insteekdiepte 10 cm. Sommige zadelpennen hebben twee schroeven voor het instellen van de zadelhoek, een voor en een achter de zadelpenbuis.
9.2.4.3 bij een geveerde zadelpen Geveerde zadelpennen verminderen de schokken die ontstaan door een oneffen terrein en ontzien daardoor de ruggengraat. Voor een instelling van de verende elementen van de zadelpen kunt u bij uw dealer terecht. ›› Buig uw bovenlichaam in de richting van het stuur totdat u een comfortabele houding hebt gevonden. ›› Strek uw armen in de richting van het stuur. ›› Onthoud de ongevere positie van uw handen om het stuur op deze hoogte in te stellen. 9.3.
Trek de stuurpen nooit boven de maximale of stopmarkering uit de buis. Indien u geen markering kunt vinden, steekt u de stuurpen minimaal 6,5 cm diep in de stuurbuis. Anders kan de stuurpen losraken of breken. 9.3.2 S tuurhoogte bij A-Head-systemen aanpassen 9.3.4 S tuurpositie door draaien van het stuur instellen Open de inbusschroeven aan de voorkant van de stuurpen. Draai het stuur totdat het in een comfortabele positie staat.
9.3.5 S tuurhoogte bij verstelbare stuurpen aanpassen Bij sommige soorten stuurpennen kunt u de stuurhoek variëren. De klemschroeven voor de instelling van de hoek van de stuurpen zitten aan de zijkant van het scharnier of aan de boven- of onderkant van de stuurpen. Er zijn ook modellen met aanvullende vergrendelingshendels of justeerschroeven. 10 Frame De vorm van het frame is afhankelijk van het fietstype en de functie van de fiets.
11 Balhoofdset 12 Vork Het voorwiel wordt door de vork vastgehouden. De vork bestaat uit twee vorkpoten, de brug en de vorkschacht. Balhoofdset Het balhoofdset is het lager van de vork in het frame. Een correct ingesteld balhoofdset kan licht worden gedraaid. Hier mag geen sprake zijn van speling. Door schokken tijdens het fietsen wordt het balhoofdset zwaar belast. Het kan losraken of verdraaien.
13 G eveerde frames en verende elementen 13.1 Frames met achterbouwvering Wanneer u met uw fiets extra sportief en bijzonder comfortabel in het terrein wilt rijden, hebt u mogelijk een volledig geveerd model gekocht. Hier is de achterbouw van het hoofdframe niet stijf, maar bewegelijk gelagerd en geveerd en gedempt met een schokdemper. slaat als u over een hindernis rijdt. Hiervoor moet de demper een beetje wegzinken als u op de fiets gaat zitten. 13.
14 Trapassen en crankstellen Tandwielen behoren tot de slijtageonderdelen. De levensduur is afhankelijk van diverse factoren, zoals •• onderhoud en verzorging, •• soort gebruik en •• het afgelegde traject. 15 Trapas controleren 16 Wielen 16.1 Wielen controleren Wielen vormen de verbinding tussen fiets en de weg. Door oneffenheden in de weg en door het gewicht van de gebruiker worden de wielen aanzienlijk belast. Voor de levering worden de wielen zorgvuldig gecontroleerd en gecentreerd.
›› Om vast te stellen of het naaflager speling heeft, probeert u het wiel dwars op de rijrichting in de vork resp. achterbouw heen en weer te bewegen. ›› Wanneer u vaststelt dat er sprake is van speling tussen de lagers of dat u het wiel maar moeilijk kunt draaien, laat u het naaflager door een dealer bijstellen. 17 Banden en binnenbanden 17.1 Banden Er zijn talloze soorten banden verkrijgbaar. De terreinwaardigheid en de rolweerstand zijn afhankelijk van het bandenprofiel. 16.
De bandenspanning wordt in de Engelse eenheid PSI aangegeven. U vindt in ➠ Hoofdstuk 30 „Technische specificaties“ een tabel voor de omrekening van de bandenspanning van PSI in bar. 17.2 Gebruik tubes alleen voor hiervoor geschikte velgen. Deze hebben geen hoge randen (velgranden), maar aan de buitenzijde een glad, naar binnen gewelfd oppervlak. Hierop wordt de tube gelijmd.
Om een binnenband met een Sclaverand- resp Frans ventiel te vullen, gaat u als volgt te werk: 18 Bandenpech verhelpen Wanneer u bandenpech wilt verhelpen, hebt u de volgende uitrusting nodig: •• kunststof bandenlichters •• plakkers •• bandenplak •• schuurpapier •• evtl. vervangende binnenband ›› Schroef de ventieldop met de vingers tegen de richting van de wijzers van de klok los. ›› Schroef de kartelmoer tegen de richting van de wijzers van de klok los.
18.1.3 Zij-optrek-velgrem openen ›› Open de snelspanhendel aan de remarm of de remhendel. ›› Wanneer er geen remsnelspanners aanwezig zijn, laat u de lucht uit de banden ontsnappen. U kunt het wiel nu tussen de remvoeringen uit trekken. 18.1.4 Naafversnelling-, rol-, trommel- of terugtrapremmen ontspannen ›› Maak de kabelklemschroef resp. de snelspanner aan de remarm los. ›› Bij terugtrapremmen moet u de schroefverbinding van de remarm op de liggende achtervork openen. 18.
›› 2. Trek de buitenkabel uit de buitenkabelhouder van de cassettekoppeling en verwijder de kabel uit de gleuf in de houder. Houder ›› 5. Maak de wielmoeren los en leg ze terzijde. Verwijder de onderlegplaatjes van de wielas. ›› 6. Trek het achterwiel uit de gleuven van de uitvaleinden. Buitenkabelhouder CJ 18.3 Band en binnenband verwijderen -8S JA 20 PA N 1 ›› Schroef de ventieldop, de bevestigingsmoer en eventueel de wartelmoer van het ventiel.
›› Druk de bandenplakkers stevig op de beschadigde plek. ›› Laat de bandenplakker enkele minuten drogen. 18.5 Band en binnenband terugplaatsen 18.6 Wiel terugplaatsen Houdt u er rekening mee dat de hier beschreven stappen als voorbeeld dienen. Zie de informatie van de betreffende fabrikant of neem contact op met uw dealer. 18.6.1 Voorwiel plaatsen Voorkom dat er voorwerpen in de band terechtkomen. Zorg ervoor dat de binnenband niet gevouwen is en nergens beklemd zit.
›› 2. Plaats de borgplaatjes aan beide zijden van de naafas. Draai de schakelarm zodanig dat de uitstekende delen van de borgplaatjes in de gleuven van de uitvaleinden vastgrijpen. In dit geval kan de schakelarm bijna parallel met de vork worden gemonteerd. Houd bij de montage van de remarmklem voor het aantrekken van de klemschroef de klemmoer met een 10-mm-sleutel vast.
Montage van schakelkabel bij naafversnellingen ›› Monteer de kabel zodanig aan het schakelwieltje dat de kabelbevestigingsmoer naar buiten tegen het uitvaleinde wijst. Schuif de rechte kant van de tussenschijf in de open kant van het schakelwieltje. ›› Monteer de kabel zoals in de afbeelding op het schakelwieltje. Trek de kabel door de gleuf van de houder aan de cassettekoppeling en steek het uiteinde van de kabelmantel op de buitenkabelhouder.
19 Fietsversnellingen Controleer of de kabel correct in de schakelwielgeleiding is geplaatst. LOCK LOCK CJ-8S20 CJ-8S20 JAPAN JAPAN Geleiding juist 19.1 Kettingversnelling Deze gebruikershandleiding beschrijft het gebruik van typische, in de handel verkrijgbare schakelcomponenten van MTB-, ATB-, cross- of racefietsen. Voor afwijkende componenten vindt u aparte informatie op de cd of op internet op de pagina's van de betreffende fabrikant.
19.1.1 Schakelhendels bedienen De fietsketting mag niet tegelijkertijd voor op het kleinste kettingring en achter op het buitenste, kleine tandwiel liggen. De fietsketting mag ook niet tegelijkertijd op het grootste voorste kettingring en achter op het binnenste, grote tandwiel liggen. Anders kan de ketting eraf lopen. 19.1.1.1 Schakelhendels op de racefiets Shimano-schakelhendels Hendel b van groot naar klein kettingring Terwijl u schakelt, mag u nooit achteruit trappen.
Bedienen van hendel voor derailleur Hendel a: schakelen naar een groter tandwiel. Hendel a klikt vast in de posities 1, 2 en 3. Hendel a Hendel b beweegt bij gebruik van hendel a mee. Voorkom echter elke druk op hendel b. Dienovereenkomstig moet elke druk op hendel a bij bedienen van hendel b worden voorkomen. Een beweging van beide hendels gelijktijdig, is er geen sprake van een versnellingswissel. 3. Klikpositie Startpositie hendel a 2. Klikpositie 1. Klikpositie 1.
Bedienen van hendel voor voorderailleur met trimmen (mechanisme ter voorkomen van hinderlijk geluid), optioneel Schakelprocessen Hendel a: Schakelen naar een groter kettingring Trimmen (mechanisme ter voorkoming van hinderlijk geluid) Afhankelijk van de positie kan de ketting na het schakelen de buiten- of binnenkant van de kooi van de voorderailleur raken en hierbij geluiden produceren.
KETTINGPOSITIE groot kettingring TEKENEN TRIMMEN HENDEL BEDIENEN BEWEGING VOORDERAILLEUR Ketting raakt buitenste kooi van de voorderailleur Hendel a kleinere tandwielen Trimmen buitenste kooi voor het trimmen na het trimmen Beweging voorderailleur middelste kettingring kleinere tandwielen klein kettingring Klikpositie Ketting (contact) kleinere tandwielen groot kettingring Ketting raakt binnenste kooi van voorderailleur Hendel b Trimmen binnenste kooi voor het trimmen grotere tandwielen
SRAM-schakelhendel Zwenkbereik instellen Het zwenkbereik van de schakelhendels en remhendels kan individueel op de grootte van uw hand worden ingesteld. 0° X° Klik XX° Klik Klik Klik 0 Schakelhendels voor: Om naar een zwaardere (hogere) versnelling te schakelen, duwt u de kleine hendel iets naar binnen, totdat u een klik hoort of voelt. Om naar een lichtere (lagere) versnelling te schakelen, duwt u de kleine hendel verder naar binnen, totdat u een tweede klik hoort of voelt.
volledig uitgevoerde schakeling van voorderailleur Klikpositie Trimmen Klikpositie H b l (B) Hendel b Hendel Schakelen van een groter naar een kleiner kettingring Wanneer u hendel b een keer bediend, schakelt u van een groter op een kleiner kettingring. Bedienen van standaard hendel voor derailleur Hendel a uitgangspositie 1 b Een eerste klikstop geeft bij het schakelen met hendel b het begin van het trimmen (mechanisme ter voorkoming van hinderlijk geluid) aan.
Derailleur De instelschroef kan ook bij de schakelhendel of op het frame zitten. Laat de kettingversnelling van uw fiets door een dealer onderhouden, vervangen of instellen. Instelschroef Fijne afstelling / derailleur B Bedien de schakelhendel om de ketting van het kleinste tandwiel op het tweede tandwiel te schakelen. Neem hierna het doorhangende deel van de schakelkabel met de schakelhendel op en draai de crankarm.
Reinigen ›› Gebruik voor de ketting bij voorkeur geen reinigingsmiddel. Bij gebruik van reinigingsmiddelen zoals roestverwijderaar kan de smering van de ketting uit de ketting worden gewassen en dit kan tot functiestoringen leiden. ›› De kettingringen en de tandwielen dienen regelmatig met een neutraal reinigingsmiddel te worden gereinigd. ›› U dient de derailleur periodiek te reinigen en moet de bewegende delen (mechanisme en rollen) regelmatig smeren. 19.
19.2.2 V ersnellingen bij een Shimanonaafversnelling instellen In dit voorbeeld gaat het om een 7/8-speed naaf. ›› Stel de schakelhendel in op 4. ›› Controleer of de gele markeringslijnen op de houder en op het schakelwiel met elkaar in lijn zijn. ›› Draai de kabelstelschroef van de schakelhendel om de markeringslijnen met elkaar uit te lijnen. Stel de Revo-schakelhendel vervolgens van 4 op1 in en weer terug op 4. Controleer of de gele markeringslijnen nog steeds met elkaar in lijn zijn.
20 Fietsketting Er bestaan twee basistypen fietskettingen: •• de brede fietsketting (½ × 1 / 8") voor naafversnellingen en •• de smalle fietsketting voor kettingversnellingen. Deze zijn verkrijgbaar in verschillende breedten, afhankelijk hoeveel tandwielen de gemonteerde cassette heeft. Gebruik alleen kettingen voor uw fiets die zijn bedoeld voor het aantal tandwielen dat op uw fiets zit. Trek alle schroeven met het voorgeschreven aanhaalkoppel aan.
21 R em, remhendels en remsystemen In deze gebruikershandleiding wordt het onderhoud en de bediening van de typische, in de handel verkrijgbare remcomponenten van een MTB-, ATB-, cross- of racefiets beschreven. Voor afwijkende componenten vindt u aparte informatie of bijgeleverde handleidingen. Met vragen over de montage, instelling, het onderhoud en bediening kunt u terecht bij uw dealer. 21.
21.2 Remhendels 21.3.1 T rommelremmen en rolremmen (Roller-Brake) 21.2.1 Standaardremhendels Bij rol- en trommelremmen wordt het remvermogen vanaf de handremhendel via een kabel naar de reminstallatie overgebracht. Bij een lange duurbelasting worden de rol- of trommelremmen zeer warm. Hierdoor neemt het remvermogen af en de rem kan zelfs helemaal stoppen met werken. Pas uw rijgedrag hierop aan. De fiets is standaard met een bijpassende remhendel uitgerust.
21.3.2 Terugtraprem Gebruik op aflopende stukken niet continu de terugtraprem, omdat de interne remonderdelen hierdoor erg warm kunnen worden en dit kan tot een verminderd remvermogen leiden. Gebruik bij lange en steile afdalingen ook afwisselend altijd de tweede rem (voorwielrem), zodat de achterwielrem kan afkoelen. Omdat de remtrommel bij langdurig remmen zeer heet kan worden, mag deze minimaal 30 minuten na het fietsen niet worden aangeraakt.
21.4 Velgremmen 21.4.2 Afstand remvoering tot velg instellen V-brakes hebben een zeer hoog remvermogen. Maak uzelf vertrouwd met de V-brake en gebruik het remvermogen gedoseerd. Oefen noodstops, totdat u uw fiets ook bij zeer krachtig remmen onder controle kunt houden. Voor het instellen van de afstand van de remvoering tot de velg draait u aan de kabelstelschroef. Draai de stelschroef voor het vergroten van de afstand van de remvoering naar binnen (met de wijzers van de klok mee).
21.4.3 Slijtage van remvoering Bijna alle remvoeringen voor velgremmen zijn voorzien van groeven of inkepingen. Indien nodig kunt u met de veerstelschroef de terugveerkracht bijstellen, zodat de twee remarmen symmetrisch bewegen. Controleer hierna of de rem correct functioneert (zie ➠ Hoofdstuk 21.4.1 „Rem bijstellen“).
Wanneer u tijdens het remmen ongebruikelijke geluiden hoort, zijn de remblokjes mogelijk tot de slijtagegrens afgesleten. Laat de rem afkoelen en controleer de dikte van de remblokjes. Laat de remblokjes indien nodig vervangen. del brandt. De snelspanner kan door de warmte van de remschijf ook zijn klemkracht verliezen. Een afgesleten, gescheurde of vervormde remschijf moet worden vervangen. Neem hiervoor contact op met een erkende fietsenmaker.
schijf worden gereinigd, omdat anders het remvermogen wordt belemmerd. 21.5.2 Vorming van dampbellen ›› Een vorming van dampbellen kan optreden als de remmen enige tijd ononderbroken worden gebruikt, bijvoorbeeld tijdens een lange, steile afdaling. In plaats van hier permanent licht te remmen, kunt u de remmen beter korte malen gebruiken, indien nodig sterker remmen, en tussentijds de remhendels even loslaten.
22 Verlichtingsinstallatie 22.3 Lichtmachine / dynamo De dynamo produceert de voor het bedrijf van de koplamp en het achterlicht vereiste energie. Er bestaan verschillende soorten dynamo's. Op fietsen mogen alleen de volgens na nationale wetgeving (in Duitsland StVZO) voorgeschreven en erkende lichttechnische installaties worden gemonteerd. Bij twijfel neemt u contact op met uw dealer. 22.3.1 Banddynamo 22.
22.3.2 Naafdynamo 22.4 Uitval van de verlichtingsinstallatie De naafdynamo zit in de naaf van het voorwiel. Het effect van de naafdynamo is zeer hoog en de slijtage zeer laag. Een uitval of een storing van de verlichtingsinstallatie kan in het donker tot ernstige ongevallen leiden. Laat de storing door een erkende fietsenmaker verhelpen voordat u doorrijdt. Naafdynamo In de handel zijn doorgaans zeer goede fiets- en outdoorlampen op accu/batterij verkrijgbaar.
23 Onderdelen 23.1.1 Voorwiel-bagagedrager 23.1 Bagagedrager De gemonteerde bagagedragers voldoen aan de norm EN 14873. De belastbaarheid van de bagagedragers is in vier gewichtsniveaus ingedeeld: 5 kg, 10 kg, 18 kg en 25 kg. De informatie over de belastbaarheid staat op de bagagedrager vermeld. De mogelijke maximale belasting kan afhankelijk van de constructie hoger zijn. Dat wordt apart aangegeven. Door bagage veranderen de rij-eigenschappen van de fiets. Onder andere wordt de remweg langer.
Controleer regelmatig of de steunen goed in de scheurbeveiliging vastzitten. Wanneer u fietstassen of andere lasten op de bagagedrager transporteert, dient u op een veilige bevestiging te letten. Zorg ervoor dat niets tussen de spaken en de draaiende wielen kan komen. Laat een beschadigd spatbord altijd vervangen voordat u uw fiets weer gebruikt. 23.2.1 Beveiliging weer vastklikken Monteer kinderzitjes alleen op achterbouw-bagagedragers als hiervoor de vereiste houders aanwezig zijn.
24 Accessoires en uitrusting Monteer bijgeleverde accessoires altijd conform de voorschriften en handleidingen. Let op de juiste aanhaalmomenten van de schroefverbindingen (zie ➠ Hoofdstuk 30 „Technische specificaties“). ›› Gebruik alleen accessoires die voldoen aan de toepasselijke wettelijke bepalingen. ›› Niet erkende accessoires zijn niet verkeersveilig en kunnen ongevallen tot gevolg hebben. Alle accessoires en onderdelen moeten bij de fiets passen.
24.2 Fietsstandaard ›› Laat kinderen nooit zonder toezicht in het kinderzitje van een geparkeerde fiets zitten. De fiets kan omvallen en het kind kan ernstig letsel oplopen. ›› Fiets nooit met een uitgeklapte standaard. 24.3 Fietsaanhanger 24.4 Fietsmand Door de bevestiging van de mand mogen de stuurbeugel of de stuurpen niet beschadigd raken. ›› Monteer de fietsmand zodanig dat de koplamp en de voorste reflector niet worden afgedekt. ›› Zorg ervoor dat de rem- en schakelkabels niet worden geknikt.
25 Dak- en achterdragers 26 Carbononderdelen Carbon (koolstofvezel) is een speciaal materiaal die een specifieke behandeling en verzorging tijdens de montage van de fiets, het onderhoud, het rijden en ook tijdens het transport en de opslag vereist. ›› Gebruik alleen dak- en achterdragers die voldoen aan de toepasselijke bepalingen in uw land. Nieterkende dak- en achterdragers zijn niet verkeersveilig en kunnen tot ongevallen leiden. ›› Pas uw rijgedrag aan de belasting op uw autodak aan.
gebouwd, kan de trapasbehuizing beschadigd raken en vervalt als gevolg hiervan de garantie. Laat een dergelijke adapter door een dealer monteren. •• de adapter niet meer mag worden verwijderd nadat hij in het carbonframe is gemonteerd. 26.3 Visuele inspectie Een beschadigd carbononderdeel kan plotseling compleet falen en tot een ernstig ongeval leiden. Controleer uw carbonframe en de onderdelen van carbon daarom regelmatig en zorgvuldig.
26.7 Carbonwielen Slijtage aan het oppervlak, veranderingen van het oppervlak, bijv. door hitte tijdens het remmen, slijpsel van de remblokjes, wielnaaf of de zijkanten daarvan Wanneer u een fiets met carbonvelgen gebruikt, dient u er rekening mee te houden dat dit materiaal een aanzienlijk slechter remgedrag heeft dan velgen van aluminium. Houd er rekening mee dat alleen gekeurde remblokjes mogen worden gebruikt. 26.
27 Fiets verzorgen en onderhouden ›› Laat de defecte onderdelen vervangen voordat u uw fiets weer gebruikt. 27.1 ›› Repareer lakbeschadigingen. Verzorging Er mogen geen onderhoudsmiddelen of olie op de remvoeringen, remschijven en remoppervlakken van de velg terechtkomen. Anders wordt de werking van de rem belemmerd. Behandel, met name in de winter en in agressieve omgevingen zoals aan de zee, alle corrosiegevoelige onderdelen veelvuldig met conserverings- en onderhoudsmiddelen.
27.3 Banden De banden van uw fiets zijn onderhevig aan een functiegerelateerde slijtage die afhankelijk is van het gebruik van de fiets en kan door de gebruiker in hoge mate worden beïnvloed. ›› Rem nooit zo hard dat de wielen blokkeren. ›› Controleer de bandenspanning van uw banden regelmatig. De waarde van de maximaal toegestane bandenspanning, en meestal ook de toegestane minimale bandenspanning, staat op de zijkant van de band vermeld. ›› Indien nodig, pompt u de band tot aan de aangegeven waarde op.
27.10 Stuurlint en greeprubbers Stuurlint en greeprubbers slijten door gebruik. Daarom moet u ze eventueel vervangen. ›› Controleer regelmatig of de grepen stevig vastzitten. 27.11 H ydraulische olie en smeermiddelen Hydraulische olie en smeermiddelen verliezen in de loop van de tijd hun effect. Wanneer smeermiddelen niet worden vervangen, verhogen zij de slijtage aan de betreffende onderdelen en lagers. ›› Reinig alle betreffende onderdelen en lagers regelmatig en smeer ze opnieuw.
28 Regelmatige inspecties Omdat zich na de eerste gereden kilometers de spaken zetten, de rem- en schakelkabels verlengen en de lagers inlopen, moet u de eerste inspectie ongeveer na 200 gereden kilometers of na vier tot zes weken door uw dealer laten uitvoeren. Ook voor de naleving van de garantievoorwaarden is dit van belang. ›› Reinig uw fiets na elke terreinrit en controleer de fiets op beschadigingen. ›› Laat de eerste inspectie uitvoeren.
na 3000 gereden kilometers ›› Laat •• naven, •• balhoofdset, •• pedalen, •• schakelkabels* en •• remkabels ›› door een erkende fietsenmaker 29 Lijst met links Via deze links kunt u belangrijke informatie over uw fiets en de gemonteerde onderdelen vinden. Op de websites van de fabrikanten vindt u naast belangrijke tips over het gebruik en de instellingen meestal ook de betreffende gebruikershandleidingen. www.rohloff.de www.speedlifter.com www.brooksengland.com •• demonteren, www.paul-lange.
30 Technische specificaties 30.1 T oegestaan totaalgewicht van de fiets Het toegestane totaalgewicht van de fiets is samengesteld uit het gewicht van de fiets zelf, het gewicht van de bestuurder en het gewicht van de bagage. Ook het gewicht van een aanhanger en de last wordt bij het totaalgewicht geteld. FIETSTYPE TOEGESTAAN TOTAALGEWICHT 20" trailer 50 kg 20" kinderfiets 60 kg 24" kinderfiets 80 kg Stadsfiets city / trekking 130 kg max. 115 kg Stadsfiets semi XXL 150 kg max.
30.2 T oegestane belasting van bagagedragers Houd rekening met eventueel afwijkende waarden op uw bagagedrager of in de gebruikershandleiding van de fabrikant. Maximale gewichtsbelasting van voorste bagagedrager: •• Laadvlak boven het wiel: 10 kg •• diepliggend laadvlak: 18 kg Maximale gewichtsbelasting van de achterste bagagedrager: •• 20" kinderfiets en trailer: 10 kg •• 24" kinderfiets: 18 kg Houd rekening met de minimale schroefdiepte.
Algemeen Carbon SCHROEFVERBINDING SCHROEFDRAAD AANHAALMOMENT (NM) Crankarm, staal M8x1 30 Crankrarm, aluminium M8x1 30 Pedaal 9 / 16" 30 Asmoer, voor alg. 25 Asmoer, achter alg.
30.5 Verlichtingsinstallatie 30.3.1 A lgemene aanhaalkoppels voor schroefverbindingen De schroefkwaliteit staat vermeld op de schroef, bijv. 8.8. Wanneer er geen afwijkende waarden door de fabrikant worden voorgeschreven, gelden de volgende aanhaalkoppels (gemiddelde waarden) afhankelijk van de kwaliteit van de schroeven: KWALITEIT V2A / V4A SCHROEFDRAAD 8.8 10.9 12.9 Afhankelijk van met welk type verlichtingsinstallatie uw fiets is uitgerust, hebt u mogelijk verschillende lampen nodig.
31 Garantievoorwaarden Lees ➠ Hoofdstuk 27 „Fiets verzorgen en onderhouden“ zorgvuldig door. Houd de in ➠ Hoofdstuk 28 „Regelmatige inspecties“ aangegeven inspectie- en onderhoudsintervallen aan. De naleving van de service-intervallen is tevens een voorwaarde voor eventuele garantieclaims. Voor uw fiets geldt een wettelijke garantieperiode van twee jaar. Deze termijn gaat in op het moment dat u de fiets bij uw dealer in ontvangst neemt. Uw dealer is tevens uw contactpersoon ingeval van garantieclaims.
I Algemene Gebruikershandleiding 67
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe fiets. Copyright © 2013 Raleigh Univega GmbH Nadruk, ook gedeeltelijk, alleen met toestemming van Raleigh Univega GmbH. Drukfouten, fouten en technische wijzigingen voorbehouden.
III Gebruikershandleiding Pedelec met middenmotor Nederlands Raleigh Univega GmbH 2013
5 Oplaadapparaat 4a 4b LCD-bedieningselement LED-bedieningselement 4 1 Accu 2 Accuslot 3 Motoreenheid 4 Bedieningselement 5 2 1 3 2 III Gebruikershandleiding Pedelec met middenmotor 4a LED 4b LCD Oplaadapparaat
Geachte klant, Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor een Pedelec (Pedal Electric Cycle) van ons merk. Deze fiets ondersteunt u tijdens het fietsen door middel van een elektrische aandrijving. Op deze manier zult u bij hellingen, het transport van lasten of bij tegenwind veel meer rijplezier beleven. U kunt zelf kiezen hoe groot het steuntje in de rug moet zijn. Deze gebruikershandleiding helpt u alle voordelen van uw Pedelec te ontdekken en de fiets correct te gebruiken.
Inhoud EG-conformiteitsverklaring 2012 6 2013 7 1 Snel aan de slag 2 Pedelec / wettelijke bepalingen 9 10 2.1 Betekenis voor de gebruiker 10 2.2 Duwhulp 10 3 Accu opladen 11 3.2 Accu plaatsen 11 4.1 LED-bedieningselement 4.1.1 Automatische uitschakeling 4.2 LCD-bedieningselement 12 12 13 13 4.2.1 Werking van het LCD-bedieningselement 14 4.2.1.1 Aan- / uit-knop 14 4.2.1.2 Schakelaar voor weergaveveld 14 4.2.1.3 Ondersteuningsniveau wijzigen 14 4 4.2.
7 Oplaadapparaat 23 8 Problemen oplossen 23 8.1 Problemen / oplossingen: Knipperpatronen en hun betekenis 24 8.1.1 Pedelec met LED-bedieningselement 24 8.1.2 Pedelec met LCD-bedieningselement 25 8.1.2.1 Geen weergave 25 8.1.2.2 Weergave van acculaadstatus knippert of ontbreekt 25 8.1.2.3 Weergave “E1” 25 8.1.2.4 Weergave “E9” 25 8.1.2.5 Weergave van ondersteuningsregeling knippert 26 8.1.2.
EG-conformiteitsverklaring 2012 De fabrikant: Raleigh Univega GmbH Siemensstrasse 1 – 3 49661 Cloppenburg, Duitsland Telefoon +49 (0) 44 71 / 92 34-0 verklaart bij dezen dat de volgende producten: Productomschrijving: Raleigh Pedelec Panasonic Typeomschrijving: Dover de Luxe 7G, Dover de Luxe 8G, Dover 3G, Dover Premium 8G, Leeds Sport 11G, Leeds HS 8G, Leeds Roller, Leeds Tour 7G, Stoker Lite Premium, Stoker 360, Stoker Lite 8G, Stoker DD, Dover LTD, Dover XXL LTD Productomschrijving: Raleigh Impuls
EG-conformiteitsverklaring 2013 De fabrikant: Raleigh Univega GmbH Siemensstraße 1 – 3 49661 Cloppenburg, Duitsland Telefoon +49 (0) 44 71 / 92 34 - 111 verklaart bij dezen dat de volgende producten: Productomschrijving: Raleigh Pedelec Panasonic Typeomschrijving: Dover de Luxe P8 36V, Dover de Luxe P8R 36V, Dover de Luxe P8 26V, Dover de Luxe 8G 26V, Dover de Luxe 7G 26V, Dover de Luxe 2x8 8G, Leeds Sport Productomschrijving: Raleigh Impulse Pedelec Typeomschrijving: Impulse iR, Impulse iR HS, Imp
8 III Gebruikershandleiding Pedelec met middenmotor
1 Snel aan de slag ›› 1. Laad de accu voor de eerste rit volledig op. Accu ontgrendelen ›› 2. Om de accu te verwijderen, pakt u de greep vast, steekt u de sleutel in het slot en draait u deze tegen de richting van de wijzers van de klok in. De accu is nu ontgrendeld. ›› 3. Kantel de accu zijwaarts uit de houder en til de accu met beide handen uit de houder. Bij het uitnemen kantelen ›› 4. Plaats de accu in het oplaadapparaat. De LED's van de accu branden of knipperen tijdens het opladen.
2 Pedelec / wettelijke bepalingen 2.2 Het basisidee achter de Pedelec is om ook grote afstanden snel en toch comfortabel te kunnen afleggen. U kunt kiezen of u geniet van de ondersteuning en ontspannen een stukje gaat fietsen, of u sportief aan de slag wilt of zo snel mogelijk van A naar B wilt fietsen. Dat kunt u door de keuze van het ondersteuningsniveau helemaal zelf bepalen. U kunt door uw dealer een zogenoemde duwhulp laten monteren.
3 Accu opladen 3.1 Om de accu op te laden, moet u deze uit de houder van de Pedelec halen. Lees voor aanvang van het laadproces de instructies op het oplaadapparaat zorgvuldig door. Draaggreep Laadproces ›› 1. Haal het bijgeleverde oplaadapparaat uit de verpakking en sluit de netstekker aan op een stopcontact (230 V, zie het typeplaatje op het oplaadapparaat). Weergave van de laadstatus Typeplaatje op het oplaadapparaat: Voor- en achterkant ›› 2. Plaats de accu in de houder van het oplaadapparaat.
4 Bedieningselement (display) 4.1 LED-bedieningselement Met de knoppen "Mode" kunt u het niveau van de motorondersteuning instellen. De LED's naast de bovenste knop geven aan hoe sterk de motor u op dit moment ondersteunt. Na het inschakelen, branden alle drie LED's gedurende 2 seconden. U mag in deze tijd niet op de pedalen trappen. De krachtsensor wordt na elke inschakeling opnieuw ingesteld om de geleverde kracht van de motor nauwkeurig te regelen.
De ondersteuning wordt stapsgewijs zwakker, totdat ze van het laagste niveau "LOW" weer naar het hoogste niveau "HIGH" springt. 4.1.1 Automatische uitschakeling Wanneer uw Pedelec gedurende 10 minuten niet wordt bewogen nadat u bent gestopt, schakelt het systeem zichzelf automatisch uit. Wanneer u weer met ondersteuning wilt fietsen, moet u deze via het bedieningselement opnieuw inschakelen. 4.
4.2.1 W erking van het LCDbedieningselement 4.2.1.1 Aan- / uit-knop Wanneer u de "Aan-/uit"-knop gebruikt, worden het bedieningselement en de aandrijving ingeschakeld. Het ondersteuningsniveau dat bij het uitschakelen stond ingesteld, staat nu ook automatisch ingesteld. De achtergrondverlichting gaat even aan en dooft daarna weer.
4.2.1.7 T aal, wieldiameter en LCD-contrast opnieuw programmeren Normale weergave Weergavemodus Instellingsmodus Schakelaar weergave & ▼-knop gedurende 3 sec.
4.2.1.8 Automatische uitschakeling Wanneer uw Pedelec na het stoppen gedurende 10 minuten niet wordt bewogen, schakelt het systeem zichzelf automatisch uit. Wanneer u weer met ondersteuning wilt fietsen, moet u deze via het bedieningselement opnieuw inschakelen. 4.2.1.
5 O ndersteuning door de elektrische motor •• Welke ondersteuning u hebt gekozen Bij de instelling "hoge ondersteuning / HIGH" helpt de motor u met het dubbele van uw eigen prestatie (1 : 2). Wanneer u fietst op het niveau "gemiddelde ondersteuning/ MID", verdubbelt de motor de door u geleverde krachtinspanning (1 : 1). Wanneer u een "lage ondersteuning / LOW / ECO" hebt gekozen, drijft de motor u met de helft van uw eigen kracht aan (1 : 0,5).
5.2 Actieradius •• Gekozen ondersteuning Wanneer u een grote afstand met motorondersteuning wilt afleggen, kiest u lagere, dus gemakkelijkere versnellingen. Stel het niveau bovendien in op "lage ondersteuning / LOW / ECO". Hoe ver u met een volledig opgeladen accu met motorondersteuning kunt fietsen, wordt door meerdere factoren beïnvloed: •• Omgevingstemperatuur Wanneer het kouder is, is de actieradius met een opgeladen accu kleiner.
•• Technische staat van uw Pedelec Zorg voor een juiste bandenspanning van uw banden. Wanneer uw banden te zacht zijn, kan de rolweerstand veel hoger zijn. Ook als de remmen slepen, zal de actieradius kleiner zijn. •• Hellingen Wanneer u bergop rijdt, trapt u harder door. De krachtsensor registreert dit en laat de motor eveneens harder werken. Onder optimale omstandigheden bedraagt de actieradius bij een acculading (18 Ah) ongeveer 140 km. Bij gemengd bedrijf is een actieradius van ca. 85 km te verwachten.
6 Accu De accu is een lithium-cobalt-accu, de voordeligste vorm van lithium-ionen-accu's (Li-ion) voor deze toepassing. Een van de hoofdvoordelen van dit accutype is het lage gewicht bij een hoge capaciteit. Li-ionaccu's wegen slechts de helft van vergelijkbare nikkel-metaalhydride- of nikkel-cadmium-accu's. Hierdoor bespaart u gewicht en beschikt u toch over een hoger accuvermogen. 6.1 Eenvoudig opladen ›› Er is geen sprake van een memory-effect. U kunt de accu dus na elke rit weer opladen.
Li-ionaccu Accu loopt mogelijk schade op Lange oplaadtijden Optimaal temperatuurbereik voor oplaadproces -10 °C 0 °C 10 °C 20 °C 30 °C 40 °C 50 °C Oplaadtijden bij verschillende temperaturen 6.4 Accu-informatiesysteem Aan de buitenkant van de accu zit een bedieningsveld met vijf lichtdioden en een schakelaar ("Push"). Wanneer u op de knop "Push" drukt, gaan de lichtdioden branden. Het aantal lampjes dat brandt en het lichtpatroon geven informatie over de accu en de laadstatus. 6.4.
›› Controleer voor elke rit of de laadstatus van de accu voor de gewenste afstand voldoende is. ›› In de winter ligt de actieradius van de accu onder die van een normaal gebruik. Plaats de in warme vertrekken opgeslagen accu pas net voor vertrek in de Pedelec. Hiermee voorkomt u een kleinere actieradius door lage temperaturen. Een bijbehorend diagram vindt u in ➠ Hoofdstuk 11 „Technische specificaties“.
7 Oplaadapparaat Lees voor het eerste gebruik van het oplaadapparaat de op het apparaat aangebrachte stickers. 8 Problemen oplossen Op het bedieningselement worden ook fouten en storingen aangegeven. Op het LED-display knipperen de lichtdioden in een bepaald patroon en ritme. Hieraan herkent u de oorzaak van het probleem en vindt u sneller een oplossing. Gebruik geen andere oplaadapparaten. Laad uw accu uitsluitend met het meegeleverde of een door Derby Cycle erkend oplaadapparaat op.
8.1 roblemen / oplossingen: P Knipperpatronen en hun betekenis Wanneer er een probleem met de elektrische installatie van uw Pedelec optreedt, probeert u dit eerst aan de hand van onderstaande lijst zelf te verhelpen. In deze lijst staan mogelijke foutoorzaken en probleemoplossingen. Wanneer de storing blijft bestaan, neemt u contact op met uw dealer. 8.1.1 Pedelec met LED-bedieningselement FOUTCODE 24 III Gebruikershandleiding Pedelec met middenmotor OORZAAK OPLOSSING Geen motorondersteuning.
8.1.2 Pedelec met LCD-bedieningselement 8.1.2.3 Weergave "E1" 8.1.2.1 Geen weergave Bij de weergave "E1" is de volgende oorzaak en oplossing mogelijk: Wanneer het LCD-display niets weergeeft, zijn de volgende foutoorzaken en -oplossingen mogelijk: Foutcode ›› Is de accu voldoende opgeladen? Laad de accu op. ›› Beschikt de accu nog over voldoende capaciteit? Controleer de capaciteit. Bij een te lage restcapaciteit moet de accu worden vervangen.
8.1.2.5 Weergave van ondersteuningsregeling knippert 10 Waarschuwingen Bij een knipperende weergave van de ondersteuningsregeling ondanks een voldoende opgeladen accu is de volgende oorzaak en oplossing mogelijk: ›› De aandrijfeenheid is overbelast / oververhit. Het accubeheer heeft zichzelf ingeschakeld en de ondersteuning verlaagd. Na enige tijd, nadat de aandrijving is afgekoeld, hebt u weer de beschikking over de volledige ondersteuningsprestatie.
11 Technische specificaties MOTOR PANASONIC LI-IONACCU Borstelloze elektromotor Spanning 25,2 V Vermogen 250 Watt Capaciteiten 8 / 10 / 12 / 18 Ah Maximaal draaimoment bij aandrijftandwiel 13 Nm 200 / 250 / 300 / 450 Wh Totaalgewicht elektrische aandrijving, accu, besturing 7,8 kg (12-Ah-accu) Hoeveelheid energie Regeling via krachtsensor Ondersteuningsniveaus 1 : 0,5 | 1 : 1 | 1 : 2 CAPACITEIT [AH] DCW ART.NR. ART.NR.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe Pedelec. Copyright © 2013 Raleigh Univega GmbH Nadruk, ook gedeeltelijk, alleen met toestemming van Raleigh Univega GmbH. Drukfouten, fouten en technische wijzigingen voorbehouden.
Gebruikershandleiding Nederlands Algemene origineel gebruiksaanwijzing Origineel gebruiksaanwijzing | Pedelec met middenmotor Origineel gebruiksaanwijzing | Pedelec Impulse Origineel gebruiksaanwijzing | Pedelec Impulse Ergo Origineel gebruiksaanwijzing | Pedelec Impulse Speed Original User Manual | Pedelec Groove (English version) Origineel gebruiksaanwijzing | Pedelec Xion Origineel gebruiksaanwijzing | Bosch Performance Line Origineel gebruiksaanwijzing | Bosch Active Line * Niet in dit document opgenom
Originele gebruiksaanwijzing | versie 2 | 28-11-2013 Pedelec Impulse 2.0 Nederlands Art.nr.
Inhoud 1 Veiligheid 1.1 Algemeen 1.2 Wettelijke bepalingen 1.2.1 Betekenis voor de gebruiker 1.3 Accu 1.4 Oplaadapparaat 1.5 Motor 1.6 Instellingswerkzaamheden/onderhoud/ reparatie 1.7 Transport van de Pedelec 1.7.1 De Pedelec in de auto 1.7.2 De Pedelec in de trein 1.7.3 De Pedelec in het vliegtuig 4 4 4 4 5 6 7 2 Opbouw van de fiets 8 3 Eerste stappen 3.1 Aanhaalkoppels controleren 3.2 Pedalen monteren 3.3 Zadelhoogte veranderen 3.3.1 Klemschroef 3.3.
Inleiding WERKWIJZE B: Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor de Pedelec Impulse 2.0 van het merk Derby Cycle. Deze Pedelec ondersteunt u tijdens het fietsen door middel van een innovatieve elektrische aandrijving. Op deze manier zult u bij hellingen, tegenwind of het transport van lasten veel meer rijplezier beleven. U kunt zelf kiezen hoe groot het steuntje in de rug moet zijn. 1. Plaats de CD. Deze gebruiksaanwijzing helpt u alle voordelen van uw Pedelec Impulse 2.
1 Veiligheid Houd rekening met het toegestane totaalgewicht van uw Pedelec, omdat er anders sprake kan zijn van breuk of niet-functioneren van veiligheidsrelevante onderdelen ➠ Hoofdstuk 11 “Technische specificaties”. In de gebruiksaanwijzing treft u de volgende symbolen aan die wijzen op gevaren of belangrijke informatie. Lees alle veiligheidsrichtlijnen door. Als u de richtlijnen niet opvolgt, bestaat er risico op een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel.
•• Voor een elektrische fiets is geen verzekering verplicht. •• Een Pedelec mag zonder leeftijdsbeperking worden gebruikt. •• Het gebruik van fietspaden is net als voor normale fietsen geregeld. Deze regelingen gelden voor uw Pedelec als u de fiets binnen de Europese Unie gebruikt. In andere landen, en in aparte gevallen ook in Europa, kunnen andere bepalingen gelden. Informeer vóór gebruik van uw Pedelec in het buitenland welke wetten hier van toepassing zijn.
Een accu mag bij weergave van een storing niet meer worden opgeladen. De Pedelec werkt op een lage spanning (36 V). U mag nooit proberen de Pedelec met een andere spanningsbron dan de bijbehorende originele accu te gebruiken. De omschrijvingen van de toegestane accu’s vindt u in ➠ Hoofdstuk 11 “Technische specificaties”. 1.4 Oplaadapparaat Het oplaadapparaat mag alleen voor het opladen van de meegeleverde accu worden gebruikt. Een andersoortig gebruik van het oplaadapparaat is niet toegestaan.
U mag de accu alleen opladen bij een omgevingstemperatuur tussen 0°C en 45°C. De accu bereikt zijn maximale levensduur als deze bij een omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C wordt opgeladen. 1.5 Motor 1.7 Transport van de Pedelec Voor het transport van uw Pedelec raden wij u aan de accu van de Pedelec te halen en apart in te pakken. Een geschikte transportbox is te koop bij uw dealer. 1.7.
2 Opbouw van de fiets 1. Display 2. Display small Bedieningselement Zadelpenklem (met Accu snelspanner of (op onder- of zitbuis) schroef) Frame 1. Zitbuis Stuur 2. Onderbuis Zadel Zadelpen Motor Pedaal 8 Originele gebruiksaanwijzing | Pedelec Impulse 2.
3 Eerste stappen 3.1 Aanhaalkoppels controleren Controleer of alle schroeven en belangrijke onderdelen goed vastzitten. Een tabel met belangrijke schroefverbindingen en de de voorgeschreven aanhaalkoppels vindt u in ➠ Hoofdstuk 30 “Technische specificaties” de “Originele gebruiksaanwijzing | Algemeen” (CD). 3.2 Pedalen monteren Het kan zijn dat bij uw Pedelec nog achteraf de pedalen moeten worden gemonteerd: Het rechter pedaal (markering “R”) wordt met de klok mee in de rechter krukarm geschroefd.
4 Snel aan de slag Laad de accu voor de eerste rit volledig op. Oplaadtemperatuur: 0°C tot 45°C. 5. a) Onderbuisaccu: Als u de accu buiten de fiets hebt opgeladen, plaatst u de accu van voren/boven in de houder terug. De sleutel moet hierbij in het slot zitten en tegen de klok in zijn gedraaid. Duw de accu naar beneden in de houder totdat hij vastklikt. b) Zitbuisaccu: Als u de accu buiten de fiets hebt opgeladen, plaatst u de accu vanaf de linker kant van de Pedelec terug in de houder.
b) Pedelec met terugtraprem: Na de begroeting verschijnt op het display “Beweeg de pedalen a.u.b.” resp. “PEDAL”. Zodra u begint te fietsen, verdwijnt deze melding. Door op de / -toetsen te drukken kunt u het gewenste ondersteuningsniveau kiezen: ECO (zwak), SPORT (gemiddeld), POWER (sterk) of geen ondersteuning. U verandert de ondersteuning met elke druk met één niveau. Dat werkt in beide richtingen, afhankelijk van welke toets u indrukt.
5.1.2 Laadproces 5.1.1 Accu verwijderen 1. Pak de accu vast aan de greep, steek de sleutel in het slot en draai de sleutel tegen de richting van de wijzers van de klok. De accu is nu ontgrendeld. Lees voor aanvang van het laadproces de instructies op het oplaadapparaat zorgvuldig door. 1. a) Onderbuisaccu: Haal het meegeleverde oplaadapparaat uit de verpakking en sluit de netstekker aan op een stopcontact (230 tot 240 V). ONDERBUISACCU ZITBUISACCU Accu ontgrendelen 2.
een niveau wordt geladen, knippert de bijbehorende LED. Wanneer deze stap is voltooid, brandt de LED permanent. Nu begint de volgende LED te knipperen. Wanneer alle vijf LED’s weer gedoofd zijn, is de accu volledig opgeladen. b) Zitbuisaccu: Het laadproces begint. De LED van het oplaadapparaat brandt groen. De LED’s van de accu beginnen naarmate het oplaadproces vordert een voor een te branden. De accu wordt in vijf stappen opgeladen. Terwijl een niveau wordt geladen, knippert de bijbehorende LED.
5.2 Accu-informatiesysteem Aan de buitenkant van de accu zit een weergaveveld met vijf LED’s en een accutoets resp. push-toets. Zodra u op de accutoets resp. push-toets drukt, gaan de LED’s branden. Het aantal lampjes dat brandt en het lichtpatroon geven informatie over de laadstatus en de capaciteit van de accu. * Alle 5 LED’s knipperen snel: de accu is a) leeg en wordt uitgeschakeld of de accu is b) overbelast.
5.4 In de winter is de actieradius van de accu op grond van de lagere temperaturen minder groot. Plaats de accu (uit een warme ruimte) pas net voor vertrek in de Pedelec. Zo voorkomt u dat u op grond van de lagere temperaturen een minder grote actieradius hebt ➠ Hoofdstuk 5.4 “Garantie en levensduur”. 5.3 Accubeheer Het accubeheer controleert de temperatuur van uw accu en waarschuwt u bij een onjuist gebruik.
Een volgeladen accu veroudert nog sterker bij hoge temperaturen dan een gedeeltelijk geladen accu. •• Wanneer u altijd met het maximale motorvermogen rijdt, heeft uw motor een steeds hogere stroom nodig. Door hogere stromen veroudert de accu sneller. •• Ook door een gericht gebruik van de ondersteuning kunt u de levensduur van uw accu verlengen. Fiets met een gering ondersteuningsniveau. Bij geringere ontladingsstromen spaart u uw accu.
Als alternatief kunt u de accu ook uit de houder halen en deze gescheiden van de fiets opladen. Bij lage buitentemperaturen raden wij u deze handelswijze aan, zodat u de accu in een warmere ruimte kunt opladen. De accu kan bij temperaturen tussen 0°C en 45°C worden geladen. 7.1.1 In-/uitschakelen Door een druk op de -toets van het bedieningselement schakelt u het Impulse-systeem in. Na enkele seconden verschijnt een welkomstmelding, gevolgd door het startmenu.
7.2 Display small 1 2 7.2.2 Weergave van de oplaadstatus accu Rechtsboven op het display ziet u de weergave van de acculaadstatus. Deze geeft via een gestileerde batterij in zeven segmenten aan hoe vol de accu nog is.
7.2.3 Eenheden •• De weergave van de duur tijdens de huidige tocht en de tijdens deze tocht bereikte maximale snelheid. Door drie seconden op de -toets te drukken, kunt u wisselen tussen kmh (fietssnelheid)/km (weergave van de resterende actieradius) en tussen mph/mi. 7.3 •• De gemiddelde snelheid tijdens de huidige tocht en de gehele afstand. Display 1 2 3 Door op de -toets te drukken kunt u in het hoofdmenu wisselen tussen de weergaven in het informatieveld. 4 5 7.3.
Met de / -toetsen van het bedieningselement kunt u de menuopties selecteren. Door een druk op de -toets bevestigt u uw keuze. De betreffende inhoud van de menuoptie wordt dan getoond. Om vanuit de menuopties weer naar het hoofdmenu te gaan, kiest u de menuoptie “Terug” en bevestigt u uw keuze met de -toets. U komt ook terug in het hoofdmenu, wanneer u ten minste drie seconden de -toets ingedrukt houdt. 7.4.
Helderheid: Met de den kiezen: / -toets kunt u de volgende waar- Zeer licht 50% 45% ieldiameter: U kunt de “wieldiameter” door bedienen W van de / -toetsen van het bedieningselement instellen op een waarde tussen 1540 mm en 2330 mm. Door kort op de -toets te drukken bevestigt u uw keuze en gaat u daarna weer terug naar de weergave van de menuopties.
7.4.4.3 Diversen Kies met de / -toetsen uit: •• Fabrieksinstellingen •• Software •• Terug Bevestig uw keuze door kort op de -toets te drukken. Fabrieksinstellingen: De volgende vraag verschijnt: “Op fabrieksinstellingen terugzetten?”. Kies “Ja”, wanneer u het systeem wilt terugzetten naar zijn oorspronkelijke toestand. Kies “Nee”, wanneer alle door u reeds uitgevoerde veranderingen behouden moeten blijven. Bevestig uw keuze door kort op de -toets te drukken.
Via de / -toetsen kunt u de onderliggende opties kiezen. Door een druk op de -toets gaat u naar de desbetreffende onderliggende optie. Door te kiezen voor “Terug” en te bevestigen met de -toets, gaat u weer naar het overzicht van de menuopties. De prijs, het gemiddelde verbruik en de soort brandstof zijn vereist om de geld- en CO²besparing t.o.v. het gebruik van een auto te kunnen berekenen. Die waarde wordt in het hoofdmenu van het informatieveld onder “Besparing alles” weergegeven ➠ Hoofdstuk 7.
8 De motor 8.1 keld. Afhankelijk van het gekozen ondersteuningsniveau, vindt de overgang tussen fietsen met motorondersteuning en zonder min of meer abrupt plaats. Werkwijze 8.2 Wanneer u de ondersteuning inschakelt en begint te trappen, wordt u door de motor ondersteund zodra het achterwiel gaat draaien.
•• Technische staat van uw Pedelec Zorg voor een juiste bandenspanning van uw banden. Wanneer uw banden te zacht zijn, kan de rolweerstand veel hoger zijn. Dat geldt met name op een gladde ondergrond, bijvoorbeeld asfalt. Wanneer de ondergrond oneffen is, zoals een veldweggetje of een grindpad, zorgt een lagere bandenspanning voor een lagere rolweerstand. Tegelijkertijd hebt u wel een grotere kans op een defecte band. Informeer bij uw dealer.
9 Foutdiagnose en fouten oplossen TEKST OORZAAK OPLOSSING Accu wordt bij het opladen warmer dan 45°C. Hoge omgevingstemperaturen Onderbreek het laadproces en laat de accu afkoelen. Laad daarna in een koelere omgeving op. Als het probleem zich dan nog steeds voordoet, neem dan contact op met uw dealer, eventueel moet de accu worden vervangen. Beschadigde accu Beschadigde accu’s mogen niet worden opgeladen en ook niet meer worden gebruikt.
“Motortemperatuur te hoog” De motor heeft een te hoge temperatuur bereikt. Bijvoorbeeld door een lange, steile helling die in een hoge versnelling werd opgereden. Laat de motor afkoelen. Daarna kunt u uw tocht voortzetten. Constante weergave “PEDAL” Defecte terugtrapschakelaar Breng een bezoek aan uw dealer. 10 Reiniging Voor de reiniging van de Pedelec moet u de accu uit de fiets verwijderen. Gebruik voor de reiniging nooit schoonmaakbenzine, verdunmiddelen, aceton of soortgelijke middelen.
11 Technische specificaties MOTOR Borstelloze elektromotor met aandrijving en vrijloop 250 W nominaal vermogen Vermogen Vrijloopmotor Totaalgewicht elektrische aandrijving, 11 Ah accu, besturing 6,65 kg Regeling Terugtrapmotor 15 Ah 12 Ah 17 Ah 6,75 kg 6,75 kg 6,75 / 6,85 kg via de draaimomentsensor en toerentalsensor in de motor en de snelheidssensor (bij het achterwiel) FIETSTYPE TOEGESTAAN TOTAALGEWICHT (fiets, fietser, bagage, aanhanger + lading) GEWICHT FIETSER Pedelec 130 kg max.
Wij wensen u veel plezier bij het gebruik van uw nieuwe Pedelec met Impulse-aandrijving. Nadruk, ook gedeeltelijk, alleen met toestemming van Derby Cycle Werke GmbH / Raleigh Univega GmbH. Drukfouten, fouten en technische wijzigingen voorbehouden.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 1 Thursday, August 22, 2013 11:14 AM Performance Line Performance Line O RB T TU OR UR SSP TO O EC OFF PH MKM/H MWH AM INPH /H PM MM KM T RESE Robert Bosch GmbH Bosch eBike Systems 72703 Reutlingen Germany www.bosch-ebike.com 0 276 001 SPI (2013.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 2 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM 2| g TURBO SPORT TOUR ECO OFF f a b c MPH KM/H AMM PMWH MIN MPH KM/H e Reichweite d TU SP RB O O TO RT U EC R O O FF 7 1 PH H MKM/ MWH AM INPH /H PM MM KM T RESE 6 5 8 2 eite w h c Rei 3 4 9 0 276 001 SPI | (22.8.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 3 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM |3 10 11 14 12 13 A B 17 O EC PH MKM/H KM RESE T /H eite chw Rei 3 15 16 5– mm Bosch eBike Systems 17 4 18 0 276 001 SPI | (22.8.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 4 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM 4| A1 C7 C6 A6 A5 A2 A3 A4 A7 C1 A6 A5 A8 A4 A3 A9 C7 C6 0 276 001 SPI | (22.8.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 5 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM |5 C A6 A5 A7 7° A8 A9 D A1 A6 A5 A2 Bosch eBike Systems 0 276 001 SPI | (22.8.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 6 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM 6| C2 C3 C1 C5 C4 eBike Battery Charger 36-4/230 Active/Performance Line 0 275 007 907 For safe operation see manual. Risk of electric shock. Dry location use only. Charge only batteries of WARNING the Bosch eBike Systems. Other batteries may burst causing personal damage. Do not replace the plug assembly as risk of fire or electric shock may result. Input: 230V Output: 42V Para un funcionamiento con seguridad, ver el manual.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 7 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM |7 E C2 C3 F A8 C6 A3 A4 C5 C6 Bosch eBike Systems A2 0 276 001 SPI | (22.8.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 8 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM 8| G A8 C7 C6 C5 A2 C7 C6 C5 0 276 001 SPI | (22.8.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 1 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–1 Aandrijfeenheid Drive Unit/ Bedieningscomputer Intuvia Veiligheidsvoorschriften Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Als de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen voor toekomstig gebruik.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 2 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–2 14 15 16 17 18 Toets hulp bij het lopen „WALK” Vergrendeling bedieningscomputer Blokkeerschroef bedieningscomputer Snelheidssensor Spaakmagneet van snelheidssensor Indicatie-elementen bedieningscomputer a Indicatie motorvermogen b Indicatie ondersteuningsniveau c Indicatie verlichting d Tekstdisplay e Waarde-indicatie f Snelheidsmeterindicatie g Accuoplaadindicatie Gewicht, ca.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 3 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–3 Gebruik Ingebruikneming Voorwaarden Het eBike-systeem kan alleen worden geactiveerd als aan de volgende voorwaarden is voldaan: – Er is een voldoende opgeladen accu geplaatst (zie gebruiksaanwijzing van de accu). – De bedieningscomputer is correct in de houder geplaatst (zie „Bedieningscomputer aanbrengen en verwijderen”, pagina Nederlands–2).
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 4 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–4 Ondersteuningsniveau instellen U kunt op de bedieningscomputer instellen in welke mate de aandrijving van de eBike tijdens het trappen ondersteuning biedt. Het ondersteuningsniveau kan op elk moment gewijzigd worden, ook tijdens het rijden. Opmerking: In sommige uitvoeringen is het ondersteuningsniveau mogelijk vooraf ingesteld en kan dit niet worden gewijzigd.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 5 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–5 Voor een reset van „Maximum” gaat u naar deze functie en drukt u vervolgens zo lang op de toets „RESET” 6 tot de indicatie op nul wordt gezet. Voor de reset van „Bereik” gaat u naar deze functie en drukt u dan op de toets „RESET” 6 tot de indicatie op de waarde van de fabrieksinstelling teruggezet is.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 6 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–6 Code 490 500 502 503 510 511 530 531 540 550 602 602 603 605 605 606 610 620 640 Oorzaak Oplossing Interne fout van de bedieningscomputer Bedieningscomputer laten controleren. Interne fout van aandrijfeenheid Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer. Fout in de verlichting Controleer het licht en de bijbehorende bekabeling. Start het systeem opnieuw.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 7 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–7 Code 655 656 Geen indicatie Oorzaak Meervoudige accufout Oplossing Schakel het eBike-systeem uit. Verwijder de accu en plaats hem er opnieuw in. Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer. SW-versiefout Neem contact op met uw Bosch eBike-dealer zodat hij de SW-update uitvoert.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 8 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–8 Verzorging en onderhoud van de eBike Houd rekening met de bedrijfs- en bewaartemperaturen van de componenten van de eBike. Bescherm aandrijfeenheid, bedieningscomputer en accu tegen extreme temperaturen (bijv. bij fel zonlicht zonder voldoende ventilatie). De componenten (in het bijzonder de accu) kunnen door extreme temperaturen beschadigd worden.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 9 Thursday, August 22, 2013 1:41 PM Nederlands–9 Lithiumionaccu PowerPack Veiligheidsvoorschriften Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Als de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen voor toekomstig gebruik.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 10 Thursday, August 22, 2013 1:41 PM Nederlands–10 Technische gegevens Lithiumionaccu Productnummer – Standaardaccu – Bagagedrageraccu PowerPack 300 PowerPack 400 0 275 007 509 0 275 007 511 0 275 007 510 0 275 007 512 0 275 007 513 0 275 007 514 0 275 007 522 36 Nominale spanning V= 36 Nominale capaciteit Ah 8,2 11 Energie Wh 300 400 Bedrijfstemperatuur °C –10...+40 –10...+40 Bewaartemperatuur °C –10...+60 –10...
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 11 Thursday, August 22, 2013 1:41 PM Nederlands–11 Accu monteren of verwijderen (zie afbeeldingen C–D) Schakel de accu altijd uit als u deze in de houder plaatst of uit de houder neemt. Om de accu te kunnen plaatsen, moet de sleutel A5 in het slot A6 steken en het slot moet geopend zijn. Voor het plaatsen van de standaardaccu A8 plaatst u deze met de contacten op de onderste houder A9 aan de eBike (de accu kan tot 7° naar het frame gekanteld zijn).
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 12 Thursday, August 22, 2013 1:41 PM Nederlands–12 Onderhoud en service Onderhoud en reiniging Houd de accu schoon. Reinig deze voorzichtig met een zachte, vochtige doek. De accu mag niet in water worden ondergedompeld of met een waterstraal worden gereinigd. Als de accu niet meer werkt, dient u contact op te nemen met een erkende rijwielhandel. Klantenservice en advies Neem bij alle vragen over het vervoer van de accu’s contact op met een erkende rijwielhandel.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 13 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–13 Oplaadapparaat Charger Veiligheidsvoorschriften Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Als de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen voor toekomstig gebruik.
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 14 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–14 Technische gegevens Oplaadapparaat Productnummer Nominale spanning Frequentie Oplaadspanning accu Laadstroom Toegestaan oplaadtemperatuurbereik Oplaadtijd – PowerPack 300 – PowerPack 400 Aantal accucellen Bedrijfstemperatuur Bewaartemperatuur Gewicht volgens EPTA-Procedure 01/2003 Beschermingsklasse V~ Hz V A °C h h °C °C Charger 0 275 007 907 207 –264 47 –63 42 4 0...+40 2,5 3,5 30 –40 0...+40 –20...
OBJ_BUCH-2087-001.book Page 15 Thursday, August 22, 2013 11:11 AM Nederlands–15 Oorzaken en oplossingen van fouten Oorzaak Accu defect Accu te warm of te koud Oplossing Twee leds op de accu knipperen. Contact opnemen met erkende rijwielhandel Drie leds op de accu knipperen. Accu van het oplaadapparaat scheiden tot het laadtemperatuurbereik bereikt is. Sluit de accu pas weer aan op het oplaadapparaat als deze de toegestane oplaadtemperatuur heeft bereikt.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 1 Wednesday, August 14, 2013 12:16 PM Active Line Active Line OFF M K P MH /H O RB T TU OR UR SSP TO O EC MWH AM INPH /H PM MM KM T RESE Robert Bosch GmbH Bosch eBike Systems 72703 Reutlingen Germany www.bosch-ebike.com 0 276 001 SAI (2013.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 2 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM 2| g TURBO SPORT TOUR ECO OFF f a b c MPH KM/H AMM PMWH MIN MPH KM/H e Reichweite d TU SP RB O O TO RT U EC R O O FF 7 1 PH H MKM/ MWH AM INPH /H PM MM KM T RESE 6 5 8 2 eite w h c Rei 3 4 9 0 276 001 SAI | (14.8.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 3 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM |3 10 11 14 12 13 A B 17 O EC PH MKM/H KM RESE T /H eite chw Rei 3 15 16 5– mm Bosch eBike Systems 17 4 18 0 276 001 SAI | (14.8.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 4 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM 4| A1 C7 C6 A6 A5 A2 A3 A4 A7 C1 A6 A5 A8 A4 A3 A9 C7 C6 0 276 001 SAI | (14.8.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 5 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM |5 C A6 A5 A7 7° A8 A9 D A1 A6 A5 A2 Bosch eBike Systems 0 276 001 SAI | (14.8.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 6 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM 6| C2 C3 C1 C5 C4 eBike Battery Charger 36-4/230 Active/Performance Line 0 275 007 907 For safe operation see manual. Risk of electric shock. Dry location use only. Charge only batteries of WARNING the Bosch eBike Systems. Other batteries may burst causing personal damage. Do not replace the plug assembly as risk of fire or electric shock may result. Input: 230V Output: 42V Para un funcionamiento con seguridad, ver el manual.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 7 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM |7 E C2 C3 F A8 C6 A3 A4 C5 C6 Bosch eBike Systems A2 0 276 001 SAI | (14.8.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 8 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM 8| G A8 C7 C6 C5 A2 C7 C6 C5 0 276 001 SAI | (14.8.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 1 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–1 Aandrijfeenheid Drive Unit Cruise/ Bedieningscomputer Intuvia Veiligheidsvoorschriften Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Als de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen voor toekomstig gebruik.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 2 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–2 16 Blokkeerschroef bedieningscomputer 17 Snelheidssensor 18 Spaakmagneet van snelheidssensor Montage Indicatie-elementen bedieningscomputer a Indicatie motorvermogen b Indicatie ondersteuningsniveau c Indicatie verlichting d Tekstdisplay e Waarde-indicatie f Snelheidsmeterindicatie g Accuoplaadindicatie Lees de gebruiksaanwijzing voor het in de eBike plaatsen en verwijderen van de accu en neem de voorschriften in acht.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 3 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–3 eBike-systeem in- en uitschakelen Als u het eBike-systeem wilt inschakelen, heeft u de volgende mogelijkheden: – Is de bedieningscomputer bij het aanbrengen in de houder al ingeschakeld, dan wordt het eBike-systeem automatisch ingeschakeld. – Druk bij ingezette bedieningscomputer en ingezette accu eenmaal kort op de aan-uit-toets 5 van de bedieningscomputer.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 4 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–4 De volgende ondersteuningsniveaus staan maximaal ter beschikking: – „OFF”: De aandrijving is uitgeschakeld. De eBike kan net als een normale fiets alleen door trappen worden voortbewogen.
OBJ_BUCH-2074-002.book Page 5 Thursday, August 22, 2013 1:00 PM Nederlands–5 Basisinstellingen weergeven en aanpassen Weergeven en wijzigen van de basisinstellingen is mogelijk, of de bedieningscomputer nu in de houder 4 is gezet of niet. Als u naar het menu Basisinstellingen wilt gaan, drukt u tegelijkertijd zo lang op de toets „RESET” 6 en de toets „i” 1 tot in de tekstindicatie d „Instellingen” verschijnt.
OBJ_BUCH-2074-002.book Page 6 Thursday, August 22, 2013 1:00 PM Nederlands–6 Code Oorzaak Oplossing 500 Interne fout van aandrijfeenheid Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer. 502 Fout in de verlichting Controleer het licht en de bijbehorende bekabeling. Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer. 503 Fout van snelheidssensor Start het systeem opnieuw.
OBJ_BUCH-2074-002.book Page 7 Thursday, August 22, 2013 1:00 PM Nederlands–7 Code Oorzaak Oplossing 655 Meervoudige accufout Schakel het eBike-systeem uit. Verwijder de accu en plaats hem er opnieuw in. Start het systeem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw Bosch eBike-dealer. 656 SW-versiefout Neem contact op met uw Bosch eBike-dealer zodat hij de SW-update uitvoert.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 8 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–8 Onderhoud en service Onderhoud en reiniging Houd alle componenten van de eBike schoon, in het bijzonder de contacten van de accu en de bijbehorende houder. Reinig deze voorzichtig met een zachte, vochtige doek. Geen van de componenten, ook de aandrijfeenheid niet, mogen in water worden ondergedompeld of met een hogedrukreiniger worden gereinigd.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 9 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–9 Lithiumionaccu PowerPack Veiligheidsvoorschriften Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Als de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen voor toekomstig gebruik.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 10 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–10 Technische gegevens Lithiumionaccu Productnummer – Standaardaccu – Bagagedrageraccu PowerPack 300 PowerPack 400 0 275 007 509 0 275 007 511 0 275 007 510 0 275 007 512 0 275 007 513 0 275 007 514 0 275 007 522 36 Nominale spanning V= 36 Nominale capaciteit Ah 8,2 11 Energie Wh 300 400 Bedrijfstemperatuur °C –10...+40 –10...+40 Bewaartemperatuur °C –10...+60 –10...
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 11 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–11 Accu monteren of verwijderen (zie afbeeldingen C–D) Schakel de accu altijd uit als u deze in de houder plaatst of uit de houder neemt. Om de accu te kunnen plaatsen, moet de sleutel A5 in het slot A6 steken en het slot moet geopend zijn. Voor het plaatsen van de standaardaccu A8 plaatst u deze met de contacten op de onderste houder A9 aan de eBike (de accu kan tot 7° naar het frame gekanteld zijn).
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 12 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–12 Onderhoud en service Onderhoud en reiniging Houd de accu schoon. Reinig deze voorzichtig met een zachte, vochtige doek. De accu mag niet in water worden ondergedompeld of met een waterstraal worden gereinigd. Als de accu niet meer werkt, dient u contact op te nemen met een erkende rijwielhandel. Klantenservice en advies Neem bij alle vragen over het vervoer van de accu’s contact op met een erkende rijwielhandel.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 13 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–13 Oplaadapparaat Charger Veiligheidsvoorschriften Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Als de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen voor toekomstig gebruik.
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 14 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–14 Technische gegevens Oplaadapparaat Productnummer Nominale spanning Frequentie Oplaadspanning accu Laadstroom Toegestaan oplaadtemperatuurbereik Oplaadtijd – PowerPack 300 – PowerPack 400 Aantal accucellen Bedrijfstemperatuur Bewaartemperatuur Gewicht volgens EPTA-Procedure 01/2003 Beschermingsklasse V~ Hz V A °C h h °C °C Charger 0 275 007 907 207 –264 47 –63 42 4 0...+40 2,5 3,5 30 –40 0...+40 –20...
OBJ_BUCH-2074-001.book Page 15 Wednesday, August 14, 2013 12:19 PM Nederlands–15 Oorzaken en oplossingen van fouten Oorzaak Accu defect Accu te warm of te koud Oplossing Twee leds op de accu knipperen. Contact opnemen met erkende rijwielhandel Drie leds op de accu knipperen. Accu van het oplaadapparaat scheiden tot het laadtemperatuurbereik bereikt is. Sluit de accu pas weer aan op het oplaadapparaat als deze de toegestane oplaadtemperatuur heeft bereikt.