Instructions

11
NL
5.1 Beschrijving van de veiligheidsfuncties
Obstakelherkenning
De beweging van de band wordt bewaakt. Als het rolluik
tijdens de OMLAAG ( t )-beweging een obstakel raakt,
dan stopt de band met bewegen en wordt de bandoprol-
ler Rollotron Basis DuoFern 1200 uitgeschakeld.
i
Na het uitschakelen kan het rolluik niet
meer in dezelfde richting worden bewogen.
Beweeg de bandoproller eerst in de te-
genovergestelde richting en verwijder het
eventueel aanwezige obstakel.
Nu kan het rolluik ook in de oorspronkelijke
bewegingsrichting weer worden bewogen.
Overstroombeveiliging
De RolloTron Basis DuoFern 1200 is beveiligd tegen
overstroom.
Als de aandrijving bij de OMHOOG ( ▲ )-beweging blok-
keert (bijv. door bevriezing), dan wordt de RolloTron Basis
DuoFern 1200 uitgeschakeld.
Hef allereerst de oorzaak van de overbelasting op.
Daarna functioneert de RolloTron Basis DuoFern
1200 weer in beide richtingen.
i
Bij uitval van de obstakelherkenning bestaat er
verwondingsgevaar.
De band moet zo gelijkmatig mogelijk opgerold
zijn om de obstakelherkenning veilig te laten func-
tioneren.
Let op of de band na een activering van de obstakel-
herkenning weer recht en gelijkmatig wordt afgewik-
keld wanneer het rolluik wordt gebruikt.