Instructions

Table Of Contents
51
NL
11. Eerste inbedrijfstelling met de
installatie-assistent
Toewijzing van verschillende streeftemperaturen
Aan iedere verwarmingsfase kan een individuele streeftempera-
tuur worden toegewezen. U kunt vier streeftemperaturen instel-
len en aan een willekeurig aantal verwarmingsfases toewijzen,
zie pagina 60, menu 2.
i
6. Selecteer het nummer van de ge-
wenste streeftemperatuur voor deze
verwarmingsfase en bevestig deze.
Fabrieksinstelling = 1
.
21.5 °C
7. Stel de gewenste streeftemperatuur
in en bevestig deze.
8. Stel het starttijdstip van de tweede
verwarmingsfase in en bevestig dit.
Fabrieksinstelling = 23:00 uur
9. Selecteer het nummer van de ge-
wenste streeftemperatuur voor deze
verwarmingsfase en bevestig deze.
10. Stel de gewenste streeftemperatuur
in en bevestig deze.
Fabrieksinstelling = 2
.
17.0 °C