Instructions
18
1
2
4
5
3
NL
10.7 Verbinding van de aandrijfbehuizing met de rail (90° montage)
Alternatieve montage van de aandrijving dwars op de rail.
OPMERKING!
De microschakelaar (3) moet zich altijd aan het einde
van de rail bevinden. Daarom moet de microschakelaar
(3) bij dwarsmontage van de aandrijving altijd passend
verplaatst worden, zie afbeelding boven.
Bij alle werkzaamheden aan de microschakelaar (3)
bestaat er levensgevaar door elektrische schok-
ken.
◆ Laat de microschakelaar (3) alleen door een
erkende elektricien verplaatsen.
◆ De microschakelaar (3) mag alleen in een span-
ningsloze toestand worden verplaatst.
◆ Trek voor het begin van de werkzaamheden altijd
de stekker eruit en beveilig het systeem tegen
herinschakelen.
◆ Controleer of het systeem geheel spanningsvrij is.