Instructions
Table Of Contents
- 1. Deze handleiding ...
- 2. Gevaarsymbolen
- 2.1 Gebruikte weergave en symbolen
- 3. Veiligheidsaanwijzingen
- 3.1 Beoogd gebruik
- 3.2 Oneigenlijk gebruik
- 3.3 Vakbegrippen - Verklaring van begrippen
- 4. Omvang van de levering
- 5. Aansluitingen en toetsen op de HomePilot®
- 5.1 De controlelampjes van de HomePilot®
- 6. Functiebeschrijving
- 7. Technische gegevens
- 7.1 Systeemvoorwaarden
- 7.2 Aanwijzingen over de veiligheid van het netwerk
- 8. Inbedrijfstelling van de HomePilot®
- 8.1 De router aansluiten
- 8.2 De voedingsadapter aansluiten
- 9. De gebruikersinterface oproepen
- 9.1 Navigatie en bediening
- 9.2 Wat te doen als de HomePilot® niet wordt herkend?
- 9.3 Software-update
- 10. Wat te doen wanneer ...
- 11. Vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring
- 12. Garantievoorwaarden
- 1. Ce mode d'emploi...
- 2. Symboles de danger
- 2.1 Représentations et symboles utilisés
- 3. Consignes de sécurité
- 3.1 Utilisation conforme à la destination
- 3.2 Utilisation non conforme
- 3.3 Glossaire - explication des termes employés
- 4. Contenu de la livraison
- 5. Connecteurs et boutons du HomePilot®
- 5.1 Voyants de contrôle du HomePilot®
- 6. Principe de fonctionnement
- 7. Caractéristiques techniques
- 7.1 Configuration minimale requise
- 7.2 Remarques sur la sécurité du réseau
- 8. Mise en service du HomePilot®
- 8.1 Connecter le routeur
- 8.2 Brancher le bloc d'alimentation
- 9. Appel de l'interface-utilisateur
- 9.1 Navigation et commande
- 9.2 Que faire si le HomePilot® n'est pas détecté
- 9.3 Mise à jour du logiciel
- 10. Que faire, si ...
- 11. Déclaration de conformité UE simplifiée
- 12. Clauses de garantie
18
NL
i
8. Inbedrijfstelling van de HomePilot®
Systeemeisen aan de router
◆ De router dient over een DHCP-server te beschikken.
◆ De DHCP-server van de router moet geactiveerd zijn.
8.1 De router aansluiten
Toewijzing van IP-adressen in de router
In een netwerk krijgen alle op de router aangesloten netwerkappa-
raten (bijv. de HomePilot®) van de DHCP-server van de router een
IP-adres toegewezen. Daarvoor is in de DHCP-server een bepaald
IP-adres gereserveerd.
Mocht u de HomePilot® een vast adres willen geven,
wijzig dan de configuratie van de DHCP-server in de
router. Lees hiervoor de instructies in de handleiding
van uw router.
Als alternatief kunt u ook in de gebruikersinterface
van de HomePilot® een vast IP-adres toewijzen.
i
Aanmelding en gebruik in een radiografisch
WLAN-netwerk.
Voltooi de configuratie van de HomePilot® (bijv. de
aanmelding bij een radiografisch WLAN-netwerk)
eerst in het LAN-netwerk en de gebruikersinterface
van de HomePilot®.
i
De WLAN-instellingen op de gebruikersinterface van
de HomePilot® worden pas geactiveerd nadat de
LAN-stekker is uitgetrokken.