Instructions

17
NL
i
9.3 Voorlopige montage
1. Kies de montageplaats in overeenkomst met de eerder
genoemde criteria en montagevoorbeelden.
2. Zet het sensorgedeelte en de magneet
met de bijgevoegde kleefpads vast op
de gekozen montageplaats.
i
Gebruik de ronde kleefpads alleen om op de opti-
male montagepositie te vinden.
i
9.2 Montagevoorbeelden
i
De magneet en het sensorgedeelte kunt u omge-
keerd als afgebeeld, dus omgewisseld monteren.
i
Monteert u het sensorgedeelte op metaal, dan
kan de radiograsche reikwijdte geringer zijn.