Instructions
Table Of Contents
- 1. Deze handleiding...
- 2. Gevaarsymbolen
- 2.1 Gebruikte weergave en symbolen
- 3. Veiligheidsaanwijzingen
- 3.1 Beoogd gebruik
- 3.2 Vakbegrippen - Verklaring van begrippen
- 4. Omvang van de levering
- 5. Overzicht
- 5.1 Displaysymbolen
- 6. Productbeschrijving
- 7. Technische gegevens
- 8. Eerste inbedrijfstelling
- 8.1 Plaats de meegeleverde batterijen
- 8.2 Aanmelding aan de HomePilot®
- 8.3 Aanmelding aan de DuoFern kamerthermostaat 2
- 8.4 De montagemodus (POS) activeren
- 8.5 Montage aan het radiatorventiel
- 8.6 Een installatierit (InS) uitvoeren
- 9. Instellingen aan het bedrijfsklare apparaat
- 9.1 De streeftemperatuur instellen
- 9.2 De kinderbeveiliging / Bedieningsblokkering
- 10. Inleiding tot het openen van de menu's en voor het instellen van de functies
- 10.1 De automatische functie (Aut)
- 10.2 Boost-functie (boS)
- 10.3 DuoFern menu (duo) Aanmelden / Afmelden / Opruimen
- 10.4 Interne detectie venster-open (dEt)
- 10.5 Externe venster-open-detectie
- 10.6 Interne of externe controle (SEn)
- 10.7 De weergave op het display (dIS) draaien (180°)
- 10.8 Ontvangst-interval (EIn)
- 10.9 De laadstatus van de batterij (bAt) zien
- 10.10 De actuele softwareversie (ld) zien
- 11. Alle instellingen wissen en op de fabrieks- instellingen terugzetten
- 12. Storingsmeldingen en het opheffen van storingen
- 13. Reiniging / Onderhoud
- 14. Vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring
- 15. Aanwijzingen over milieubescherming
- 16. Garantievoorwaarden
24
NL
10.6 Interne of externe controle (SEn)
Fabrieksinstelling = OFF
Dit menupunt is alleen zichtbaar in combinatie met een DuoFern
kamerthermostaat 2; optioneel kan de gemeten werkelijke
temperatuur van een DuoFern kamerthermostaat 2 als stu-
urvariabele voor de DuoFern verwarmingsstelaandrijvingen 2
worden gebruikt.
Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn als de DuoFern verwarmings-
stelaandrijvingen zijn in een nis gemonteerd en de tempera-
tuurdetectie is daar niet voldoende..
De temperatuur die door de DuoFern verwar-
mingsstelaandrijving 2 zelf wordt bepaald, wordt
gebruikt voor de regeling.
De temperatuur die door de DuoFern kamerther-
mostaat 2 wordt bepaald, wordt gebruikt voor de
regeling.
i
De DuoFern kamerthermostaat 2 moet zich in
dezelfde ruimte bevinden als de DuoFern verwar-
mingsstelaandrijving 2.
i
De kwaliteit van de besturing is afhankelijk van
het ontvangst-interval (zee hoofdstuk 10.8, pagi-
na 25).