Operation Manual

10/12/2008
3~4
4) HET LADEN OF OPLADEN VAN DE BATTERIJ:
1 / Controle van de batterijsterkte:
Door op de knop aan de linkerkant van de batterij te drukken, verschijnen een aantal
lampjes die overeenkomt met het niveau van de batterij:
5 lampjes lichten op: maximale batterijsterkte
1 lampje licht op: batterij heeft lage sterkte; batterij opladen!
De batterij geheel opladen vóór het eerste gebruik van de fiets.
Opmerking: Het beste kunt u de batterij opladen indien de batterij geheel in
ontladen.
2 / Hoe de batterij op te laden:
De batterij losmaken met behulp van de sleutel en de switch naar buiten te trekken uit zijn
behuizing.
Klik de batterij op de meegeleverde oplader. Stop de stekker in een stroomvoorziening met
220-230 Volt 16 Ampère.
Voor een effectief opladen, plaats de oplader met batterij binnenshuis bij een
kamertemperatuur tussen ongeveer 10 ° C en 20 ° C.
ALGEMENE AANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN UW ELEKTRISCHE FIETS
Zodra u geen gebruik maakt van uw fiets, druk op de aan / uit - knop om ondersteuning uit
te schakelen.
Zet uw fiets niet voor lage tijd buiten neer. Zoals elke fiets moet ook deze fiets
beschermd worden tegen langdurige regen en vocht.
Langdurige blootstelling aan regen en kou kan schade veroorzaken aan de module voor de
ondersteuning.
Indien u langdurig geen gebruik maakt van de fiets is het raadzaam de batterij elke 3
maanden opnieuw op te laden.