User manual

-39-
6.6 Stofzuiger aansluiten (fig. 4)
1. Zuigslang 1van de stofzuiger in aansluitblok 2steken.
2. Stofzuiger voor het zagen aanzetten, zodathet zaagsel afgezogen
wordt en de afzuiginrichting niet verstopt raakt. Uit praktische over-
wegingen bevelen wij ook het gebruik aan van de PROXXON-
afzuigapparatuur.
6.7 Zaagbladen
Let op:
Bij alle hier beschreven handelingen steeds de stekker uittrekken.
6.7.1 Zaagblad aanbrengen (fig. 5a en 1b)
In de zaagbladhouder kunnen zowel de normale zaagbladen met dwars-
pennen als hand- (figuur-)zaagbladen zonder dwarspen ingezet worden.
Beschadigde of versleten zaagbladen onmiddellijk vervangen! Zij ver-
oorzaken een veiligheidsrisico en verminderen het werkresultaat.
Hoog snijvermogen en precisie kunnen alleen met correcte zaagbla-
den bereikt worden.
Gebruikoriginele PROXXON zaagbladen en kies zorgvuldig de ge-
schikte zaagbladen voor juiste toepassing en te zagen materiaal:
Daarbij heeft PROXXON verschillende fijne vertandingen, vlakke en
ronde bladen en bladen met of zonder dwarspen. In deze handleiding
staan suggesties.
6.7.1.1 Zaagbladen met dwarspen (fig. 5a)
Zaagbladen met dwarspen zijn bijzonder geschikt voor werken met
veel ingesloten zaagsneden Hierbij kan snel en gemakkelijkhet zaag-
blad uit de bovenste houder genomen, door het werkstuk gehaald en
weer opgehangen worden; voor een gedetailleerdere uitleg verwijzen
wij unaar paragraaf "Binnenzaagsneden".
Let op:
Zaagbladen met dwarspen mogen alleen opgehangen worden. Zaag-
bladen met dwarspen nooit ook nog met de cilinderkopschroef vast-
zetten! Breukrisico!
1. Draaiknop 1(Fig. 6) voor de zaagbladspanning zolang naar links
draaien tot het zaagblad los is.
2. Zaagblad 1met de vertanding naar onderen wijzend door de
tafelopening 2steken en in de onderste houder 3ophangen.
3. Licht op de bovenste arm 5drukken en zaagblad in de bovenste
houder 6ophangen.
4. Arm loslaten en door draaien naar rechts met de draaiknop1
(Fig. 6) de zaagbladspanning instellen.
5. Zo nodig de zaagbladspanning bijstellen zoals onder 6.7.2 be-
schreven.
6.7.1.2 Zaagbladen met vlakke uiteinden
(hand- resp.figuurzaagbladen, zie fig. 5b)
1. Draaiknop 1(Fig. 6) voor de zaagbladspanning zolang naar links
draaien tot het zaagblad los is.
2. Zaagblad 1met de vertanding naar onderen door de tafelopening
2steken en in de onderste houder 3inbrengen. De cilinderkop-
schroef 4mag niet worden vastgetrokken! Daarna door vastdraai-
en van de cilinderschroef 4met de bijgeleverde inbussleutel met
T-handgreep 5het blad in de houder vastklemmen. Let op: Let
erop dathet blad goed ver naar voren wordt geklemd! Hier is de
klemkracht het grootste.
3. Licht op de bovenarm 6drukken en zaagblad in de bovenste
houder 7inbrengen en op dezelfde wijze vastzetten.
4. Arm loslaten en door draaien naar rechts met de draaiknop 1
(Fig. 6) de zaagbladspanninginstellen.
5. Zo nodig de zaagbladspanning bijstellenzoals onder 6.7.2 be-
schreven.
6.7.2 Fijn instellen vandecorrecte zaagspanning (fig. 6)
De juiste zaagspanning is medebepalend voor een nauwkeurig werk-
resultaat. Daarom moet deze zorgvuldig worden ingesteld, bij onder-
of overspanning kan het zaagblad licht gaan scheuren. Draai voor het
instellen van de spanning aan de kartelknop 1. Als udeknop naar
rechts draait (met de wijzers van de klok mee), wordt het zaagblad
vaster gespannen, als udeknop naar links draait (tegen de wijzers
van de klok in) raakt het blad losser.
Een goed gespannen blad geeft bij het aanslaan een lichte toon net
als een snaar
6.7.3 Zaagblad uitnemen (fig. 5a en 5b)
6.7.3.1 Zaagbladen met dwarspen (fig. 5a)
1. Draaiknop 1(Fig. 6) voor de zaagbladspanning zolang naar links
draaien tot het zaagblad los is.
2. Bovenarm 5licht naar onderen duwen, zodatzaagblad 1uit de bo-
venste houder 6kan worden losgemaakt. Zaagblad uithalen.
3. Zaagblad uit de onderste houder 3halen en door de tafelopening
2verwijderen.
6.7.3.2 Zaagbladen met vlakke einden (fig. 5b)
1. Draaiknop 1(Fig. 6) voor de zaagbladspanning zolang naar links
draaien tot het zaagblad los is.
2. Vleugelmoer 8losdraaien, het zaagblad 1komt los uit de boven-
ste houder 7.
3. Cilinderschroef 7met inbussleutel met T-handgreep losdraaien,
zaagblad uit de onderste houder 3losmaken en door de tafelope-
ning verwijderen.
7Werken met de zaag
7.1 Algemene opmerkingen bij het werken met de
decoupeerzaag
De decoupeerzaagisindeeerste plaats een machine om bochten te
zagen en nauwkeurige uitsnijdingen te maken. Een typische toepas-
sing wordt in fig. 7aangegeven. Daartoe moet het werkstuk door de
gebruiker zorgvuldig geleid worden. Opmerkingen: Gewoonlijk wor-
den decoupeerzagen zonder langsaanslagbediend, omdatbij een
gedwongen geleiding van een aanslaghet zaagblad “verloopt”, voor-
al bij houtnerven.
Leterop dathet zaagblad alleen bij een neerwaartse beweging zaagt
in de richting vandetanden.