User manual

-60-
kingsgangen bij hetzelfde werkstuk alleen de beitelhouder hoeft
wor
den gedraaid om steeds met de geschikte beitel te werken.
Hiervoor moet ugewoon de inbusbout 5losdraaien, de beitel-
houder draaien en de bout 5weer vastdraaien. Natuurlijk kan zo
ook meestal de hoek van de beitel tot het werkstuk worden
ingesteld,
indien dit nodig is.
Spiltoerentallen instellen
Let op!
Trek altijd de stekker uit het stopcontact, voordat uwerk-
zaamheden in de wielkast verricht. Gevaar voor verwondin-
gen!
Het
spiltoerental moet aan het materiaal en de diameter van het
werkstuk worden aangepast.
Maximaal spiltoerental berekenen
Bij een bekende maximale snijsnelheid voor een bepaald mate-
riaal kan het vereiste spiltoerental worden berekend.
Maximaal toelaatbar spiltoerental
Snijsnelheid x1000
=
Diameter van het werkstuk x3,14
Voorbeeld:
Als voorbeeld wordt een werkstuk afgedraaid met een diameter
van 20 mm bij een snijsnelheid van 50 m/min.
50 x1000
20 x3,14
=796/min
Door de V-riem (Fig. 10) te verleggen, kan het eerstvolgende
hogeretoerental worden ingesteld. In dit geval 1600/min. De
juiste snelheid wordt nu via de regeling ingesteld, waarbij er
rekening mee moet worden gehouden dat de regeling een snel-
heidsbereik van 25% tot 100% dekt, in ons voorbeeld dus
400/min tot 1600/min.
1. Draai de klembout van de wielkast los en open de klep.
2. Draai de V-riemspanner 1(Fig. 10) los.
3. Stel het betreffende toerental in door de V-riem volgens fig.
11 te verleggen.
4. Draai de V-riemspanner weer vast. Let erop, dat de V-riem
goed gespannen is. Een te sterke spanning verhoogt de slij-
tage van de riem en van het lager en verlaagt het motorver-
mogen.
5. Sluit de wielkasten weer voordat umet de draaiwerk-
zaamheden begint.
Werkstuk in klauwplaat inspannen
Let op!
Indien werkstukken alleen in de klauwplaat worden gespan-
nen zonder achteraanslag door de losse draaibankkop, mag
het werkstuk niet verder uitsteken (Fig. 12) dan drie keer de
diameter van het materiaal (L =3xD).
Aanwijzing:
De
normale klauwplaat bestaat uit drie bekken van staal die
zich gelijkmatig verstellen en ronde werkstukken automatisch
centr
eren.
In
de normale stand kunnen werkstukken met een diameter t/m
35 mm worden opgespannen. Door de bekken om te draaien,
kunnen werkstukken met een diameter t/m 68 mm worden
opgespannen.
1.
Draai de klauwplaat 2(Fig. 12) met behulp van de sleutel 1
open tot het werkstuk in de opening past.
Let op!
Laat de sleutel niet in de klauwplaat steken. Gevaar voor
verwondingen!
2. Span het werkstuk goed in zodat het stevig vastzit en
verwijder de sleutel weer uit de klauwplaat.
3. Controleer of het werkstuk zuiver rond loopt en geen
slingerbewegingen
maakt. Corrigeer dit indien nodig.
Let op!
Als een relatief lang werkstuk wordt ingespannen, dat door de
spil wordt geleid en naar links uitsteekt, bestaat een verhoogd
risico op verwondingen. Wees in dit geval bijzonder voorzich-
tig, om te voorkomen, dat voorwerpen door de
draaiende as worden gegrepen. Scherm dit gebied goed af.
Klauwplaatbekken omkeren
Let op!
Trek de stekker uit het stopcontact!
Let op!
Span geen werkstukken in, waarvan de diameter meer dan
68 mm bedraagt. De spankracht van de bekken is dan te
gering en het werkstuk kan losraken. Gevaar voor onge-
vallen!
Aanwijzing:
De bekken zijn genummerd.
1. Open de klauwplaat tot de bekken uit de klauwplaat los
komen te zitten.
2. Draai de bekken om en plaats eerst nr.1ién van de drie
geleidingen (Fig. 13).
3. Druk bek nr.1naar het midden van de klauwplaat en draai
tegelijkertijd de sleutel van de klauwplaat in de richting
”Spannen”.
4. Als de wormwielschroefdraad bek nr.3heeft vastgeklemd,
moet bek nr.2indevolgende geleiding (met de wijzers van
de klok mee) worden geplaatst.
5. Doe hetzelfde met de nummers 2en1.
6. Controleer vervolgens of alle bekken gecentreerdzijn.
7. Als uweer met binnenbekken wilt werken, herhaalt ude
bovenstaande stappen, maar nu in omgekeerde volgorde.