Operation Manual
Nederlands
Allereerst dient de toepassing bepaald te worden, nl. ‘on-board’ gebruik of ‘stand-
alone’gebruik (zie onderstaande uitleg).
Als tweede stap wordt het type accu bepaald.
Als laatste moet worden bepaald of er een temperatuur sensor aanwezig is.
De combinatie van deze 3 instellingen bepaalt het laadprogramma.
Als de lader voor het eerst ingesteld wordt zal een ‘2’ in het display verschijnen en de
groene led gaan branden onder ‘charge process’. Dit laadprogramma is de
fabrieksinstelling.
Belangrijk
Onder geen beding mag het laadprogramma naar eigen inzicht gekozen worden. Dit
kan leiden tot onherstelbare schade aan accu en/of gebruikers. Aangezien elk merk en
type accu eigen laadvoorschriften heeft, zijn de vermelde laadprogramma’s puur
advies. Controleer altijd of het geadviseerde laadprogramma overeenkomt met de
laadvoorschriften van uw accu. Zie hiervoor de bijlage. Zo niet, neem dan contact op
met uw acculeverancier voor een passende instelling.
Gebruikte termen:
- On board
Er zijn verbruikers aanwezig tijdens het laadproces. De lader zal tevens indirect als
voeding dienen voor de aangesloten apparatuur. Bij het laden van een (gedeeltelijk) lege
accu gaat de stroomafname van de verbruikers dus wel ten koste van de laadstroom
voor het laden van de accu.
- Stand alone:
De tegenhanger van on board gebruik. Er zijn geen verbruikers aanwezig tijdens het
laadproces. De accu wordt na de ontlading aangesloten op de lader (of lader wordt
aangezet) en vol geladen. Als de accu weer gebruikt gaat worden, is de lader
afgekoppeld of staat uit.
- Zwaar cyclisch gebruik
Zwaar cylisch gebruik wil dat zeggen dat de accu op regelmatige basis diep ontladen
(>30%) en geladen wordt. Omdat er meer sulfatering van de accu plaatsvindt door de
diepere ontladingen benodigen sommige accu’s een andere lading.
Instelprocedure:
Bepaal voordat u de instellingsprocedure start, waar u de lader op in dient te stellen
(uw toepassing: on-board of stand-alone, welk accutype u heeft en of er een
temp.sensor aanwezig is).
Sluit de lader aan op de netspanning.
Druk op de ‘mode’ knop en schakel de lader gelijktijdig aan d.m.v. de aan/uit
schakelaar aan de achterzijde van het apparaat.
Blijf de knop indrukken tot rechtsonder in het display een punt oplicht. Dit wil
zeggen dat de lader in de instellingsprocedure staat.
Vervolg de stappen onder de betreffende toepassing (onboard pag. 5, stand alone
pag 6).
+