Operation Manual
4. Aansluiting
Monteer een rode draad op de + bout van de acculader dmv. een M6 kabeloogje.
Doe dit hierna hetzelfde met een zwarte draad en monteer deze op de - bout van de
acculader. Bevestig daarna de andere zijde van de rode draad op de + pool van de
accu (dmv krokodillenklem of accuklem). Herhaal dit met de zwarte draad op de
- pool van de accu.
Na verbinding tussen de acculader en de accu te hebben gemaakt kunt u de
230VAC stekker in een werkend, geaard stopcontact steken en de ‘power’
schakelaar op ‘on’ zetten. Het laadproces zal gaan beginnen.
Als u de verbinding tussen de accu en de lader wilt verwijderen, dient u eerst de
lader uit te schakelen en de lader af te koppelen van de netspanning.
Belangrijk
De accu aansluiting die niet verbonden is met het chassis, moet als
eerste aangesloten worden. De andere verbinding moet gemaakt
worden met het chassis.
Sluit de lader aan op de accu op een afstand van de brandstofinstallatie
Controleer of de netspanning van de spanningsbron overeenkomt met
de benodigde netspanning van de lader (230VAC/50Hz)
Vervang beschadigde snoeren/kabels direct.
Verder is het bij de montage belangrijk dat u de volgende punten opvolgt:
Gebruik voor de bevestiging van de kabels en de lader altijd de bijgeleverde
moeren en sluitringen (messingnikkel)! Als er een andere materiaalsoort wordt
gebruikt kunnen de bouten zo warm worden dat ze uit de print branden.
Zorg er ook voor dat de aansluiting van de kabel goed contact maakt, anders
worden de bouten te warm met kans dat ze uit de print branden.
Draai de moeren niet te vast aan, vast=vast. Als deze te vast aangedraaid
worden kunnende bouten zich losdraaien van de print. De lader zal dan niet
meer werken.
Er wordt geen garantie verleend als de lader defect is geraakt doordat
bovenstaande punten niet zijn opgevolgd.
Tip
Als extra beveiliging kunt u een zekering monteren tussen de + van de accu
en de + van de lader. Gebruik hiervoor altijd een zekering die zwaarder is
dan de laadstroom van de acculader.
5