Operation Manual

NL 4
Aansluiten van de watertoevoerslang
1. Draai de toevoerslang voorzichtig op het ventiel aan dat op de
achterkant van de wasmachine geplaatst is (“A”); draai het andere
einde van de slang met uw hand op het watertoevoerventiel aan.
2. Let erop dat er geen knikken in de slang zitten.
3. Controleer de waterdichtheid van de aansluitingen van de kraan
en de wasmachine door de kraan helemaal open te draaien.
Als de slang te kort is, vervang deze dan door een drukslang van
voldoende lengte (min. 1000 kPa min, volgens de norm EN 50084).
Wanneer u een langere slang voor de beperking van de waterto
evoer nodig heeft, neemt u contact op met onze afdeling
Klantenservice of met uw handelaar.
Controleer de watertoevoerslang geregeld op barsten of scheuren
en vervang hem indien nodig.
De wasmachine kan aangesloten worden zonder een terugstroomklep.
Waterstopsysteem tegen overstroming
(zie het type watertoevoerslang rechts - afhankelijk van het model)
Schroef de slang aan de watertoevoerkraan. Open de waterkraan
volledig en controleer of het aansluitpunt waterdicht is.
De wasmachine mag niet aangesloten worden op een mengkraan
of een niet onder druk gezette boiler!
De toevoerslang en de plastic doos bevatten (afhankelijk van het
model) elektrische onderdelen: snijd de slang niet door en
dompel de plastic doos niet onder in water.
Koppel bij beschadiging van de slang de wasmachine onmiddellijk los
van het elektriciteitsnet, draai de kraan dicht en vervang de slang.
Als de flexibele slang te kort is, vervang deze dan door een
waterstopslang met een lengte van 3 m (verkrijgbaar bij de
klantenservice of bij uw leverancier).
Aansluiten van de watertoevoerslang
Haak de afvoerslang los van de linkerklem, zie pijl “A” op de foto.
Belangrijk:
Maak de aansluiting van de afvoerslang NIET los van de
rechterkant, zie pijl “B” op de foto. Anders ontstaat er een risico
op lekkage en verbranding door heet water.
Verbind de uitlaatbuis vast aan de stankafsluiter of aan een andere
uitlaat van de riolering.
Als het nodig is een verlengstuk te gebruiken, gebruik dan een slang
van dezelfde maat en zet de aansluitpennen vast met klemmen.
Maximale lengte van de afvoerslang: 2,50 m.
Maximale afvoerhoogte: 100 cm.
Minimale afvoerhoogte: 55 cm.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat er geen knikken in de afvoerslang zitten en neem
maatregelen om te voorkomen dat de slang valt terwijl het apparaat
werkt.
A
A
B