Operation Manual

Downloaded from www.vandenborre.be
OPMERKING: het uiteindelijke ontwerp van het apparaat kan zonder voorafgaande kennisgeving
gewijzigd zijn.
INSTALLATIE
Installeer het apparaat en laat het twee tot drie uur staan voordat u het voor het eerst inschakelt, zodat
het koelsysteem kan stabiliseren. Installeer het apparaat niet vlakbij een warmtebron zoals een fornuis,
boiler of waar het aan rechtstreeks zonlicht e.d. wordt blootgesteld.
Laat minstens 10 cm ruimte aan de bovenzijde en 10 cm ruimte aan beide zijkanten van het apparaat,
alsook tussen de achterzijde van het apparaat en de achterliggende wand zodat voldoende
luchtcirculatie mogelijk is. Dit apparaat is niet geschikt voor inbouwinstallatie (inbouwen).
Installeer op een geschikte, stevige en vlakke ondergrond en corrigeer eventuele oneffenheden van de
vloer door de voorvoeten in te stellen.
OPMERKING: wanneer het apparaat op een vloerkleed of zachte ondergrond is neergezet dient men
de voorvoeten in te stellen nadat het apparaat tijd heeft gehad om te stabiliseren.
BEDIENING
Dit apparaat is ontworpen om te werken bij een omgevingstemperatuur tussen 16ºC en 32ºC. Als deze
temperaturen overschreden worden, met andere woorden de omgeving kouder of warmer is, zal het
apparaat niet correct functioneren. Wanneer de omgevingstemperatuur langdurig wordt overschreden
zal de temperatuur binnenin de vriezer boven de 18ºC stijgen, waardoor voedsel kan bederven.
Verwijder alle verpakkingsmateriaal van het apparaat. Reinig de binnenwanden met lauw water waarin
wat soda is opgelost (5 ml per 0,5 liter water). Droog het apparaat zorgvuldig.
Wanneer u de vriezer voor het eerst in gebruik neemt of na het ontdooien, dient u de thermostaat
minstens 2 uur op de maximumstand te zetten, waarna u hem in de normale stand schakelt.
De temperatuur instellen
De koelkast wordt bediend via een temperatuurknop die zich binnenin het apparaat bevindt.
MIN. is de laagste temperatuur.
NORMAAL is de gewone werkingstemperatuur.
MAX. is de hoogste temperatuur.
In de stand UIT (OFF) werkt het apparaat niet (het koelsysteem is
uitgeschakeld), hoewel de stroom niet onderbroken is.
De bewaringstemperatuur kan worden beïnvloed door:
De kamertemperatuur
Hoe vaak de deur wordt geopend
Hoeveel voedsel is opgeslagen
De positie van het apparaat
Wanneer u de correcte temperatuur instelt dienen al deze bovengenoemde factoren in aanmerking te
worden genomen.