User manual

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er loopt water in de koel‐
kast.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat
het water in de waterop‐
vangbak loopt.
Zorg ervoor dat de produc‐
ten de achterwand niet ra‐
ken.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam‐
perbak boven de compres‐
sor.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen
tot kamertemperatuur voor‐
dat u het conserveert.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
Conserveer minder produc‐
ten tegelijk.
De dikte van de rijp is meer
dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
Er is geen koude luchtcircu‐
latie in het apparaat aanwe‐
zig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa‐
raat is.
Er bevindt zich teveel con‐
denswater op de achter‐
wand van de koelkast.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
De deur is niet volledig ge‐
sloten.
Zorg ervoor dat de deur vol‐
ledig gesloten is.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Verpak voedsel in geschikt
materiaal voordat u het in
het apparaat plaatst.
Er bevindt zich vorst op de
achterwand van de koelkast.
De omgevingstemperatuur
is hoog en het apparaat is
ingesteld op de laagste tem‐
peratuur
Zet de temperatuurregelaar
op een hogere temperatuur
om automatisch ontdooien
mogelijk te maken.
Progress 13