User manual

Ovenfunctie Applicatie
4 Conventionele
functie (Boven +
Onderwarmte)
Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
5
Bevroren gerech-
ten
Voor kant-en-klaar gerechten zoals patat, aardappelkroket-
ten, loempia's.
6 Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met
botten op 1 niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
7
Grill intens Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden. Voor
het roosteren van brood.
8
Grill Om vlak voedsel te grillen en te toasten.
9 Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
10
Ontdooien Om bevroren gerechten te ontdooien.
11
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en
het bewaren van voedsel.
12 ECO Braden Dankzij ECO-functies kunt u het energieverbruik tijdens het
koken optimaliseren. Het is daarom nodig om de kooktijd
eerst in te stellen. Voor meer informatie over de aanbevolen
instellingen raadpleegt u de kooktabellen met de equivalente
normale ovenfunctie.
13 Pyrolytische reini-
ging
Automatische pyrolytische reiniging van de oven. De oven-
temperatuur bedraagt ca. 500 °C. Hierdoor worden vuilres-
ten in de oven verbrand. Deze kunnen nadat de oven is af-
gekoeld met een doek worden verwijderd.
De ovenfunctie instellen
1.
Schakel het apparaat in met
. Het
display geeft de ingestelde tempera-
tuur, het symbool en het nummer van
de ovenfunctie weer.
2.
Raak
of aan om een ovenfunc-
tie in te stellen.
3.
Raak
aan. Anders start het appa-
raat na vijf seconden automatisch.
Als u het apparaat activeert en geen
ovenfunctie of programma instelt,
wordt het apparaat na 20 seconden
automatisch uitgeschakeld.
Temperatuur wijzigen
Raak
/ aan om de temperatuur in
stappen van 5 °C te wijzigen.
Wanneer het apparaat de ingestelde tem-
peratuur heeft bereikt, weerklinkt er drie
keer een geluidssignaal en gaat de verwar-
mingsindicatie uit.
Temperatuur opvragen
U kunt de temperatuur in het apparaat con-
troleren wanneer de functie of het program-
ma in werking is.
1.
Raak
aan. Het temperatuur-/tijddis-
play geeft de temperatuur in het appa-
raat aan. Als u de oventemperatuur wilt
wijzigen, raakt u
nog een keer aan
en gebruikt u
of .
2.
Raak
aan om terug te keren naar
de ingestelde temperatuur. Het display
geeft dit na vijf seconden automatisch
weer.
Functie Snel opwarmen
De functie Snel opwarmen verlaagt de op-
warmtijd.
De functie Snel opwarmen activeren:
Raak
gedurende langer dan drie se-
conden aan.
Als u de functie Snel opwarmen activeert,
gaan de horizontale balkjes op het display
10 progress