User manual
3. Draai om het apparaat uit te schakelen,
de knop voor de ovenfuncties en de
knop voor de temperatuur in de uit-
stand.
Kookzones
U bedient de kookplaat die u met de
oven hebt geïnstalleerd met behulp van
de knoppen voor de kookzones. Lees
voor meer informatie over de kookplaat
de gebruiksaanwijzing bij de kookplaat.
Kookstanden
Bedienings-
knop
Functie
0 Uit-stand
1-9
Kookstanden
(1 = laagste kookstand; 9=
hoogste kookstand)
1. Draai de bedieningsknop in de gewen-
ste kookstand.
2. Zet de bedieningsknop op stand 0 om
het kookproces uit te schakelen.
Gebruik van de dubbele zone (indien
van toepassing)
Waarschuwing! Draai de
bedieningsknop met de dubbele zone
naar rechts om de dubbele zone aan te
zetten (draai de knop niet door naar de
stoppositie).
1. Draai de bedieningsknop naar rechts,
stand "9".
2. Draai de bedieningsknop langzaam naar
symbool
totdat u een klik hoort.
Nu zijn de twee kookzones ingescha-
keld.
3. Voor de desbetreffende temperatuurin-
stelling, zie "Kookstanden".
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
Uitstand Het apparaat staat uit.
Boven- en onder-
warmte
Verwarmt de oven met zowel het bovenste als het onderste verwar-
mingselement. Bakken en braden op één ovenniveau.
Bovenste verwar-
mingselement
Verwarmt alleen vanaf de bovenkant van de oven. Voor het afbakken
van gare gerechten.
Onderwarmte
Verwarmt alleen vanaf de onderkant van de oven. Voor het bakken
van taarten met een knapperige bodem.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
Waarschuwing! Zie het hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie'.
Het plaatsen van de bakplaten of -
roosters
Plaats de bakplaten of -roosters tussen de
geleidestangen van één van de ovenni-
veaus.
6 progress










