Operation Manual
14 progress
Onderwarmte
Deze functie is bijzonder geschikt voor
het bakken van taart- en vlaaibodems, en
voor het afbakken van quiches resp. flans,
om ervoor te zorgen dat de quiche- resp.
taartbodem gaar is.
Grilleren
- Te grilleren gerechten moeten altijd op het
rooster van de grillplaat worden ge-
plaatst, om ervoor te zorgen dat de lucht
optimaal kan circuleren en het gerecht
niet in het afdruipende vet resp. grillsap
drijft. Als u dat wilt, kunt u gerechten zo-
als bijv. vis, lever en niertjes direct op de
grillplaat leggen.
- Droog het voedsel vóór het grillen goed
af, zodat het niet gaat spatten. Strijk ma-
ger vlees en vis licht in met een beetje olie
of gesmolten boter, zodat de gerechten
tijdens de bereiding mals blijven.
- Meegegrilleerde bijlagen zoals bijv. toma-
ten of paddenstoelen kunnen tijdens het
grillen van vlees onder het grillrooster (di-
rect op de grillplaat) worden gelegd.
- Voor het roosteren van brood raden wij u
aan het bovenste inzetniveau te gebrui-
ken.
- Indien nodig moet het voedsel tijdens de
bereiding worden omgedraaid.
Gebruik van de grill
De grill levert snelle directe warmte voor
het midden van de grillplaat. Door de kleine
grill te gebruiken voor de bereiding van klei-
nere hoeveelheden kunt u energie besparen.
1. Oven inschakelen.
2. Functie grill kiezen; druk daarvoor op de
toets oven-functies
, tot het symbool
op het display verschijnt.
3. Indien nodig met de toetsen “ ” of “ ”
de temperatuur instellen.
4. Kies het passende inzetniveau voor grill-
pan en rooster, al naargelang of het om
platter of dikker grillgoed gaat. Volg ver-
volgens de instructies voor het grillen op.