Operation Manual

en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er
voldoende luchtcirculatie is.
DAGELIJKS GEBRUIK
Waarschuwing! Zie het hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie'.
Om het apparaat te bedienen, moet u de
bedieningsknop indrukken. De bedienings-
knop komt naar voren.
Het apparaat aan- en uitzetten
1. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar een ovenfunctie.
Het stroomindicatielampje gaat aan als
het apparaat in werking is.
2. Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang
de temperatuur in het apparaat stijgt.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen,
de knop voor de ovenfuncties en de
knop voor de temperatuur in de uit-
stand.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Boven + onder-
warmte
Bakken en braden op 1 ovenniveau. De bovenste en onderste ver-
warmingselementen worden gelijktijdig ingeschakeld.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem. Alleen
het onderste verwarmingselement werkt.
Bovenverwarming
Voor het afbakken van gare gerechten. Alleen het bovenste ver-
warmingselement brandt.
Grill
Voor het grillen van plat voedsel in kleine hoeveelheden op het
midden van de rooster. Voor het maken van toast.
EXTRA FUNCTIES
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld om
de oppervlakken van het apparaat koel te
houden. Als u het apparaat uit zet, gaat de
koelventilator uit.
Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van het apparaat of
defecte componenten kunnen gevaarlijke
oververhitting veroorzaken. Om dit te voor-
komen is de oven voorzien van een veilig-
heidsthermostaat die de stroomtoevoer on-
derbreekt. Zodra de temperatuur is ge-
daald, wordt de oven automatisch weer in-
geschakeld.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Het apparaat heeft vier inzetniveaus. Tel
de inzetniveaus vanaf de bodem van het
apparaat.
Het apparaat heeft een speciaal systeem
dat de lucht circuleert en voor doorlopen-
de recycling van stoom zorgt. Dankzij dit
systeem is het mogelijk om voedsel te
bereiden in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van binnen
en knapperig van buiten. Bovendien wor-
den de bereidingstijd en het energiever-
bruik tot een minimum beperkt.
Vocht kan in het apparaat of op de gla-
zen deurpanelen condenseren. Dit is nor-
6 progress