User manual
3. Draai om het apparaat uit te schakelen,
de knop voor de ovenfuncties en de
knop voor de temperatuur in de uit-
stand.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
Uitstand Het apparaat staat uit.
Boven- en onder-
warmte
Verwarmt de oven met zowel het bovenste als het onderste verwar-
mingselement. Bakken en braden op één ovenniveau.
Bovenste verwar-
mingselement
Verwarmt alleen vanaf de bovenkant van de oven. Voor het afbakken
van gare gerechten.
Onderwarmte
Verwarmt alleen vanaf de onderkant van de oven. Voor het bakken
van taarten met een knapperige bodem.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
Waarschuwing! Zie het hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie'.
Het plaatsen van de bakplaten of -
roosters
Plaats de bakplaten of -roosters tussen de
geleidestangen van één van de ovenni-
veaus.
4
2
1
3
EXTRA FUNCTIES
Koelventilator
Als het apparaat wordt ingeschakeld, wordt
de koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel
te houden. Als u het apparaat uitschakelt,
schakelt de koelventilator uit.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit
raakt (door onjuist gebruik van het apparaat
of vanwege defecte onderdelen), heeft de
oven een veiligheidsthermostaat die indien
nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zo-
dra de temperatuur is gedaald, wordt de
oven automatisch weer ingeschakeld.
6 progress