Operation Manual

DIRECT GEHEUGENS:
Naast de 10 geheugens die op de voorgaande pagina zijn beschreven, kunnen
in de CDX-100 nog 2 geheugennummers geprogrammeerd worden die met één
handeling gekozen kunnen worden. Deze geheugenlocaties kunt u gebruiken
voor alarmnummers of nummers die veelvuldig gekozen worden.
Het ene nummer wordt bewaard onder de ronde toets SERVICE links van het
toetsenbord, het andere nummer wordt bewaard onder de cijfertoets
0/HELPLINE
Programmeren:
Zorg dat het toestel in rust is (het display moet de
rustpositie (b.v. uw telefoonnummer) laten zien
Houdt toets PROGRAM (REDIAL) ingedrukt totdat
het symbool in het display oplicht en de telefoon
in de programmeerstand komt.
Voor het nummer onder de ronde toets SERVICE
drukt u nu toets 5/service
Voor het nummer onder toets 0/HELPLINE drukt u
nu toets 6/helpline
een eventueel oud nummer komt nu in het display
Druk toets PROGRAM (het oude nummer gaat
knipperen en kan gewist worden met behulp van
toets C)
Voer via het toetsenbord het (nieuwe) telefoon-
nummer in en druk ter bevestiging op toets
PROGRAM. U hoort de acceptatie-toon (4-toontjes
in oplopende toonhoogte).
Druk toets C om terug te keren naar de ruststand.
Kiezen:
- druk kort op de ronde toets SERVICE links van het
toetsenbord om het ‘service’nummer te kiezen
- druk toets 0 en houd deze toets even ingedrukt om
het ‘helpline’nummer te kiezen
de telefoon schakelt zichzelf in en het nummer wordt
gekozen
Indien er geen nummer is geprogrammeerd klinkt een lange fouttoon.
14