Operation Manual

GEHEUGEN:
Programmeren:
Zorg dat het toestel in rust is (het display moet de
rustpositie (b.v. uw telefoonnummer) laten zien
Voer via het toetsenbord het telefoonnummer in, dit
nummer verschijnt in het display.
Houd toets ingedrukt totdat na ruim een seconde
de symbolen en oplichten.
Geef via het toetsenbord het nummer in (0-9)
waaronder u het nummer wilt opslaan.
Druk kort op toets . U hoort een acceptatie-toon
(4-toontjes in oplopende toonhoogte) en het display
keert terug naar de rustweergave.
Kiezen:
Drukt toets , het symbool licht op.
Voer via het toetsenbord de gewenste geheugen-
locatie in, het daaronder opgeslagen geheugen-
nummer komt in het display.
Druk op de telefoontoets om dit nummer te
kiezen
Een pauze wordt ingevoegd door, tijdens het programmeren, het ingedrukt hou-
den van toets # totdat er een ā€˜P’ in het display verschijnt
Een foutieve invoer kan met behulp van toets C (kort indrukken) gewist worden.
Als het nummer langer is dan 14 cijfers, verschijnt het symbool op het display.
Alleen de laatste 18 cijfers worden op het display zichtbaar gemaakt.
Een geheugennummer kan worden gewist door een nieuw geheugennummer te
programmeren over het oude geheugennummer.
Het programmeren kan afgebroken worden door toets C ingedrukt te houden tot-
dat het display weer de ruststand aangeeft.
13