A4 VLEUGELOPENER
INHOUD 1.1 1.2 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGEL INSTALLATIE A. STANDAARD INSTALLATIE B. AFSTANDEN TABEL C. ONDERDELEN VAN INSTALLATIE D. INSTALLATIE VAN GELICALISEERDE WAPENOPENER E. DRAADVERBINDING 1.3 TECHNISCHE KENMERKEN A. AFSTANDEN B. TECHNISCHE FUNCTIE: 1.
1.1 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN WAARSCHUWING: Deze gebruikershandleiding is alleen bedoeld voor gekwalificeerde technici die gespecialiseerd zijn in installaties en automatiseringen. (1) Alle installaties, elektrische verbindingen, aanpassingen en testen mogen pas na alle instructies zorgvuldig lezen en begrijpen.
B AFSTANDEN TABEL Houd u aan de maatregelen op de kaart voor de juiste installatie. Pas de poortstructuur zo aan dat deze past voor de beste automatisering, indien nodig. Voordat u aan de installatie voorafgaat, moet u ervoor zorgen dat de poort vrij kan bewegen en dat: 1) Scharnieren zijn goed geplaatst en ingevet. 2) Geen obstakels in het bewegende gebied.
C MOTOR VASTSTELLING 156 141 Monteer de achterste beugel en bevestig deze op de pilaar. 125 Maak de poortopener los en plaats de pen in de montagepositie nr. 1 en nr. 2 Zorg ervoor dat de hekopeners horizontaal zijn gemonteerd, vooral op die plaatsen. 1) Poort in de positie "DICHT" 2) Poort in de positie "OPEN" 3) Poort op positie "45." Voorafgaand aan het lassen van de beugel op het poortblad (indien nodig), bedek de poortopener om schade door vonken te voorkomen. nr.1 A nr.
E NOODVRIJSTELLING In geval van stroomuitval of om uw automatische poort te programmeren, kunt u de motoren handmatig ontgrendelen: Sta aan de binnenkant van de poort. Steek de inbussleutel in voor ontgrendeling en draai hem 180 graden tegen de klok in. U kunt nu het hek met de hand openen. Om de motor weer te vergrendelen, steekt u de inbussleutel in de 180 vergrendeling en draait u vervolgens 180 graden rechtsom. o 1.
1.4 ONDERHOUD: Voer ten minste om de zes maanden de volgende handelingen uit. Als u in een hoge gebruiksintensiteit de periode daartussen verkort. Ontkoppel de voeding: (1) Reinig en smeer de schroeven, de pennen en het scharnier met vet. (2) Controleer of de bevestigingspunten goed zijn vastgedraaid. (3) Zorg ervoor dat de draadverbinding in goede staat is. Sluit de voeding aan: (1) Controleer de stroomaanpassingen. (2) Controleer de functie van de handmatige ontgrendeling.