Operation Manual
35
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN 
ADVIEZEN
• Gebruik het koelvak uitsluitend voor het 
bewaren van verse levensmiddelen en het 
vriesvak uitsluitend voor het bewaren van 
diepvriesproducten, het invriezen van verse 
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
• Zorg ervoor dat het product na de installatie 
niet op de voedingskabel staat.
• Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak 
want deze kunnen barsten.
• Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de 
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn 
dat ze brandwonden kunnen veroorzaken.
• Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de 
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of 
onderhoudswerkzaamheden begint.
• Installeer het product niet in de buurt van een 
warmtebron.
• Bewaar of gebruik geen benzine of andere 
gassen en licht ontvlambare stoffen in de 
buurt van het product of andere elektrische 
huishoudelijke apparatuur. De dampen die 
hieruit voortkomen kunnen brand of 
explosies veroorzaken.
• Laat voor een goede ventilatie een ruimte van 
1 cm aan beide zijkanten en boven het 
apparaat vrij.
• Houd de ventilatie-openingen in de behuizing 
van het apparaat of in de omkasting vrij van 
enige obstructies.
• Alle apparaten met ijsmakers en 
waterdispensers moeten op een 
waterleidingnet aangesloten worden dat 
uitsluitend drinkwater levert (met een 
waterleidingdruk van tussen de 1,7 en 8,1 bar 
(25 en 117 PSI)). De ijsmakers en/of 
waterdispensers die niet rechtstreeks op het 
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen 
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
• Installeer het product waterpas op een vloer 
die het gewicht kan dragen en in een ruimte 
die geschikt is voor de afmetingen en het 
gebruik van het product.
• Plaats het apparaat in een droge en goed 
geventileerde ruimte. Het apparaat is 
afgesteld om te werken in ruimten waarin de 
temperatuur binnen de volgende waarden 
ligt, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van 
de klimaatklasse die op het typeplaatje staat 
aangegeven: Het is mogelijk dat het apparaat 
niet goed functioneert als het voor een lange 
tijd in een ruimte wordt gelaten met een 
hogere of lagere temperatuur dan het 
genoemde bereik.
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het 
apparaat om te voorkomen dat de vloer 
beschadigd raakt (b.v. parket).
• Gebruik geen mechanische systemen of 
andere middelen om het ontdooiproces te 
versnellen, behalve dan die door de fabrikant 
zijn aanbevolen.
• Beschadig het interne vloeistofcircuit van de 
koelkast niet.
• Gebruik geen elektrische apparaten aan de 
binnenkant van de vriesvakken voor 
diepvriesproducten, als die van een ander 
type zijn dan aanbevolen door de fabrikant.
• Het apparaat is niet bestemd om gebruikt te 
worden door jonge kinderen of zieke 
personen zonder lichamelijke controle.
• Om het risico te vermijden dat kinderen in de 
koelkast opgesloten raken en stikken, mag 
hen niet worden toegestaan in het product te 
spelen of zich erin te verstoppen.
• De voedingskabel mag uitsluitend worden 
vervangen door een bevoegd technicus.
• Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige 
adapters.
• Het moet mogelijk zijn het apparaat van het 
elektriciteitsnet af te koppelen door de 
stekker uit het stopcontact te halen of via een 
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms 
van het stopcontact is geplaatst.
• Controleer of de spanning op het typeplaatje 
overeenkomt met de spanning in uw woning
• Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de 
vrieselementen niet in (indien bijgeleverd.
Klimaatklasse Omg. temp. (°C) Omg. temp. (°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 18 tot 38 Van 64 tot 100
T Van 18 tot 43 Van 64 tot 110










