Operation Manual

24
Wasmiddeltoevoer
Schuiflade voor was- en nabe-
handelingsmiddel
Wasmiddel in poedervorm
Inspoelvakje A (rechts)
In dit doseervakje vult u het was-
middel voor de voorwas en het in-
weken. Opdat het wasmiddel
conform het programmaverloop
wordt ingespoeld dient na de pro-
grammakeuze de toets “VOOR-
WAS” of “INWEKEN” ingedrukt te
worden.
Inspoelvakje B (links)
In dit doseervakje vult u het was-
middel voor de hoofdwas en de
eventuele ontharder.
Inspoelvakje C (middenachter)
Wordt bij een wasprogramma op de
toets “VLEKKEN” gedrukt dan dient
in dit vak het vlekkenzout gedo-
seerd te worden. Het middel wordt
dan op optimale wijze tijdens de
hoofdwas ingespoeld.
Inspoelvakje D (middenvoor)
In dit vakje kunt u de vloeibare toe-
voegingen, zoals bijvoorbeeld de
wasverzachter, het stijfsel, etc. toe-
voegen.
Let u er a.u.b. op dat het middel al-
leen tot de markering “MAX” gevuld
wordt omdat anders de mogelijk-
heid bestaat dat het vloeibare mid-
del voortijdig wordt weggespoeld.
Tip!
Alle wasmiddelen moeten voor
het starten van het programma in
de betreffende vakjes van de
wasmiddellade worden gevoegd.
Vloeibaar wasmiddel en was-
middeltabletten
In plaats van wasmiddel in poedervorm
kan ook een vloeibaar wasmiddel of
kunnen wasmiddeltabletten voor de
hoofdwas worden gebruikt.
Vul het product in het vakje voor het
wasmiddel voor de hoofdwas B.
Attentie!
Als het programma op een later tijdstip
start doordat men de functie “Starttijd-
keuze” gebruikt, dient voor het vloeiba-
re wasmiddel een doseersysteem te
worden gebruikt, bijvoorbeeld een do-
seerbolletje dat door de wasmiddelen-
fabrikant wordt geleverd.
Zie pagina 29/30 voor instructies
voor was- en wasverzorgingsmidde-
len.