Operation Manual
15
Functie van de bedieningselementen
1 Wasmiddellade
De wasmiddellade bevindt zich aan de
linkerkant van het bedieningspaneel.
De schuiflade met behulp van de ver-
zonken handgreep naar voren uittrek-
ken.
In de verschillende doseervakjes wordt
het wasmiddel voor de voor- en hoofd-
was evenals vlekkenzout, wasverzach-
ter en stijfsel geplaatst.
Het inspoelen van het wasmiddel vindt
conform het programma plaats.
Zie pagina 24 voor details.
2 Programmakeuzeknop en
hoofdschakelaar
De wasautomaat heeft 5 verschillende
wasprogramma’s:
• Witte was en bonte was
Wastemperaturen van 95°, E (ca. 67°),
60°, 50°, 40°, 30° C zijn mogelijk.
• Kreukherstellend
Wastemperaturen van 60°, 50°, 40°,
30° C zijn mogelijk.
•Fijne was
Wastemperaturen van 40°, 30° C zijn
mogelijk.
•Wol
Wastemperaturen van 40°, 30° C en
koud zijn mogelijk.
• Extra programma's
Zijde, Stijven, Pompen, Centrifugeren,
Kort centrifugeren.
Tot de betreffende programma’s beho-
ren de daarvoor noodzakelijke, was-
technische temperaturen. Daarom zijn
het wasprogramma en de temperatuur
geïntegreerd in de gemakkelijke mono-
knop-bediening met temperatuurkeu-
ze.
Programmakeuze
Door het naar links of naar rechts
draaien van de knop, kiest u het pro-
gramma en de betreffende tempera-
tuur resp. het overeenkomstige extra
programma.
Door het instellen van het programma
wordt tegelijkertijd het toestel inge-
schakeld.
Het programma start pas nadat de
starttoets is ingedrukt.
Na afloop van het programma dient
het toestel uitgeschakeld te worden.
De keuzeknop op de stand “UIT”
draaien.