User manual
Opstel- en aansluitaanwijzing
43
Beveiliging tegen wateroverlast
Ter voorkoming van schade door wateroverlast is de afwasautomaat 
uitgerust met een beveiliging tegen wateroverlast.
Bij storingen onderbreekt het veiligheidsventiel in het apparaat direct 
de watertoevoer en wordt de afvoerpomp ingeschakeld. Hierdoor kan 
het water niet naar buiten stromen of overlopen. Restwater dat zich in 
het apparaat bevindt wordt automatisch weggepompt.
1 
De beveiliging tegen wateroverlast functioneert ook wanneer het 
apparaat is uitgeschakeld. Het apparaat moet echter wel zijn aangeslo-
ten op het elektriciteitsnet.
Elektrische aansluiting 
1 
Volgens de voorwaarden van de elektriciteitsbedrijven mag een vaste 
aansluiting aan het elektriciteitsnet alleen door een erkend elektro-
installateur worden uitgevoerd. 
Bij de aansluiting moet aan de algemeen en plaatselijk geldende voor-
schriften van het elektriciteitsbedrijf strikt de hand worden gehouden.
Na de inbouw mogen volgens EN 60335/DIN VDE 0700 spanning voe-
rende onderdelen en geïsoleerde leidingen niet aanraakbaar zijn. 
Gegevens voor de elektrische aansluiting vindt u op het typeplaatje op 
de rechter binnenrand van de deur. Als het toestel omschakelbaar is 
uitgevoerd, dient u zich bovendien aan de aanwijzingen op het 
omschakelschema te houden dat zich in de snoeraansluitdoos bevindt. 
Controleer vóór het aansluiten, of de op het typeplaatje aangegeven 
netspanning en stroomsoort overeenkomen met netspanning en 
stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het typeplaatje vindt u ook 
de vereiste zekering. 
Om de afwasautomaat van het net te scheiden, stekker uit het stopcon-
tact trekken. 
Attentie: de stekker moet na opstelling van het apparaat bereikbaar 
blijven.
Is het toestel d.m.v. een vaste aansluiting met het net ver-bonden, dan 
moet het door maatregelen in de installatie met een inrichting die alle 
polen (N, L1) onderbreekt (bijv. aardlekschakelaar) met een contacto-
pening van > 3 mm van het net worden gescheiden. 










