Operation Manual

POWXG6010 NL
Copyright © 2010 VARO P a g e | 5 www.varo.com
Controleer visueel vóór ieder gebruik of de messen, de bouten van de messen en de maai-
inrichting niet versleten of beschadigd zijn. Vervang versleten of beschadigde messen en
bouten per set om de balans te bewaren.
Beschadigde messen en versleten bouten vormen grote gevaren.
Vervang versleten of defecte geluidsdempers.
Let erop dat het maaigebied vrij is van stokken, stenen, beenderen, draad en afval. Dit kan
weggeslingerd worden door de messen.
Bewaar brandstof in een koele plaats en in een tank speciaal ontworpen voor dit doel.
Wees voorzichtig met brandstof. Ze is zeer brandbaar.
Vul enkel bij in de openlucht. Rook niet tijdens het bijvullen. Vul bij vóór het starten van de
motor. Verwijder nooit de benzinedop of vul nooit bij terwijl de motor draait. Laat bij een
hete motor de motor enkele minuten afkoelen vooraleer bij te vullen. Als er benzine werd
gemorst probeer dan niet de motor te starten maar breng de maaier weg van de plek waar
er gemorst werd en vermijd het ontstaan van een mogelijke ontstekingsbron totdat de
benzine is verdampt.
Verwijder rustig de benzinedop om de druk van de benzinetank te laten.
Controleer op benzinelekken tijdens het bijvullen en tijdens het gebruik van de maaier. Als
een lek is gevonden start of gebruik de motor dan niet meer tot het lek is gedicht en de
gemorste benzine is verwijderd.
Let erop dat u geen benzine op uw kledij morst. Als dit gebeurt trek dan onmiddellijk andere
kledij aan.
Gebruik de maaier niet in kleine ruimtes waar uitlaatgassen (koolstofmonoxyde) zich
kunnen opstapelen.
Maai enkel bij goed daglicht.
Wees voorzichtig bij het starten van de motor en hou de voeten ver weg van de messen.
Zet alle koppelingen van de messen en de aandrijving los vooraleer te starten.
Wikkel het startkoord niet rond uw hand bij het starten. Laat het startkoord niet
terugschieten. Breng de starthandgreep langzaam terug zodat het koord goed wordt
opgerold.
Volg nauwkeurig de gebruiksaanwijzing vooraleer te proberen de motor te starten.
Laat zelfoprollende starters nooit in een opgerolde toestand.
Maai nooit op plekken waar de machine kan kantelen of wegglijden.
Let extra op uw evenwicht op hellingen of op nat gras.
Maai nooit gras door de maaier naar u toe te trekken.
Wees bijzonder voorzichtig bij het gebruik van een maaier op hellingen. Blijf waakzaam
voor kuilen in het terrein en andere verborgen gevaren.
Stop de motor voor u de maaier verduwt over kiezelopritten, paden of wegen.
Gebruik de maaier niet vóór dat alle beschermkappen of de grasopvangbak, geleverd door
de fabrikant, op hun plaats zitten.
Drijf de motor niet op of verander niets aan de motorsturing. Te hoge snelheid is gevaarlijk
en verkort de levensduur van de maaier.
Stop de motor, maak de bougiekap los en controleer de maaier als:
(a) De maaier abnormaal begint te trillen; of
(b) Als u een vreemd object heeft geraakt.
Herstel de schade vóór u de maaier verder gebruikt.
Stop de motor en maak de bougiekap los vóór het oplossen van blokkades, het controleren
of het werken aan de maaier.
Hef of draag een maaier nooit als hij in werking is.
Indien voorzien: draai de benzinekraan dicht na het maaien.
Zet de maaier tijdens het transport in een voertuig vast om beweging, omkantelen, het
morsen van benzine en schade aan de maaier te voorkomen.