Operation Manual
POWXG9007
NL
Copyright © 2012 VARO NV
P a g e | 17
www.varo.com
Giet ongeveer een halve soeplepel zuivere motorolie in het gat waar de bougie zat.
Trek, met de ontsteking uitgeschakeld, verschillende keren zachtjes aan het startkoord (foto
1, onderdeel 16). Plaats de bougie terug en trek verder aan het startkoord tot de zuiger aan
de compressieslag begint (er wordt weerstand voelbaar) en stop dan met trekken.
Bewaar de hogedrukreiniger op een droge en goed geventileerde plaats en dek hem af om te
voorkomen dat er stof of afval op komt.
16 VOORBEREIDING VOOR DE WINTER EN
LANGETERMIJNBEWARING
Als de hogedrukreiniger voor langer dan drie maanden niet wordt gebruikt of als er gevaar
bestaat op ijs of bevriezing tijdens de wintermaanden, dan moet de pomp beschermd worden
om vastlopen of vorstschade te voorkomen. Maak met antivriesmiddel voor de auto een
oplossing zoals opgegeven op de verpakking van het antivriesmiddel. Giet deze oplossing
voorzichtig in de pompinlaat van de hogedrukreiniger. Sluit de wateruitlaat af met een kurk of
een andere geschikte stop als de oplossing uit de wateruitlaat loopt. Blijf antivriesoplossing in
de inlaat gieten totdat de pomp vol is en sluit dan de inlaat af met een kurk of een andere
geschikte stop.
Wanneer de hogedrukreiniger voor de eerste maal na deze vorstbeveiliging opnieuw wordt
gebruikt, zorg er dan voor dat alle antivries uit de pomp, de slang en de straalpijp wordt
gespoeld. Wanneer de hogedrukreiniger voor de eerste maal wordt gestart dan kunnen er
kleine lekken optreden aan de pomp. Deze verdwijnen na een korte tijd.
17 PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEM OORZAAK ACTIE
Fluctuerende druk
De pomp zuigt lucht aan
De kleppen zijn vuil, versleten of
vastgelopen.
Verstopte spuitmond.
Controleer of de verbindingen goed
vastzitten.
Verwijder verstoppingen met de
spuitmondreiniger.
Er lekt water uit de
pomp
Afdichtingen zijn versleten.
Neem contact op met de
consumentendienst.
De pomp haalt de
benodigde druk niet
De pomp zuigt lucht aan langs de
koppelingen of de slang.
Controleer het vastzitten van alle
verbindingen.
Aanzuig/uitlaatkleppen zijn vuil.
Maak de kleppen proper of vervang
ze. Laat het toestel door een
servicecenter controleren.
De uitlaatklep zit vast.
Draai de regelschroef los en dan
weer vast.
Straalpijp of spuitmond is
versleten.
Controleer en/of vervang.
De pomp draait maar
er komt geen water uit
Geknikte toevoer- of
hogedrukslang.
Controleer en strek de slang en
vervang ze indien nodig.
Verstopt inlaatfilter. Verwijder en reinig het filter.
Verstopte spuitmond.
Verwijder de verstopping met het
reinigingsgereedschap.