Operation Manual

Elektrische installatie
9
Reisemobil - 04/09-1 - PSL-0001-00NL 51
9.5.2 Accu-alarm voor woonruimteaccu
Het rode waarschuwingslicht ALARM (Afb. 31,7) knippert zodra de spanning
van de woonruimteaccu (meting bij lopende werking) minder dan 11 V be-
draagt en daardoor diepontlading dreigt op te treden.
9.5.3 Hoofdschakelaar 12 V
De hoofdschakelaar 12 V (Afb. 31,1) schakelt de 12-V-voorziening van de
woonruimte aan en uit.
Uitzondering: de opstap en de verlichting in het ingangsbereik functioneren
gewoon.
Wipschakelaar (Afb. 31,1) boven indrukken "12 V": de 12-V-voorziening
van de woonruimte is ingeschakeld. Controlelicht (Afb. 31,2) licht groen op.
Wipschakelaar (Afb. 31,1) beneden indrukken : de 12-V-voorziening
van de woonruimte is uitgeschakeld. Controlelicht (Afb. 31,2) gaat uit.
9.5.4 12-V-controlelicht
Het 12-V-controlelicht (Afb. 31,2) licht op, als de hoofdschakelaar 12 V
(Afb. 31,1) is ingeschakeld.
9.5.5 230-V-controlelicht
Het gele 230-V-controlelicht (Afb. 31,6) licht op als aan de ingang van het
elektroblok netspanning aanwezig is.
Bij accu-alarm verbruikers uitschakelen en woonruimteaccu vol laden, of-
wel door te rijden of door aansluiting op het 230-V-net.
Bij langdurige diepontlading wordt de woonruimteaccu onherstelbaar be-
schadigd.
Als de spanning van de woonruimteaccu onder 10,5 V daalt, schakelt de
accubewaking in het elektroblok alle 12-V-verbruikers uit met uitzondering
van het veiligheids-/aftapventiel.
Om onnodige ontlading van de woonruimteaccu te vermijden, de hoofd-
schakelaar 12 V bij het verlaten van het voertuig uitschakelen.
Verbruikers zoals veiligheids-/aftapventiel, laadapparaat, bedieningspa-
neel en dergelijke nemen ca. 20 mA tot 65 mA stroom van de accucapaci-
teit, ook als de hoofdschakelaar 12 V is uitgeschakeld. Daarom de accu-
scheidingsschakelaar aan het elektroblok op "Batterie Aus" (accu Uit) zet-
ten, als de camper langere tijd niet wordt gebruikt.