Operation Manual

Gasinstallatie
8
Reisemobil - 04/09-1 - PSL-0001-00NL 43
8 Gasinstall atie
8.1 Veiligheid
Voordat u wegrijdt en bij het verlaten van het voertuig alle gasafsluitkra-
nen en de hoofdafsluitkraan sluiten. Uitzondering: De gasafsluitkraan
"Verwarming" en de hoofdafsluitkraan open laten, als tijdens de rit de
woonruimteverwarming aan moet blijven.
Bij het vullen van de brandstoftank, op veerboten en in de garage mag
geen vuurhaard (gaskooktoestel, gasverwarming, boiler enz.) aanstaan.
Explosiegevaar!
De gasinstallatie conform de nationale bepalingen door een geautori-
seerde werkplaats laten controleren. Dit geldt ook voor niet aangemelde
voertuigen. Bij wijzigingen aan de gasinstallatie de gasinstallatie meteen
door een geautoriseerde werkplaats laten controleren.
De gasinstallatie alleen door een geautoriseerde werkplaats laten repa-
reren, onderhouden of wijzigen.
Bij een defect aan de gasinstallatie (gaslucht, hoog gasverbruik) bestaat
explosiegevaar! Onmiddellijk de hoofdafsluitkraan op de gasfles sluiten.
Ramen en deuren openen en ventileren. Niet roken, geen open vuur en
geen elektrische apparaten (starter, lichtschakelaar enz.) bedienen. De-
fect door een geautoriseerde werkplaats laten verhelpen.
Voor ingebruikname van open vuurhaarden (gaskooktoestel) een dak-
luik openen.
Gaskooktoestel niet gebruiken voor verwarmingsdoeleinden.
Als de camper of de gastoestellen niet worden gebruikt, de hoofdafsluit-
kraan op de gasfles sluiten.
Als er meerdere gastoestellen voorhanden zijn, dan is voor ieder appa-
raat een gasafsluitkraan vereist. Wanneer gastoestellen niet worden ge-
bruikt, moet de betreffende gasafsluitkraan worden gesloten.
Ontstekingsbeveiligingen moeten na uitgaan van de gasvlam binnen
een minuut sluiten. Daarbij is een klik te horen. Werking zo nu en dan
controleren.
De geïnstalleerde apparaten zijn ontworpen voor gebruik met propaan-
gas, butaangas of een mengsel van beide gassen. De gasregelaar als-
mede alle geïnstalleerde gastoestellen zijn ontworpen voor een bedrijfs-
druk van 30 mbar.
Propaangas is gasvormig tot -42 °C, butaangas daarentegen slechts tot
0 °C. Vanaf deze temperaturen is er geen gasdruk meer aanwezig. Bu-
taangas is niet geschikt voor gebruik in de winter.
De gasslang op de aansluiting van de gasflessen regelmatig op dicht-
heid controleren. De gasslang mag geen scheurtjes vertonen en niet po-
reus zijn. De gasslang uiterlijk 10 jaar na productiedatum in een erkende
werkplaats laten vervangen. De gebruiker van de gasinstallatie moet
voor de vervanging zorgen.
De gaskast is door zijn functie en constructie een ruimte met opening
naar buiten. Om ontsnappend gas meteen naar buiten te kunnen weg-
leiden, de standaard ingebouwde kunstmatige ventilatie nooit bedekken
of dichtzetten.
De gaskast niet gebruiken als opbergruimte.
De hoofdafsluitkraan op de gasfles moet toegankelijk zijn.