Operation Manual
Polaroid PROZ500PR003
7
aangezien dit de SIM-kaart en de telefoon kan beschadigen.
• Volg de volgende procedure voor het installeren van de batterij:
Plaats het metalen contactpunt van de batterij tegen dat van het batterijcom-
partiment, klik de batterij in het compartiment en druk hem naar beneden,
totdat hij goed geïnstalleerd is.
2. Opladen
• Steek de oplader in de AC-toevoer.
• CSteek het rechtse uiteinde van de oplader in de zijpoort van demobiele telefoon.
• Nadat de telefoon aangesloten is, zal er “De oplader is aangesloten” op het
scherm van de mobiele telefoon verschijnen, en zal de batterij beginnen opladen.
Het batterij-icoontje toont het oplaadproces. Als de telefoon uitgeschakeld is, zal
het scherm het oplaadproces dynamisch weergeven.
• Als de batterij bijna leeg is, zal het teveel gebruiken van de mobiele
telefoon laag vermogen veroorzaken en zal de telefoon overgaan naar de
vergrendelingsmodus bij laag vermogen, waarin u de telefoon niet normaal
kan aanschakelen. Laad de batterij op, zodat de batterij overgaat naar de
voorafoplaadmodus (ongeveer tien minuten). Nadat er voldoende vermogen
is, kan de telefoon opnieuw normaal aangeschakeld worden.
• Als de telefoon aangeschakeld is en de aan/uit-indicator in de icoonpositie
vol is en niet knippert, betekent dit dat de batterij volledig opgeladen is.
Als de telefoon uitgeschakeld is, zal er “volledig opgeladen” op het scherm
verschijnen als de batterij volledig opgeladen is. De batterij zal na 2-3 uren
volledig opgeladen zijn (bij de eerste drie gebruiksbeurten is het aangeraden
de batterij gedurende 12-14 uren op te laden om de levensduur van de
batterij te verlengen). Het is normaal dat de batterij heet aanvoelt tijdens het
opladen.
• Koppel de oplader los van de AC-toevoer en de telefoon.
• Laad de batterij op met de bijgeleverde oplader in een geventileerde
ruimte, waar de omgevingstemperatuur tussen -10℃ en ℃45℃ ligt. Als u een
niet-goedgekeurde oplader gebruikt, kan dit de garantie nietig verklaren.
2.4 Verbinden met het Netwerk
1. SIM-Kaart
Voer een SIM-kaart in (Subscriber Identity Model) alvorens de telefoon
te gebruiken. Een SIM-kaart is verkrijgbaar bij uw netwerkprovider.
Al de informatie van de relevante netwerkverbinding wordt opgeslaan op de chip in
uw SIM-kaart. Namen, telefoonnummers in uw telefoonboek en berichten worden
ook op uw SIM-kaart opgeslaan.
Waarschuwing: Schakel uw telefoon uit, alvorens de SIM-kaart te
verwijderen. Voer de SIM-kaart niet in of verwijder het niet, als de
telefoon verbonden is met een externe stroomtoevoer of als de
SIM-kaart of de mobiele telefoon beschadigd is.
2. De SIM-kaart Invoeren en Verwijderen










