Polar RS200™ Gebruiksaanwijzing
KNOPPEN OP DE POLSUNIT Opmerking: Wanneer u kort op een knop drukt, heeft dit een ander effect dan wanneer u de knop ingedrukt houdt: • Normaal indrukken: Druk op de knop en laat deze weer los. • Langdurig indrukken: Houd de knop minimaal één seconde ingedrukt. Licht • De verlichting inschakelen. • Het menu Quick (Snel) weergeven (langdurig indrukken). • De knoppen ontgrendelen (langdurig indrukken). Stop • De functie stoppen, onderbreken of annuleren.
INHOUD Voor gebruikers van de RS200sd: De informatie over het gebruik van het product met de Polar S1™ loopsnelheid en afstandsensor is blauw weergegeven. 1. INLEIDING TOT DE POLAR RS200/RS200sd RUNNING COMPUTER ....................................................................................6 1.1 ONDERDELEN VAN HET PRODUCT ............................................................................................................................6 1.2 DE RUNNING COMPUTER VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKEN ..
5. LIMIETEN VOOR TRAININGSZONES ..................................................................................................................................58 5.1 OWNZONE-LIMIETEN ..............................................................................................................................................59 5.2 SPORTZONES VAN POLAR .......................................................................................................................................61 5.
1. INLEIDING TOT DE POLAR RS200/RS200sd RUNNING COMPUTER 1.1 ONDERDELEN VAN HET PRODUCT De verpakking van de Polar RS200 Running Computer bevat de volgende onderdelen: Polsunit Webservices van Polar Tijdens de training worden uw hartslag- en trainingsgegevens op de polsunit weergegeven en geregistreerd. Voer uw gebruikersgegevens in op de polsunit en analyseer de trainingsgegevens als u klaar bent. www.PolarRunningCoach.
1.2 DE RUNNING COMPUTER VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKEN Voer uw persoonlijke gegevens in de stand Basisinstellingen in (tijd, datum, eenheden en persoonlijke instellingen). Door persoonlijke gegevens nauwkeurig op te geven weet u zeker dat u de juiste feedback krijgt op basis van uw prestaties. Activeer de polsunit (die op dat moment een leeg scherm toont) door op een willekeurige knop te drukken. Op het display verschijnen cijfers en letters. 1. Druk op de rode knop.
Weight (Gewicht): Druk op / om het volgende in te stellen en de rode knop om de instelling te accepteren • kg/lb: uw gewicht aanpassen Opmerking: Druk op de knop Licht (langdurig indrukken) om de maateenheden te wijzigen. Height (Lengte): Druk op / om het volgende in te stellen en de rode knop om de instelling te accepteren • cm/ft,in: uw lengte aanpassen Opmerking: Druk op de knop Licht (langdurig indrukken) om de maateenheden te wijzigen.
2. TRAINEN 2.1 HARTSLAGMETING Als u uw hartslag wilt meten, moet u de borstband omdoen. 1. Bevochtig de delen van de band die de elektroden bevatten grondig met behulp van stromend water. 2. Bevestig het zendgedeelte aan de band. Plaats de letter L op het zendgedeelte naast het woord LEFT (Links) op de band en klik de sluiting dicht. Stel de lengte van het elastische bandje zo in dat de borstband strak maar comfortabel zit.
Gecodeerde hartslag transmissie Met de borstband wordt de hartslag gecodeerd, waardoor er een kleinere kans bestaat op interferentie van andere hartslagmeters die worden gebruikt door mensen bij u in de buurt. Houd de polsunit binnen het bereik van de borstband (één meter), zodat u er zeker van bent dat het zoeken naar de gecodeerde gegevens lukt, waardoor problemen bij de controle van uw hartslag worden voorkomen.
2.2 DE POLAR S1 LOOPSNELHEID EN AFSTANDSENSOR PLAATSEN Wanneer u de loopsnelheid en afstandsensor de eerste keer gebruikt, moet u de batterij in de sensor plaatsen. De batterij wordt bij het productpakket geleverd. U begint in dit geval op deze pagina met het hoofdstuk “De batterij voor de S1 loopsnelheid en afstandsensor monteren”. Controleer het energieniveau bij het vervangen van de batterij van de sensor. Hiertoe houdt u op de rode knop op de sensor ingedrukt.
1. 2. 3. 4. De S1 loopsnelheid en afstandsensor bevestigen aan uw schoen 1. Koppel de clip los van de houder van de loopsnelheid en afstandsensor door het rubbere lipje los te maken en de sensor van de clip los te maken. 2. Maak uw veters los en plaats de clip onder de veters, boven de tong van de schoen. Maak uw schoenveters vast. 3.
De Polar S1 loopsnelheid en afstandsensor kalibreren Kalibratie van de loopsnelheid en afstandsensor verbetert de nauwkeurigheid van snelheid/tempo en afstandmeting. Het wordt aanbevolen de loopsnelheid en afstandsensor te kalibreren bij het eerste gebruik, bij beduidende wijzigingen in uw loopstijl of wanneer de positie van de sensor beduidend wordt gewijzigd (bijvoorbeeld, wanneer u andere loopschoenen hebt aangeschaft).
Opmerkingen: • Voordat u begint met het registreren van de training kunt u de standaardtraining wijzigen in een andere soort training in de stand Settings (Instellingen). Selecteer Exercise (Training) in de stand Settings (Instellingen) met de rode knop en kies de gewenste training met de knoppen / . Bevestig uw keuze met de rode knop. Kies Select (Selecteren) met de rode knop. De running computer gaat automatisch terug naar de Standby-stand.
2.4 FUNCTIES TIJDENS DE TRAINING Tijdens uw training kunt u: Ronden opslaan en rondetijden weergeven Uw huidige hartslag weergeven (in slagen per minuut of als percentage van uw maximale hartslag) De totale duur van de training tot dan toe weergeven Bekijken hoeveel calorieën u hebt verbruikt tijdens de training Uw snelheid / tempo controleren.
Standaardweergaven op het display: De running computer biedt een gelijktijdige weergave van drie verschillende regels met loopinformatie. Tijdens uw training kunt u de volgende 5 standaardweergaven op het display bekijken bij het gebruik van de loopsnelheid en afstandsensor (slechts 3 weergaven wanneer u de loopsnelheid en afstandsensor niet gebruikt). Tijdens uw trainingssessie kunt u met de knoppen / gemakkelijk overschakelen naar een andere weergave.
Tijdens de training de op het display weergegeven informatie wijzigen: U kunt het display aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren met de weergave-instellingen. U bepaalt zelf welke weergavecombinatie u wilt zien. 1. Druk op Stop om naar het menu Stop te gaan. Tijdens het aanpassen van de weergave, wordt het registreren van de training onderbroken. 2. Selecteer Settings (Instellingen) met de knoppen / . Bevestig uw keuze met de rode knop. 3. Kies Display in het menu Settings (Instellingen).
U kunt inzoomen op de functies op het display om informatie beter te kunnen bekijken: Druk in de trainingsstand op de knop (langdurig indrukken). Er wordt ingezoomd op de middelste rij met informatie en in de bovenste rij wordt een definitie weergegeven van de desbetreffende functie. Als u nogmaals op de knop drukt (langdurig), worden er weer drie rijen weergegeven op het display. Opmerking: U kunt niet inzoomen op de grafieken van de trainingszone.
Lap time (rondetijd) geeft de verstreken tijd voor één ronde aan. De tussentijd is de verstreken tijd vanaf het begin van de training tot aan het moment waarop een rondetijd is vastgesteld (bijvoorbeeld vanaf het begin van de training tot het tijdstip waarop de vierde ronde werd geklokt). Opmerkingen: • Wanneer op de running computer nog minder dan 42 ronden kunnen worden opgeslagen, hoort u een geluidssignaal en wordt de tekst Memory Low (Onvoldoende geheugen) weergegeven op het display.
Training tijdelijk onderbreken: Druk op de knop Stop. De registratie van de training, de stopwatch en andere functies worden onderbroken. Als u wilt doorgaan, selecteert u Continue (Doorgaan) in het menu en drukt u op de rode knop. Tip: Wanneer u onderweg wilt stoppen om wat te drinken of voor een stoplicht komt te staan, dan kunt u de training pauzeren.
Instellingen wijzigen tijdens de training: Druk in de trainingsregistratiestand op de knop Stop. Selecteer Settings (Instellingen) met de knoppen / en bevestig uw keuze met de rode knop. Tijdens het aanpassen van de instellingen wordt de training gepauzeerd.
2.5 DE TRAINING BEËINDIGEN Druk op de knop Stop om de trainingsregistratie te onderbreken. Het menu Stop wordt weergegeven. De registratie van de training wordt tijdelijk onderbroken. Het menu Stop bevat de volgende vervolgmenu’s: Door te drukken op / kunt u door het menu lopen. Bevestig uw keuze met de rode knop. STOP MENU: Continue (Doorgaan) / Exit (Afsluiten) / Summary (Overzicht) / Settings (Instellingen) / Reset (Opnieuw instellen) • Continue (Doorgaan): Hiermee kunt u uw training voortzetten.
Summary (Overzicht): Wanneer u Summary (Overzicht) selecteert, wordt de volgende informatie weergegeven. U kunt door de informatie bladeren met de knoppen / of u kunt het bekijken van gegevens stoppen door te drukken op de knop Stop. Na de training wordt gedetailleerde trainingsinformatie in het bestand geplaatst. In het volgende hoofdstuk vindt u hierover meer informatie.
3. FILE (BESTAND) - GEREGISTREERDE GEGEVENS BEKIJKEN Na de training is het verstandig om de details van de trainingssessie door te nemen. Uw trainingsgegevens worden opgeslagen in File (Bestand). De gegevens worden alleen opgeslagen als de stopwatch langer dan één minuut is ingeschakeld of als minimaal één ronde is opgeslagen. Tip: U kunt uw trainingsgegevens overbrengen van uw running computer naar www.PolarRunningCoach.com voor verdere analyse. Zie pagina 70 voor meer informatie.
De onderstaande tabel toont het proces en de volgorde aan van het bekijken van de geregistreerde trainingsgegevens. Tijd in zones Snelheid/tempo Calorieën Druk op Stop om terug te gaan naar het hoofdscherm van Exercise (Training). NLD Druk Sportzones Druk op de rode knop Zone 1 Zone 2 Zone 3 Zone 4 Zone 5 Druk op Stop om terug te gaan naar het hoofdscherm van Sportzones.
De geregistreerde informatie wordt hieronder in detail op de displays weergegeven en beschreven. Druk op de rode knop om het Exercise menu (Trainingen) in te gaan. Bekijk de geregistreerde trainingsgegevens met de knoppen / . Druk na het bekijken van de informatie op de Stop knop om terug te keren naar het Exercise menu (Trainingen).
Geregistreerde trainingsgegevens Op het display verschijnt: • Tijd boven, binnen en onder trainingszone* Wisselend tussen: - verschillende zones en waarden Opmerking: De informatie wisselt automatisch op het display. * Wordt niet weergegeven als de trainingszones zijn uitgeschakeld. • Maximaal en gemiddeld tempo of maximale en gemiddelde snelheid, totale afstand Druk op de Licht knop (langdurig indrukken) om te wisselen tussen de snelheid en tempo waarden.
In het Exercise menu (Trainingen) drukt u op de knoppen / om het SportZones menu in te gaan. Daarna drukt u op de rode knop om het submenu van de SportZones in te gaan. Bekijk de geregistreerde informatie door te drukken op de knoppen / . Druk na het bekijken van de informatie op de Stop knop om terug te keren naar het SportZones menu. Geregistreerde trainingsgegevens Op het display verschijnt: • Sportzones Op het display ziet u de tijdsverdeling tussen de vijf sportzones van Polar.
Geregistreerde trainingsgegevens Op het display verschijnt: Vergelijk de informatie van de verschillende ronde met de knoppen / .
Geregistreerde trainingsgegevens Op het display verschijnt: • Rondenummer • Afstand van het begin van de trainingssessie tot het einde van de ronde • Rondeafstand Opmerkingen: • De laatste ronde wordt niet automatisch geselecteerd als beste ronde. Als u de laatste ronde wilt opslaan voordat u de trainingssessie beëindigt, gebruikt u de rode knop en niet de knop Stop om de ronde op te slaan (bijvoorbeeld, bij het bereiken van de eindstreep in een wedstrijd).
Wekelijkse trainingsgegevens • Verbrande calorieën • Kilometers of mijlen die u in totaal hebt gelopen • Tijd Druk op de rode knop om de volgende gegevens op te geven: • Totale duur van de verschillende sportzones (blader met de knoppen / ) • Wekelijkse trainingstijd doorgebracht in de Polar Sportzones Totals (Totalen) De totaalwaarden omvatten de cumulatieve waarden van gegevens die tijdens uw trainingssessies zijn geregistreerd.
3.
Totaalwaarden opnieuw instellen 1. Selecteer Totals (Totalen) in het menu File (Bestand) met de knoppen / . Druk op de rode knop. 2. Selecteer Reset Totals (Totalen opnieuw instellen) met de knoppen / en druk op de rode knop. 3. Kies die waarde die u opnieuw wilt instellen in het menu en bevestig uw keuze met de rode knop. • All (Alles) • Duration (Duur) • Calories (Calorieën) • Exe.Count (Aantal trainingssessies) • Distance (Afstand) 4. De tekst Reset... ? No / Yes (Opnieuw instellen...
4. SETTINGS (INSTELLINGEN) U kunt de instellingen van uw running computer bekijken of wijzigen in het menu Settings (Instellingen). Instellingen kunnen ook worden geconfigureerd en overgebracht naar uw running computer. Zie pagina 70 voor meer informatie. SETTINGS: (INSTELLINGEN): Exercise (Training) / Waarden instellen: • Selecteer een waarde of pas deze aan met de knoppen / . • De cijfers veranderen sneller als u de knoppen / ingedrukt houdt bij het aanpassen van de waarde.
4.1 EXERCISE SETTINGS (INSTELLINGEN VOOR TRAININGEN) Het trainen aan de hand van trainingszones biedt verschillende gezondheidsvoordelen. Zonetraining betekent dat een training is opgedeeld in 1 tot 3 zones voor uw hartslag, snelheid of tempo. Het einde van een zone wordt gemarkeerd met een timer. Het einde van een zone kan ook worden gemarkeerd met een afstand.
Uw running computer biedt drie soorten vooraf ingestelde zonetrainingen: Basic (Basis) Zone 1 Hartslag op sportzone 3 Geen timer / afstand Basistraining met gemiddelde intensiteit. Voorgestelde duur, bijvoorbeeld, 45 min. Interval Zone 1 Zone 2 Hartslag op sportzone 2 Hartslag op sportzone 4 Timer: 5 min. Timer: 3 min. Basis intervaltraining. Goed voor gebruikers die niet gewend zijn aan het uitvoeren van intervaltraining.
1. Druk in de stand Settings (Instellingen) op de rode knop en selecteer Exercise (Training) in het menu. Bevestig uw keuze met de rode knop. 2. Selecteer de gewenste training met de knoppen / . Druk op de rode knop. • Free (Vrij) (Geen vooraf ingestelde instellingen voor de training. U kunt elke gewenste training uitvoeren.) • Basic (Basis) • Interval (Interval) • OwnZone • Add new (Nieuw) (U kunt uw eigen training toevoegen.) 3.
Een training bekijken Met View (Bekijken) kunt u de voorgedefinieerde instellingen van de training controleren. 1. Selecteer in het menu Exercises (Trainingen) de gewenste training met de knoppen / . Druk op de rode knop om de keuze te bevestigen. 2. Kies View (Bekijken) in het menu met de knoppen / en bevestig uw keuze met de rode knop. 3.
Onderstaand diagram is een weergave van de volledige toevoegingsprocedure: Nieuwe training toegevoegd Trainingen Een nieuwe training toevoegen Aantal trainingszones Zones voor training instellen 1-3 zones 0 zones Type zone Type zone definiëren voor de training - Heart rate (Hartslag) - Speed/Pace (Snelheid/ tempo) Heart rate (Hartslag) Hartslaglimieten instellen voor de training - Sportzones van Polar - Manual (Handmatig) Sportzones van Polar De hartslaglimieten definiëren Zone-richtlijn / Type richtl
Aantal trainingszones • 0-3 (Controleer onderstaande informatie wanneer u 0 zones kiest.*) 3. Definieer het type zone voor de training (training op basis van hartslag of op basis van snelheid/tempo). Type zone • Heart Rate (Hartslag) • Als u Heart Rate (Hartslag) kiest als type zone geeft u aan of u de sportzones van Polar of de handmatige wilt gebruiken voor het controleren van uw hartslag. • SportZones (Sportzones) • Stel de sportzones van Polar in als de hartslagzones voor de training.
Zonerichtlijn • Timers • Zone 1 Timer (Timer voor zone 1): Stel de timer voor de zone in (minuten en seconden). • Distances (Afstanden) • Zone 1 Distance (Afstand voor zone 1): Stel de afstand voor de zone in (kilometers of mijlen, afhankelijk van de geselecteerde eenheid). • Off (Uit) • Schakel de timers en afstanden uit. Dit betekent dat er geen begeleiding is ingeschakeld voor het overschakelen van de ene zone naar de andere tijdens uw training. 5.
3. Stel in of u tijdens de trainingssessie een timer wilt horen (bijv. als herinnering om regelmatig te drinken) of stel een afstand in (bijv. voor volgende rondetijden zonder deze op te slaan). Guide type (Type richtlijn) • Timers • Geef aan hoeveel timers u voor de training wilt instellen. • Exercise Timer Count (Aantal timers voor training): 1-3 • Timer 1: Stel de minuten en seconden in voor de timer. • Distances (Afstanden) • Geef aan hoeveel afstanden u voor de training wilt instellen.
4.2 FEATURE SETTINGS (INSTELLINGEN VOOR FUNCTIES) Bij Features (Functies) kunt u verschillende functies instellen op de running computer. Deze functies helpen u om al het mogelijke uit uw training te halen.
Als u Calibrate (Kalibreren) kiest: Displayweergave: Calibration (Kalibratie) • Run (Lopen) • Manual (Handmatig) Druk op / om het volgende in te stellen en de rode knop om de instelling te accepteren / • de kalibratiemethode selecteren Kalibratie door te lopen: 1. Op het display wordt Calibration Distance 1.0 km (Kalibratieafstand 1,0 km) weergegeven. Pas de afstand aan die u wilt lopen om de loopsnelheid en afstandsensor te kalibreren en druk op de rode knop om uw keuze te bevestigen.
Handmatige kalibratie: Wanneer u de kalibratiefactor weet (bijvoorbeeld wanneer u pas de loopsnelheid en afstandsensor hebt gekalibreerd), dan kunt u de factor ook handmatig instellen. De kalibratiefactor wordt berekend als een verhouding tussen de werkelijke afstand en de niet-gekalibreerde afstand. Als u bijvoorbeeld 1200 meter hebt gelopen en op de running computer een afstand van 1180 meter wordt aangegeven, wordt de kalibratiefactor berekend als 1200/1180 = 1,017. 1.
Displayweergave: • • • • • -Touch (Hartslag) Show limits (Limieten weergeven) Take Lap (Ronde vastleggen) Change view (Weergave wijzigen) Light (Licht) Off (Uit) HR view (HF-weergave) • HR (HF) • HR% (HF%) SportZones • Onderlimieten voor zone Druk op / om het volgende in te stellen en de rode knop om de instelling te accepteren / • de functie selecteren (Functie) selected (geselecteerd) wordt weergegeven.
4.3 USER SETTINGS (GEBRUIKERSINSTELLINGEN) Door de juiste persoonlijke gegevens op te geven weet u zeker dat de functies in uw running computer zo nauwkeurig mogelijk werken. Het is belangrijk dat de waarden die u opgeeft, zo realistisch mogelijk zijn. USER: (GEBRUIKER): Weight (Gewicht) 1. Druk in de tijdstand op de knoppen / tot Settings (Instellingen) wordt weergegeven. Selecteer deze optie met de rode knop. 2.
Displayweergave: 6. Birthday (Geboortedatum) • Day / Month (Dag/Maand) • Month / Day (Maand/dag) • Year (Jaar) 7. Sex (Geslacht) • Male / Female (Man/Vrouw) 8. • • • • Activity (Activiteit) Top (Hoogst) High (Hoog) Moderate (Gemiddeld) Low (Laag) 9.
Displayweergave: Druk op / om het volgende in te stellen en de rode knop om de instelling te accepteren 10. VO2 max / • deze waarde wijzigen als u uw in het laboratorium gemeten huidige VO2max-waarde kent. De verwachte waarde of de laatst opgegeven waarde wordt op het display weergegeven als standaardinstelling. Opmerking: Zie de volgende pagina voor meer informatie over VO2max. • Houd de knop Stop ingedrukt om terug te keren naar de tijdstand.
Maximale zuurstofopname (VO2max) VO2max wordt gebruikt bij de schatting van het energieverbruik. VO2max is de maximale zuurstofopname waartoe uw lichaam in staat is tijdens een maximale inspanning. Deze is ook bekend als maximaal aëroob vermogen of maximale zuurstoftoevoer. VO2max wordt vaak gebruikt voor het bepalen van de aërobe (cardiovasculaire) conditie. De aërobe conditie geeft aan hoe goed uw cardiovasculaire systeem werkt bij de zuurstoftoevoer en de zuurstofopname in uw lichaam.
4.4 GENERAL SETTINGS (ALGEMENE INSTELLINGEN) U kunt de instellingen van uw running computer bekijken of wijzigen in de stand General Settings (Algemene instellingen). De functies in dit gedeelte helpen u om te gaan met de informatie op de running computer. GENERAL (ALGEMEEN): Sound (Geluid) / Keylock (Knopvergrendeling) / Help / Units (Maateenheden) / Language (Taal) / Sleep (Slaap) 1. Druk in de tijdstand op de knoppen / tot Settings (Instellingen) wordt weergegeven. Druk op de rode knop. 2.
Displayweergave: Druk op / om het volgende in te stellen en de rode knop om de instelling te accepteren 6. Help • On (Aan) / Off (Uit) / • de waarde selecteren Opmerking: Als de functie Help is ingeschakeld, wordt ondersteuningsinformatie weergegeven als hulp bij het gebruik van de functies. U wordt bijvoorbeeld geïnformeerd als de sensor signalen zijn gevonden. Help ondersteuningsinformatie assisteert u bij het gebruik van uw running computer. 7.
4.5 WATCH SETTINGS (HORLOGE-INSTELLINGEN) Wanneer u niet aan het trainen bent, kunt u uw running computer gewoon als horloge dragen. Volg de instructies in dit hoofdstuk om de horloge-instellingen te wijzigen. WATCH (HORLOGE): Event (Evenement) / Alarm / Time 1 (Tijd 1) / Time 2 (Tijd 2) / Time Zone (Tijdzone) / Date (Datum) NLD 4.5.1 EVENT (EVENEMENT) Een manier om de motivatie voor de training in stand te houden, is door een doelstelling voor een evenement in gedachten te houden.
Displayweergave: • Date (Datum) - Day / Month (Dag/maand) of - Month / Day (Maand/dag) Druk op / om het volgende in te stellen en de rode knop om de instelling te accepteren / • de datum van het evenement aanpassen (de notatie is afhankelijk van de ingestelde eenheden) • Rename (Naam wijzigen) / • de naam van het evenement wijzigen door letters te kiezen met de knoppen / en te bevestigen met de rode knop • Delete (Verwijderen) / • het evenement verwijderen • Houd de knop Stop ingedrukt om terug te ker
4. Ga als volgt te werk om de alarminstellingen te wijzigen: Displayweergave: 5. • • • • Alarm Off (Uit) Once (Eenmaal) Mon-Fri (ma-vr) Daily (Dagelijks) Druk op / om het volgende in te stellen en de rode knop om de instelling te accepteren / • alarmstand selecteren 6. AM / PM (voor 12-uursnotatie) / • AM of PM selecteren 7. Uren / • de uren aanpassen 8. Minuten / • de minuten aanpassen Het alarm werkt in alle standen behalve in de trainingsstand.
4.5.3 TIME ZONES (TIJDZONES) Als hulpmiddel bij het gebruiken van verschillende tijdzones kunt u twee tijdzones instellen op de running computer. 1. Druk in de tijdstand op de knoppen / tot Settings (Instellingen) wordt weergegeven. Druk op de rode knop. 2. Selecteer Watch (Horloge) met de knoppen / en bevestig uw keuze met de rode knop. 3. Selecteer Time 1 (Tijd 1) en bevestig uw keuze met de rode knop. 4.
In de tijdstand kunt u de tijdzone wijzigen door de knop Tijd 2 wordt gebruikt. ingedrukt te houden. Het nummer 2 naast de tijd geeft aan dat • Houd de knop Stop ingedrukt om terug te keren naar de tijdstand. 4.5.4 DATE (DATUM) De datum instellen: 1. Druk in de tijdstand op de knoppen / tot Settings (Instellingen) wordt weergegeven. Druk op de rode knop. 2. Selecteer Watch (Horloge) in het menu met de knoppen / en bevestig uw keuze met de rode knop. 3.
5. LIMIETEN VOOR TRAININGSZONES Tijdens een training leveren verschillende hartslagzones verschillende resultaten op met betrekking tot gezondheid en conditie. De voor u geschikte hartslagzones zijn afhankelijk van uw doelstelling en uw basisconditie. De running computer biedt drie manieren waarop u de trainingszones voor de hartslag kunt gebruiken: OwnZone, Polar Sportzones en handmatige limieten.
5.1 OWNZONE-LIMIETEN Limieten voor uw persoonlijke hartslagzone bepalen De running computer kan uw persoonlijke hartslagzone voor aërobe (cardiovasculaire) trainingen automatisch bepalen. Op de computer heet dit OwnZone (OZ). Hiermee weet u zeker dat u binnen veilige limieten traint. Voordat u uw persoonlijke hartslagzone bepaalt, controleert u eerst of: • Uw gebruikersinstellingen correct zijn ingevoerd • De OwnZone-training is geselecteerd.
Het bepalen van de persoonlijke hartslagzone verloopt in vijf fasen. Wandel één minuut in een rustig tempo. Zorg dat uw hartslag tijdens deze eerste fase onder de 100 slagen per minuut/50% HFmax blijft. Na elke fase hoort u een geluidssignaal (als de geluidsfunctie is ingeschakeld) en wordt het display automatisch verlicht (als u de verlichting eerder hebt ingeschakeld). Dit signaal geeft het einde van deze fase aan. Wandel één minuut in een normaal tempo.
5.2 SPORTZONES VAN POLAR U kunt ook sportzones van Polar gebruiken als hulpmiddel voor uw training. Deze sportzones geven een nieuw effectiviteitsniveau voor training die is gebaseerd op hartslag. De training wordt onderverdeeld in vijf sportzones. Deze verdeling is gebaseerd op percentages van uw maximale hartslag. Sportzones vormen een eenvoudige manier om de intensiteit van uw training te selecteren en in de gaten te houden.
In sportzone 2 wordt duurtraining uitgevoerd. Het lopen in deze zone omvat een lichte aërobe looptraining. Duurtraining is een essentieel onderdeel van het trainingsprogramma van elke hardloper. Duurtraining is eigenlijk de basis van elk trainingsplan. Training op lange duur in deze minder intensieve zone is effectief voor energieverbruik. Voor vorderingen bij duurtraining is volharding vereist. De aërobe conditie wordt verbeterd in sportzone 3.
Uw running computer begeleidt uw training met Polar Sportzones Met uw running computer kunt u op een gemakkelijke manier gebruikmaken van de sportzones. U kunt sportzones kiezen als trainingszones voor hartslag. U kunt timers of afstanden instellen om u eraan te herinneren dat u naar een andere zone moet overschakelen tijdens een training. U kunt de zone ook handmatig wijzigen. Zie het hoofdstuk “Instellingen voor trainingen” op pagina 35 voor meer informatie.
5.3 HANDMATIGE LIMIETEN In plaats van uw aanbevolen hartslagzone te bepalen met behulp van OwnZone of Polar Sportzones kunt u uw aanbevolen hartslaglimieten handmatig bepalen. Uw aanbevolen hartslagzone omvat een bereik tussen de onderlimiet en bovenlimiet voor uw hartslag die worden uitgedrukt als percentages van de maximale hartslag (HFmax) of als slagen per minuut. HFmax is het hoogste aantal hartslagen per minuut bij een maximale lichamelijke inspanning.
6. TEST - POLAR FITNESS TEST De Polar Fitness Test is een gemakkelijke, veilige en snelle manier om de individuele maximale aërobe conditie te schatten en om de verwachte maximale hartslag te bepalen. De Polar Fitness Test is bedoeld voor gezonde volwassenen. OwnIndex De OwnIndex is een waarde die vergelijkbaar is met de maximale zuurstofopname (VO2max) en die vaak wordt gebruikt voor het bepalen van de aërobe (cardiovasculaire) conditie.
Uw maximale hartslag kan wijzigen afhankelijk van uw conditie. Meestal neemt de HFmax-waarde af door regelmatige duurtraining. Ook kan er een variatie optreden afhankelijk van het type sport dat u doet. Zo geldt lopen HFmax > fietsen HFmax > zwemmen HFmax. Met HFmax-p kunnen wijzigingen in maximale hartslag als gevolg van training worden gevolgd, zonder dat een uitputtingstest nodig is.
De test beginnen Het duurt 3 tot 5 minuten om de test uit te voeren. 1. Selecteer in de tijdstand Test met de knoppen / . Druk op de rode knop. 2. Ga liggen en ontspan uzelf 1 tot 3 minuten voor de test. 3. Druk op Start met de rode knop. De running computer begint uw hartslag te zoeken. De tekst Fitness test starts in 5 sec (Fitnesstest begint over 5 sec) wordt weergegeven met uw hartslag. De test begint. De tekst Fitness Test Lay Down (Fitnesstest, ga liggen) wordt weergegeven. 4. Blijf ontspannen liggen.
De test onderbreken • U kunt de test op ieder gewenst moment beëindigen door op de knop Stop te drukken. Op het display wordt dan gedurende een paar seconden de tekst Fitness Test cancelled (Fitness Test geannuleerd) weergegeven. De vorige OwnIndex en HFmax-p worden niet vervangen. In het menu Trend ziet u de ontwikkeling van de OwnIndexwaarde. Het menu Trend bevat 16 van de meest recente OwnIndexwaarden. In het menu HR max-p (HFmax-p) kan de functie worden in- of uitgeschakeld.
Fitheidsklasse Het resultaat van de Polar Fitness Test - in de vorm van de OwnIndex - is het meest zinvol als u de individuele waarden en de veranderingen hierin vergelijkt. De OwnIndex kan ook op basis van geslacht en leeftijd worden geïnterpreteerd. Raadpleeg uw OwnIndex in de volgende tabel om te zien tot welke aërobe (cardiovasculaire) fitheidsklasse u behoort in vergelijking tot anderen van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht.
7. GEGEVENSOVERDRACHT 7.1 INSTELLINGEN BEWERKEN MET EEN COMPUTER Met uw running computer hebt u de mogelijkheid de instellingen van uw polsunit te bewerken op een computer. Tevens kunt u het display van uw running computer aan uw voorkeuren aanpassen door logo’s te downloaden. Hiervoor hebt u het hulpprogramma Polar UpLink™ nodig. U kunt dit programma downloaden vanaf www.polar.fi of www.PolarRunningCoach.com.
7.2 UW TRAININGSGEGEVENS NAAR HET LOGBOEK OP HET WEB OVERDRAGEN De Polar Running Coach is een geavanceerde webservice die speciaal is ontwikkeld om u te helpen bij het bereiken van uw trainingsdoelen. Hier kunt u zich kosteloos registreren, waarna u toegang krijgt tot een persoonlijk trainingsschema, een logboek, tests en tabellen, handige artikelen en nog veel meer. U kunt toegang krijgen tot deze webservice en het registratieproces starten op www.PolarRunningCoach.com.
8. ZORG EN ONDERHOUD Net als met elk ander elektronisch instrument dient u met de Polar Running Computer zorgvuldig om te gaan. De onderstaande aanwijzingen helpen u om te handelen in overeenstemming met de garantievoorwaarden en om nog vele jaren plezier te hebben van dit product. Onderhoud van de Polar Running Computer Service • Berg de polsunit en de borstband op een koele, droge plaats op.
Opmerking: • De verlichting en het geluid van de polsunit worden wordt weergegeven. automatisch uitgeschakeld wanneer Het geluid van het horloge-alarm werkt echter wel als u het werd horloge-alarm hebt geactiveerd voordat het symbool zal ook verdwijnen van het weergegeven. Het alarm symbool display. • Onder koude omstandigheden kan het symbool voor een bijna verschijnen, maar dit verdwijnt weer bij een lege batterij normale temperatuur. • Na service door onbevoegden wordt waterdichtheid niet gegarandeerd.
WearLink Batterij De verwachte levensduur van de batterij van de borstband is 2 jaar (1 uur/dag, 7 dagen/week). Als de borstband niet meer werkt, kan dat worden veroorzaakt door een lege batterij. Om de batterij te vervangen, hebt u een muntstuk nodig, een afsluitring en een batterij (CR 2025). 2. 3. 4. 5. 6. 74 1. Open het afsluitklepje van de batterijhouder in het zendgedeelte door het met een muntstuk tegen de klok in van de stand CLOSE naar OPEN te draaien.
9. VEILIG GEBRUIK VAN DE RUNNING COMPUTER Polar Running Computer en Interferentie Storing Elektromagnetische interferentie In de ongecodeerde modus ontvangt de polsunit borstbandsignalen op binnen een straal van 1 meter (3 voet). Gelijktijdige ongecodeerde signalen afkomstig van meerdere borstbanden kunnen onjuiste lezing veroorzaken.
• De S1 loopsnelheid en afstandsensor kan gebruikt worden in vochtige omgevingen, inclusief wanneer het regent, maar is niet geschikt voor het gebruik onder water. Het is belangrijk om te weten hoe uw lichaam tijdens het sporten reageert. Als u tijdens het sporten plotseling pijn voelt of u uitzonderlijk moe voelt, is het raadzaam om te stoppen of op een lager inspanningsniveau door te gaan.
10. VEELGESTELDE VRAGEN Wat moet ik doen als... ...ik niet weet waar ik mij bevind in het menu? Houd de knop Stop ingedrukt totdat de tijdweergave op het display verschijnt. ...de knoppen niet reageren? Stel de polsunit terug op de oorspronkelijke waarden door gedurende twee seconden op alle vier de knoppen te drukken. Stel na het terugstellen van de waarden in de basisinstellingen de tijd en datum in. De overige instellingen zijn bewaard gebleven.
Of 1. Houd de borstband 30 seconden lang van uw borst af. Houd afstand van uw trainingspartner. 2. Bevestig de borstband weer en houd de polsunit dicht bij het Polar logo op de borstband op uw borst. De polsunit zoekt opnieuw het hartslagsignaal. Vervolg uw trainingssessie op normale wijze. wordt weergegeven? ...als het symbool Het eerste teken dat de batterij bijna leeg is, is dat verschijnt ten teken dat de batterij bijna leeg is. Voor meer informatie zie pagina 72.
11. TECHNISCHE SPECIFICATIES De Polar Running Computer geeft een indicatie van uw prestaties en helpt u bij het realiseren van uw persoonlijke trainingsdoelen. De computer geeft tijdens uw training het niveau van de lichamelijke belasting en de inspanning aan. Geen andere toepassing is beoogd. De waterdichtheid van de Polar producten is getest volgens de Internationale Standaard ISO 2281. De producten zijn onderverdeeld in drie categorieën van waterdichtheid.
POLSUNIT Levensduur batterij: Gemiddeld 2 jaar bij normaal gebruik (1 uur per dag, 7 dagen per week) Type batterij: CR 2032 Gebruikstemperatuur: -10 °C tot +50 °C Materiaal polsbandje: Polyurethaan Materiaal achterklepje en polsbandgesp: Roestvast staal dat voldoet aan EU-richtlijn 94/27/EU en het bijbehorende amendement 1999/C 205/05 inzake het vrijkomen van nikkel uit producten die bedoeld zijn voor een direct en langdurig contact met de huid.
12. INTERNATIONALE GARANTIE • Deze beperkte internationale Polar garantie is uitgevaardigd door Polar Electro Inc. voor klanten die dit product in de VS of Canada hebben aangeschaft. Deze beperkte internationale Polar garantie is uitgevaardigd door Polar Electro Oy voor klanten die dit product in andere landen hebben aangeschaft. • Polar Electro Inc./Polar Electro Oy biedt de oorspronkelijke gebruiker/koper van dit product garantie tegen materiaalen productiefouten gedurende 2 jaar na de aankoopdatum.
13. AANSPRAKELIJKHEID • De gegevens in deze gebruiksaanwijzing dienen uitsluitend ter informatie. De hierin beschreven producten kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd in verband met het voortdurende ontwikkelingsprogramma van de fabrikant. • Polar Electro Oy geeft geen garanties voor deze gebruiksaanwijzing of de hierin beschreven producten.
Manufactured by Polar Electro Oy Professorintie 5 FIN-90440 KEMPELE Tel +358 8 5202 100 Fax +358 8 5202 300 www.polar.