Operation Manual
11. NIEUWE ACCESSOIRE GEBRUIKEN
Als u een nieuwe accessoire in gebruik neemt, dient deze bij de trainingscomputer aangemeld te worden.
Dit wordt koppelen genoemd en duurt slechts enkele seconden. Zo wordt gewaarborgd dat uw
trainingscomputer alleen signalen van uw accessoire ontvangt, waardoor u storingsvrij kunt trainen in een
groep.
Nieuwe snelheidssensor koppelen aan trainingscomputer
Zorg dat de snelheidssensor correct gemonteerd is. Zie de gebruiksaanwijzing van de snelheidssensor of
video-instructies op http://www.polar.fi/en/support/video_tutorials voor meer informatie over het monteren
van de snelheidssensor.
1. Kies Menu > Settings (Instellingen) > Sport profiles (Sportprofielen) > Cycling (Bike 1) (Fietsen – Fiets
1) > Bike 1 settings (Instellingen fiets 1) > Speed sensor (Snelheidssensor) > Search new (Nieuwe
zoeken) en druk op OK.
2. Press OK to start the test drive (Druk op OK om de test te starten) verschijnt.
3. Druk op OK en Searching for new speed sensor (Nieuwe snelheidssensor zoeken) verschijnt. De
trainingscomputer begint naar het signaal van de snelheidssensor te zoeken. Draai het wiel enkele malen
rond om de sensor te activeren. Het knipperende rode licht geeft aan dat de sensor geactiveerd is.
4. Als de nieuwe snelheissensor is herkend, verschijnt Speed sensor is found (Snelheidssensor gevonden).
De koppeling is voltooid.
5. Als het zoeken geen resultaat oplevert, verschijnt Speed sensor not found (Snelheidssensor niet
gevonden) of Other speed sensors interfering. Move further. (Storing door andere snelheidssensoren.
Verplaats u.)., Try again? YES / NO (Opnieuw proberen? Ja/Nee) verschijnt.
6. Kies YES (Ja) om opnieuw te gaan zoeken.
7. Kies NO (Nee) om het zoeken te staken.
8. Houd de knop TERUG even ingedrukt om terug te gaan naar de tijdweergave.
Nieuwe trapfrequentiesensor koppelen aan trainingscomputer
Zorg dat de trapfrequentiesensor correct gemonteerd is. Zie de gebruiksaanwijzing van de
trapfrequentiesensor of video-instructies op http://www.polar.fi/en/support/video_tutorials voor meer
informatie over het monteren van de trapfrequentiesensor.
1. Kies Menu > Settings (Instellingen) > Sport profiles (Sportprofielen) > Cycling (Bike 1) (Fietsen – Fiets
1) > Bike 1 settings (Instellingen fiets 1) > Cadence sensor (Trapfrequentiesensor) > Search new
(Nieuwe zoeken) en druk op OK.
2. Press OK to start the test drive (Druk op OK om de test te starten) verschijnt.
3. Druk op OK en Searching for new cadence sensor (Nieuwe trapfrequentiesensor zoeken) verschijnt. De
trainingscomputer begint naar het signaal van de trapfrequentiesensor te zoeken. Draai het wiel enkele
malen rond om de sensor te activeren. Het knipperende rode licht geeft aan dat de sensor geactiveerd is.
4. Als de nieuwe trapfrequentiesensor is herkend, verschijnt Cadence sensor is found
(Trapfrequentiesensor gevonden). De koppeling is voltooid.
5. Als het zoeken geen resultaat oplevert, verschijnt Cadence sensor not found (Trapfrequentiesensor niet
gevonden) of Other cadence sensors interfering. Move further. (Storing door andere
trapfrequentiesensoren. Verplaats u.)., Try again? YES / NO (Opnieuw proberen? Ja/Nee) verschijnt.
6. Kies YES (Ja) om opnieuw te gaan zoeken.
7. Kies NO (Nee) om het zoeken te staken.
8. Houd de knop TERUG even ingedrukt om terug te gaan naar de tijdweergave.
Nieuwe GPS sensor koppelen aan trainingscomputer
Zorg dat de GPS sensor correct en rechtopstaand is bevestigd, en dat u de GPS sensor om dezelfde arm
draagt als uw trainingscomputer. Zorg dat de GPS sensor is ingeschakeld. Zie de gebruiksaanwijzing van
de GPS sensor voor meer informatie over het instellen van de GPS sensor.
1. Kies Menu > Settings (Instellingen) > Sport profiles (Sportprofielen) > Running (Hardlopen) > GPS
NEDERLANDS
44 Nieuwe accessoire gebruiken










