Operation Manual
Zie Nieuwe accessoire (pagina 40) voor meer informatie over het koppelen van een nieuwe sensor aan de
trainingscomputer.
Hartslaginstellingen
Kies MENU > INSTELLINGEN > Hartslaginstellingen om de hartslaginstellingen weer te geven en te wijzigen.
• ZoneOptimizer: Kies Aan of Uit.
• Hartslagweergave: Kies Hartslagen per minuut (hsm) of Percentage van maximum.
• Vergrendeling hartslagzone : kies Vergrendeling hartslagzoneUIT , of vergrendel een van de zones
afzonderlijk door Zone 1, Zone 2, Zone 3, Zone 4 of Zone 5 te kiezen. Zone X vergrendeld verschijnt.
• Sportzones: Hartslaglimieten zone 1, 2, 3, 4 en 5 instellen. Zie Polar sportzones (pagina 44) voor meer
informatie over sportzones.
Voordat u de zonelimieten wijzigt, moet u de ZoneOptimizer-functie uitschakelen. Schakel ZoneOptimizer
uit om zones te wijzigen verschijnt. ZoneOptimizer uitschakelen? JA/NEE? Kies JA. ZoneOptimizer uit
verschijnt. U kunt beginnen met het wijzigen van de zone limieten.
Instellingen van de gebruikersgegevens
Voer nauwkeurige gebruikersgegevens in om van uw trainingscomputer de juiste feedback te krijgen over
uw prestaties.
Om de instellingen van de gebruikersgegevens te bekijken of te wijzigen kiest u MENU > Instellingen >
Gebruikersinformatie > GEBRUIKERSINFO. Blader door de keuzemogelijkheden met UP/DOWN
(Omhoog/Omlaag) en bevestig de waarde met START.
• Gewicht: Stel uw gewicht in kilogrammen (kg) of pounds (lbs) in.
• Lengte: Voer uw lengte in centimeters (cm) of (als u Engelse eenheden kiest) in voet in
• Geboortedatum: Voer uw geboortedatum in. De volgorde van de datumweergave hangt af van de gekozen
tijd- en datumnotatie (24u: dag - maand - jaar / 12u: maand - dag - jaar).
• Geslacht: Kies Man of Vrouw.
• Activiteitenniveau: Kies Laag (0-1 u/week), Gemiddeld (1-3 u/week), Hoog (3-5 u/week) of Top (5+
u/week)
Het activiteitenniveau is een indicatie van het niveau van uw lichamelijke activiteit. Kies de optie die de
algemene hoeveelheid en intensiteit van uw lichamelijke activiteiten over de laatste drie maanden het best
beschrijft. Uw activiteitenniveau wordt gebruikt om uw energieverbruik te berekenen.
• Top (5+ u/week). U verricht minstens vijf keer per week zware lichamelijke inspanning, of u traint om
prestaties te verbeteren voor wedstrijddoeleinden.
• Hoog(3-5 u/week): U verricht minstens 3 keer per week zware lichamelijke inspanning, u loopt
bijvoorbeeld 20 tot 50 km of 12 tot 31 mijl per week of besteedt 3 tot 5 uur per week aan
vergelijkbare lichamelijke activiteiten.
• Gemiddeld(1-3 u/week): U sport geregeld op recreatief niveau, u loopt bijvoorbeeld 5 tot 10 km of 3
tot 6 mijl per week, of u besteedt 1 tot 3 uur per week aan vergelijkbare lichamelijke activiteiten, of uw
werk vraagt een gemiddelde hoeveelheid lichamelijke inspanning.
• Laag (0-1 u/week: U doet niet regelmatig aan sport in clubverband of sport niet regelmatig met een
hoge inspanning; u wandelt bijvoorbeeld alleen voor uw plezier, of traint af en toe hard genoeg zodat u
zwaar ademhaalt of transpireert.
• Maximale hartslag: Voer uw maximale hartslag in als uw maximale hartslag klinisch is bepaald. Als u deze
waarde voor het eerst invoert, wordt standaard de maximale hartslag weergegeven die voor uw leeftijd
verwacht wordt (220–leeftijd). Zie Maximale hartslag (HF
max
) voor meer informatie.
• OwnIndex(VO
2max
): Voer uw OwnIndex (VO
2max
-waarde) in. Zie OwnIndex voor meer informatie.
Maximale hartslag (HF
max
)
HF
max
wordt gebruikt voor een schatting van het energieverbruik. HF
max
is het hoogst aantal hartslagen per
minuut bij een maximale lichamelijke inspanning. HF
max
is tevens handig bij het bepalen van de
trainingsintensiteit. De meest nauwkeurige manier om uw HF
max
te bepalen, is via een maximale
inspanningstest in een laboratorium.
NEDERLANDS
34 Instellingen










