Operation Manual

4. De trainingscomputer zoekt naar de signalen van de GPS-satelliet of de sensor
2. Ga naar buiten en uit de buurt van hoge gebouwen en bomen om de
signalen van de GPS-satelliet op te vangen.
Draag de trainingscomputer met de voorkant naar boven om uw pols.
Houd de trainingscomputer in horizontale positie vóór u en op afstand
van uw borst (zie onderstaande afbeelding). Houd uw arm stil tijdens
het zoeken en houd hem hoger dan uw borst.
Beweeg uw arm niet tijdens het zoeken. Blijf stilstaan!
Blijf stil staan op dezelfde positie totdat de trainingscomputer de
satellietsignalen gevonden heeft (er klinkt een alarm en er verschijnt
een vinkje op de arm van de afbeelding zodra het signaal gevonden
is).
In gunstige omstandigheden vergt de eerste ontvangst van
satellietsignalen meestal 30-60 seconden.
3. Het vinkje geeft aan dat het sensorsignaal gevonden is. In deze
afbeelding heeft de trainingscomputer de signalen van de
hartslagsensor en het GPS-signaal gevonden. De trainingscomputer
bepaalt uw locatie en markeert deze als uw startpunt.
Voor een goede werking van de functie Terug naar startpunt
(pagina 23) is nauwkeurige informatie over het startpunt vereist.
Als de trainingscomputer geen sensorsignaal vindt, verschijnt een
driehoek met een uitroepteken op het display.
5. Start de registratie van de trainingssessie
1. Als de trainingscomputer alle sensorsignalen gevonden heeft, drukt u
op START. Registratie gestart verschijnt en u kunt beginnen met uw
training.
Tijdens de trainingsregistratie kunt u de trainingsweergave wijzigen
door met UP/DOWN (Omhoog/Omlaag) te bladeren. Houd LIGHT
(Licht) ingedrukt om het SNELMENU te openen als u de instellingen
wilt wijzigen zonder de trainingsregistratie te stoppen. Zie Snelmenu
(pagina 35) voor meer informatie.
NEDERLANDS
Training 15