Operation Manual

19
1. Begin met de SET-functie op het display. Druk op
SET/START/ STOP om te beginnen met het instellen.
Op het display wordt de aanduiding USER
weergegeven.
2. Druk op MODE om verder te gaan met het instellen.
De aanduiding O.Z. wordt weergegeven.
De instelling ON/OFF knippert.
3. Druk op
/LIGHT om OFF te kiezen voor de OwnZone.
4. Druk op MODE om verder te gaan naar de zelf
gedefinieerde inspanningszone.
Op het display wordt de aanduiding LIMIT
weergegeven.
De waarden voor de boven- en onderlimiet
knipperen.
5. Druk op SET/START/STOP om te beginnen met het
instellen van de limieten voor de inspanningszone.
De waarde voor de bovenlimiet knippert en kan
worden aangepast.
6. Druk op
/LIGHT om de waarde te veranderen.
De cijfers veranderen sneller wanneer u de knop
/LIGHT ingedrukt blijft houden. Laat de knop los
wanneer de gewenste waarde wordt weergegeven.
7. Druk op SET/START/STOP om uw keuze vast te leggen.
De waarde voor de onderlimiet begint te knipperen.
8. Druk op
/LIGHT om de gewenste waarde in te stellen.
9. U heeft uw inspanningszone nu met de hand ingesteld.
Druk op MODE.
De beide limieten knipperen.
10. Druk op MODE om verder te gaan.
De hoogst mogelijke waarde voor de bovenlimiet is
240. Wanneer de onderlimiet gelijk wordt aan de
bovenlimiet, krijgt de onderlimiet automatisch de
waarde 10, de laagste mogelijke instelling.