Polar CS200™ Gebruiksaanwijzing
SNEL VAN START MET DE CS200 / CS200cad Functie Files: Gedetailleerde gegevens over de laatste trainingssessies weergeven. RECHTS MIDDEN Functie Exercise: Weergave en registratie van uw trainingsgegevens zoals uw hartslag, snelheid en afstand. Functie Totals: Langetermijngegevens over trainingen weergeven. Functie Settings: Tijd en en andere instellingen wijzigen. Functie Connect: Instellingen overbrengen van pcnaar fietscomputer en trainingsgegevens naar het web verzenden.
KNOPPEN Opmerking: Wanneer u kort op een knop drukt, heeft dit een ander effect dan wanneer u de knop ingedrukt houdt: • Normaal indrukken: Druk op de knop en laat deze weer los. • Langdurig indrukken: Houd de knop minimaal één seconde ingedrukt. Langdurig indrukken gebruikt u bij snelstart-opties. Deze worden beschreven bij de hoofdfuncties. LINKS • De registratie van de training stoppen of pauzeren. • De functie annuleren. • Het menu afsluiten en terugkeren naar het vorige menuniveau.
INHOUD De informatie over het gebruik van het product met de trapfrequentiesensor wordt blauw weergegeven. 1. INLEIDING TOT DE POLAR FIETSCOMPUTER ......................................................................................................................7 1.1 PRODUCTONDERDELEN ............................................................................................................................................7 1.2 DE FIETSCOMPUTER VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKEN .............................
1. INLEIDING TOT DE POLAR FIETSCOMPUTER 1.1 PRODUCTONDERDELEN De verpakking van de Polar Fietscomputer bevat de volgende onderdelen: Fietscomputer Tijdens de training worden uw hartslag- en trainingsgegevens op de fietscomputer weergegeven en geregistreerd. Voer uw persoonlijke instellingen in en analyseer de trainingsgegevens na uw sessie. Polar Bike Mount™ Zet de stuurhouder vast op de fiets en bevestig de fietscomputer hieraan.
Displayweergave Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren • Hours RECHTS • Stel het aantal uren in.* MIDDEN • Minutes RECHTS • Stel het aantal minuten in.* MIDDEN RECHTS • Stel de dag (in 24-uurs notatie) of de maand (in 12-uurs notatie) in.* MIDDEN • Month / Day RECHTS • Stel de maand (in 24-uurs notatie) of de dag (in 12-uurs notatie) in.* MIDDEN • Year RECHTS • Stel het jaar in.* MIDDEN 4.
Displayweergave Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren 9. Sex Male / Female RECHTS • Geef aan of u een man of vrouw bent. MIDDEN • Settings done wordt weergegeven. • Als u de instellingen wilt wijzigen, drukt u op de LINKERKNOP totdat de gewenste instelling wordt weergegeven. • Als u de instellingen wilt accepteren, drukt u op de MIDDELSTE knop, hierna komt u in de functie Time.
1.3.2 SNELHEIDSSENSOR Voor het installeren van de snelheidssensor en de spaakmagneet hebt u een mesje en een kleine schroevendraaier nodig. 1. Bevestig de snelheidssensor (B) aan de voorvork van uw fiets, tegenovergesteld van de bevestigde fietscomputer(A). De afstand tussen de snelheidssensor en de fietscomputer mag niet meer dan 30-40 cm/1’-1’3’’ zijn.
1.3.3 TRAPFREQUENTIESENSOR Voor het installeren van de trapfrequentiesensor en de crankmagneet hebt u een mesje nodig. 1. max 80 cm / 2’6’’ 2 A. 1. Zoek een geschikte plaats voor de trapfrequentiesensor op de diagonale buis van het frame. De afstand tussen de sensor en de bevestigde fietscomputer mag maximaal 80 cm zijn. De sensor kan ook bevestigd worden op de zadelpen. 2.
1.4 UW BORSTBAND DRAGEN Gecodeerde hartslagtransmissie verkleint de kans op interferentie van andere hartslagmeters die worden gebruikt door mensen bij u in de buurt. Houd de fietscomputer binnen het bereik van de borstband (één meter), zodat u er zeker van bent dat het zoeken naar de gecodeerde gegevens lukt, waardoor problemen bij de controle van uw hartslag worden voorkomen.
• Als uw hartslag niet wordt weergegeven en 00 op het display verschijnt, wordt uw hartslag niet langer waargenomen. Houd de fietscomputer dicht bij het Polar logo op de borstband om ervoor te zorgen dat uw hartslag weer wordt waargenomen. U hoeft hierbij niet op een knop te drukken. • Als u OwnZone® hebt geselecteerd, wordt de procedure voor de bepaling van uw hartslagzone gestart. Zie het gedeelte OwnZone op pagina 42 voor meer informatie.
Gemiddelde snelheid (Avg) toe- of afgenomen. 2. en geeft aan of de snelheid gedurende de laatste minuut is Trapfrequentie Hartslag Kilocalorieën die u tot nu toe hebt verbrand. Het totale calorieverbruik wordt bijgehouden vanaf het moment dat uw hartslag wordt weergegeven. 3. Stopwatch (trainingsduur). Trapfrequentie Hartslag 4. Geschatte aankomsttijd. Als de functie voor de afgelegde afstand is uitgeschakeld, wordt in plaats hiervan de snelheid weergegeven.
Target Zone Alarm: Met het Target Zone Alarm kunt u ervoor zorgen dat u traint met de juiste intensiteit. Als de limieten voor deze zone zijn ingeschakeld, klinkt een alarmsignaal zodra uw hartslag boven of onder de limiet komt. U kunt de limieten instellen in het menu Settings/Limits SET. Zie pagina 40 voor meer informatie. Als uw hartslag buiten de aanbevolen zone valt, begint de waarde voor uw hartslag te knipperen en geeft de fietscomputer bij elke hartslag een geluidssignaal.
2.3 DE TRAINING BEËINDIGEN EN HET OVERZICHTSBESTAND BEKIJKEN 1. Druk op de LINKERKNOP om de registratie van de training te onderbreken. Paused wordt weergegeven. 2. Druk op de LINKERKNOP. Summary FILE verschijnt, waarna automatisch de volgende gegevens achtereenvolgens worden weergegeven: Geregistreerde trainingsgegevens Duur van de geregistreerde training. Gemiddelde hartslag. Limits Hartslaglimieten die tijdens de training worden gebruikt (indien ingesteld).
3. HET BESTAND MET GEREGISTREERDE GEGEVENS BEKIJKEN In het trainingsbestand kunt u uw fietsgegevens en prestaties bekijken die tijdens een trainingssessie zijn verzameld. De gegevens worden in een bestand opgenomen zodra u de registratie hebt gestart door op de MIDDELSTE knop te drukken of als u de functie AutoStart hebt ingeschakeld. Uw trainingsgegevens worden alleen opgeslagen als de stopwatch langer dan één minuut is ingeschakeld of als minimaal één ronde is opgeslagen. 3.
Geregistreerde trainingsgegevens RideTime Tijd dat u daadwerkelijk hebt gefietst. LAPS Aantal ronden tijdens de training. Opmerking: Rondegegevens worden weergegeven als u tijdens de training minimaal één ronde hebt geregistreerd. 6. Druk op de MIDDELSTE knop als u de snelste ronde wilt bekijken. De gegevens voor de snelste ronde worden weergegeven: Snelste ronde. Nummer van de snelste ronde. 7. Blader door de ronden met de RECHTERKNOP.
3.2 BESTANDEN EEN VOOR EEN VERWIJDEREN U kunt geheugen vrijmaken door bestanden te verwijderen. Als een bestand eenmaal is verwijderd, kunt u het niet meer ophalen. Druk in de functie Time op de RECHTERKNOP. FILES wordt weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop. Gebruik de RECHTERKNOP totdat Delete FILES wordt weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop. Gebruik de RECHTERKNOP om door de bestanden te bladeren. Druk u op de MIDDELSTE knop om het bestand dat u wilt verwijderen te selecteren .
Totaalwaarden Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend. Afwisselend worden de cumulatieve afstand, de datum vanaf wanneer de cumulatieve waarden worden berekend en de cumulatieve waarden voor zowel fiets 1 als fiets 2 weergegeven. Opmerking: Met de odometer wordt de cumulatieve afstand gemeten en deze kan alleen via de UpLink op nul worden teruggezet. Zie pagina 55 voor meer informatie. 155 NEDERLANDS Totaalwaarden Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend.
Totaalwaarden Datum waarop de waarde is bijgewerkt. Maximale trapfrequentie tijdens de periode. Datum vanaf wanneer cumulatieve waarden worden berekend. Cumulatieve waarde voor de tijd dat u daadwerkelijk hebt gefietst. • Houd de LINKERKNOP ingedrukt als u naar de functie Time wilt terugkeren.
5. INSTELLINGEN U kunt de instellingen bekijken of wijzigen in het menu Settings. Tip: Instellingen kunnen tevens worden geconfigureerd met het hulpprogramma Polar UpLink™ en vervolgens van de computer worden verzonden naar de fietscomputer. Zie pagina 55 voor meer informatie.
5.2 TIMERINSTELLINGEN (TIMER SET) De fietscomputer bevat twee timers die afwisselend worden weergegeven. Beide timers zijn actief tijdens de registratie van de training. Tip: Gebruik de timers bijvoorbeeld als herinnering om regelmatig te drinken of als hulpmiddel tijdens een intervaltraining, zodat u weet wanneer u moet overschakelen van een intensieve naar een minder intensieve interval en andersom. 1. 2. 3. 4. Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven.
4. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit: Displayweergave Druk op de RECHTERKNOP om de knipperende waarde in te stellen Druk op de MIDDELSTE knop om de waarde te accepteren 5. TYPE Manual / OwnZone / Off RECHTS • Selecteer Manual, OwnZone (waarmee uw persoonlijke hartslagzone automatisch wordt bepaald) of Off. MIDDEN (Sla stap 6-8 over als u de functie hebt uitgeschakeld). 6.
Uw persoonlijke hartslagzone moet in de volgende gevallen opnieuw worden bepaald: • U verandert van trainingsomgeving of voert een ander soort training uit. • U begint weer met trainen nadat u meer dan een week niets hebt gedaan. • U voelt zich aan het begin van de training niet helemaal fit. U bent bijvoorbeeld gespannen of voelt zich niet helemaal lekker. • U hebt uw instellingen gewijzigd. 1. Druk tijdens de functie Time op de MIDDELSTE knop. Het OwnZone-symbool wordt weergegeven.
5.4 FIETSINSTELLINGEN (BIKE SET) U kunt twee fietsvoorkeuren instellen voor de fietscomputer. Configureer de instellingen voor beide fietsen. Selecteer fiets 1 of 2 wanneer u met de registratie van de training begint. Voor beide fietsen kunt u de volgende opties instellen: • AutoStart on/off • Cadence on/off • Wheel Met de functie AutoStart wordt de training automatisch gestart of gestopt wanneer u respectievelijk begint of stopt met fietsen.
U heeft de volgende mogelijkheden om achter het formaat van uw wiel te komen*: METHODE 1. Kijk op het wiel van uw fiets en onderzoek of de diameter op het wiel gedrukt staat. In onderstaand overzicht vindt u de wieldiameter in inches of in ETRTO en de wielmaat in millimeters in de rechterkolom. ETRTO Wiel diameter (inches) Wielmaat instelling (mm) 25-559 23-571 35-559 37-559 47-559 20-622 52-559 23-622 25-622 28-622 32-622 42-622 47-622 26 x 1.0 650 x 23C 26 x 1.50 700 x 35C 26 x 1.95 700 x 20C 26 x 2.
5.5 HORLOGE-INSTELLINGEN (WATCH SET) In het menu Watch Set kunt u de tijd- en datuminstellingen wijzigen. 1. 2. 3. 4. Druk in de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven. Druk op de RECHTERKNOP totdat Watch SET wordt weergegeven. Ga verder door op de MIDDELSTE knop te drukken en voer onderstaande stappen uit: Displayweergave 5.
5.6 PERSOONLIJKE GEGEVENS INSTELLEN (USER SET) Wanneer u uw persoonlijke informatie invoert, wordt het calorieverbruik zo nauwkeurig mogelijk gemeten. 1. 2. 3. 4. Druk tijdens de functie Time op de RECHTERKNOP totdat SETTINGS wordt weergegeven. Druk op de MIDDELSTE knop. Cycling SET wordt weergegeven. Druk op de RECHTERKNOP totdat User SET wordt weergegeven.
Maximale hartslag (HFmax) HFmax wordt gebruikt bij de schatting van het energieverbruik. HFmax is het hoogste aantal hartslagen per minuut bij een maximale fysieke inspanning. HFmax is tevens handig bij het bepalen van de trainingsintensiteit. Uw maximale hartslag kan het nauwkeurigst worden bepaald via een maximale inspanningstest in een laboratorium. Hartslag in zittende positie (HFsit) HFsit wordt gebruikt bij de schatting van het energieverbruik.
6. GEGEVENSOVERDRACHT 6.1 INSTELLINGEN AANPASSEN VANAF DE PC De Polar fietscomputer biedt u de mogelijkheid om instellingen te bewerken met het programma Polar UpLink en de pc. U kunt ook het display van uw fietscomputer personaliseren door logo’s te downloaden. U hebt de Polar UpLink Tool™ hiervoor nodig. Druk op de MIDDELSTE knop • Send FILES Druk op de RECHTERKNOP • Receive DATA U kunt dit programma downloaden vanaf www.polar.fi.
7. ONDERHOUD Net als met elk ander elektronisch instrument dient u met de Polar Fietscomputer zorgvuldig om te gaan. Onderstaande aanwijzingen helpen u om te handelen in overeenstemming met de garantievoorwaarden en om nog vele jaren plezier te hebben van dit product. Onderhoud van de Polar Fietscomputer • De fietscomputer en snelheids- en trapfrequentiesensoren zijn waterbestendig, zodat u deze in de regen kunt gebruiken.
reinigingsmiddelen om de onderdelen van de borstband schoon te maken. • Het zendgedeelte mag alleen worden afgedroogd met een handdoek. Door het zendgedeelte ruw te behandelen, kan het beschadigd raken. • Doe het zendgedeelte nooit in een wasmachine of een droger! Elastisch WearLink bandje • Het elastische bandje kan op +40 °C in de machine worden gewassen. We adviseren u om het bandje in een waszakje te wassen.
Behalve de intensiteit van de training kunnen ook medicijnen voor hartaandoeningen, de bloeddruk, psychische aandoeningen, astma en de luchtwegen en sommige energiedranken, alcohol en nicotine de hartslag beïnvloeden. Het is belangrijk om te weten hoe uw lichaam tijdens het sporten reageert. Als u tijdens het sporten plotseling pijn voelt of u uitzonderlijk moe voelt, is het raadzaam om te stoppen of op een lager inspanningsniveau door te gaan.
...de fietscomputer de calorieën niet meet? Als u wilt meten hoeveel calorieën u verbrandt, moet u tijdens de registratie de borstband dragen. ...een onregelmatige of buitengewoon hoge waarde voor de hartslag, snelheid of afstand wordt gemeten? Krachtige elektromagnetische signalen kunnen leiden tot onregelmatige metingen.
De waterdichtheid van de Polar producten is getest volgens de Internationale Standaard ISO 2281. De producten zijn onderverdeeld in drie categorieën van waterdichtheid. Controleer op de achterzijde van uw Polar product de waterdichtheidcategorie en vergelijk deze met de onderstaande tabel. Let op, de onderstaande definities hoeven niet noodzakelijk van toepassing te zijn op de waterdichtheid van andere fabrikanten. Markering op de bodemplaat Waterspatten, zweet, regen etc.
12. AANSPRAKELIJKHEID • De gegevens in deze gebruiksaanwijzing dienen uitsluitend ter informatie. De hierin beschreven producten kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd in verband met het voortdurende ontwikkelingsprogramma van de fabrikant. • Polar Electro Inc. / Polar Electro Oy geeft geen garanties voor deze handleiding of de hierin beschreven producten. • Op geen enkele wijze kan Polar Electro Inc.
Manufactured by Polar Electro Oy Professorintie 5 FIN-90440 KEMPELE Tel +358 8 5202 100 Fax +358 8 5202 300 www.polar.