Operation Manual
20 – NEDERLANDS
Target Zone Alarm: Met het Target Zone Alarm kunt u ervoor zorgen dat u traint met de juiste intensiteit. Als de limieten voor
deze zone zijn ingeschakeld, klinkt een alarmsignaal zodra uw hartslag boven of onder de limiet komt. U kunt de limieten
instellen in het menu Settings/Limits SET. Zie pagina 34 voor meer informatie. Als uw hartslag buiten de aanbevolen zone
valt, begint de waarde voor uw hartslag te knipperen en geeft de fietscomputer bij elke hartslag een geluidssignaal.
Het symbool
rechtsboven in het display geeft aan dat het Target Zone Alarm is geactiveerd. Via de functie Settings kunt u
het geluid bij het indrukken van knoppen in- of uitschakelen. Zie pagina 48 voor meer informatie over het in- of uitschakelen
van geluidssignalen.
Opmerking:Alsdelimietenvoordeaanbevolenhartslagzonenietzijningeschakeld,klinktindetrainingsregistratiestandgeenalarmsignaal
enwordenerookgeengegevensoverdehartslagzoneopgenomeninhettrainingsoverzichtofhetbestand.
Ronde- en tussentijd opslaan: Druk op de MIDDELSTE knop om de ronde- en tussentijd op te slaan.
Lap time geeft de verstreken tijd voor één ronde aan. Split time is de tijd tussen het begin van de training en het moment
waarop een rondetijd wordt vastgelegd (bijvoorbeeld het begin van de training en het tijdstip waarop de vierde ronde wordt
geklokt).
Rondetijd
Rondenummer
Tussentijd
Gemiddelde hartslag vanaf het
begin van de ronde.
Opmerking:
•AlsuAutoLaphebtingeschakeldviadefunctieSettings,wordenrondenautomatischgeregistreerdzodraudeingesteldeafstandbereikt
(bijvoorbeeldelkekilometerofmijl).Ziepagina31voormeerinformatie.
•Ukuntmaximaal50rondetijdenopslaan.Wanneerhetgeheugenvolis,wordtLapTimeFULLweergegeven.Ukunttijdensdetrainingde
rondetijdennemen,maardezewordennietmeergeregistreerd.










