Operation Manual
16 – NEDERLANDS
2. TRAINING
2.1 DE TRAINING REGISTREREN EN DE HARTSLAG METEN
U kunt één trainingsbestand opslaan. U kunt een training op twee manieren registreren. Als u de functie AutoStart
inschakelt, wordt de registratie van uw training automatisch gestart en gestopt wanneer u respectievelijk begint en stopt
met fietsen. Als de functie AutoStart is uitgeschakeld, kunt u de registratie van uw training starten door op de MIDDELSTE
knop te drukken. Zie pagina 39-40 voor meer informatie over het gebruik van de functie AutoStart.
Start de training zonder borstband:
1. Bevestig de stuurhouder en snelheidssensor op uw fiets
volgens de instructies op pagina 12-14.
2. Stel de fietscomputer op de stuurhouder in.
3. Activeer uw fietscomputer (als uw display leeg is) door op de
MIDDELSTE knop te drukken. Wacht 15 seconde totdat het
hartslagsymbool
met kader uit de Time functie verdwijnt,
voordat u gaat fietsen. Nu is de fietscomputer klaar om uw
training te registreren.
4. Als u AutoStart on hebt geselecteerd, wordt uw snelheid op het
display weergegeven zodra u begint met fietsen. Als u
Autostart off hebt geselecteerd, kunt u beginnen met de
registratie van uw training door op de MIDDELSTE knop te
drukken zodra uw snelheid op het display wordt weergegeven.
Ook de timer voor de trainingsduur begint te lopen.
5. Wanneer u stopt met fietsen, wordt de registratie van uw
training automatisch beëindigd als u AutoStart on hebt
geselecteerd. Als u AutoStart off hebt geselecteerd, kunt u de
training beëindigen door 2 x op de LINKERKNOP te drukken.
Zie pagina 22 voor meer informatie over het beëindigen van de
training.
Start de training met borstband:
1. Draag de borstband zoals wordt beschreven in het gedeelte
“Deborstbanddragen” op pagina 15. Zie pagina 12-14 voor
meer informatie over het bevestigen van de stuurhouder en de
snelheidssensor.
2. Activeer de fietscomputer door op de MIDDELSTE knop te drukken.
Start vanuit de functie Time. Uw hartslag wordt automatisch
geregistreerd. Wacht 15 seconde totdat uw hartslag wordt
waargenomen en het hartslagsymbool
metkaderverschijnt.*
De trainingstijd wordt nog niet geregistreerd.
3. Stel de fietscomputer op de stuurhouder in. Als u AutoStart on hebt
geselecteerd, worden uw hartslag en snelheid op het display
weergegeven zodra u begint met fietsen. Als u AutoStart off hebt
geselecteerd, kunt u beginnen met de registratie van uw training
door op de MIDDELSTE knop te drukken zodra uw hartslag en snelheid
op het display worden weergegeven. Ook de timer voor de trainings
duur begint te lopen.
4. Wanneer u stopt met fietsen, wordt de registratie van uw training
automatisch beëindigd als u AutoStart on hebt geselecteerd.
Als u AutoStart off hebt geselecteerd, kunt u de training
beëindigen door op de LINKERKNOP te drukken. Zie pagina 22
voor meer informatie over het beëindigen van de training.










