Quick Start Guide

3. TRAINING VOORBEREIDEN
Fietsinstellingen
U kunt drie fietsvoorkeuren instellen voor de fietscomputer. Voer de
fietsinstellingen in en kies fiets 1, 2 of 3 aan het begin van een
trainingssessie. Bike 1 (Fiets 1) is de standaardinstelling.
Kies Settings (Instellingen) > Bike (Fiets), Bike 1, Bike 2, Bike 3 of
Other (Andere). Fiets 2 en 3 kunnen worden in- en uitgeschakeld.
Kies Other (Andere) om snelheids-, trapfrequentie- en
vermogenssensoren te deactiveren en alleen de gegevens van
hartslag, hoogte en temperatuur te meten.
Zie de gebruiksaanwijzing voor meer bijzonderheden over de
fietsinstellingen.
NEDERLANDS
Training voorbereiden 13