Operation Manual

7
Accu- en diagnosemeldingen
Accu-indicator
ASSIST/Diagnose LED
7.1
Accu-indicator
Bij een volle accu branden 3 LEDS, bij 2/3 capaciteit branden 2 LEDS, bij 1/3
capaciteit brandt 1 LED. Wanneer 1 LED knippert, moet de accu geladen worden.
7.2
Diagnosemeldingen
Intervallen LED
Storing
2
Laadspanning te hoog
Storing in de motor
3
Defect in motorkabel
4
Accuspanning te laag
5
NVT
6
Sensor defect
7
NVT
8
Controller storing
12
De bestuurder beslist zelf wanneer hij ondersteuning van de motor wenst met
behulp van het bedieningsdisplay. Deze display heeft 3 functies: Inschakelen en
uitschakelen, Instellen en Accumeter.
3.2
Inschakelen en uitschakelen
Met de knop ON / OFF schakelt u de ondersteuning aan of uit.
Knop ON / OFF
Knop ASSIST
3.3
Instellen
Voor de ondersteuning zijn 3 instelniveaus mogelijk: Laag Middel Hoog. Het
instelniveau wordt geactiveerd door de knop ASSIST in te drukken. Door kort
achter elkaar de knop ASSIST in te drukken, kan het niveau gewijzigd worden. De
LED lampjes geven knipperend aan welk niveau u heeft gekozen: Laag = 1 LED
lampje, Midden = 2 LED lampjes, Hoog = 3 LED lampjes. Wanneer de LED
lampjes continu branden, is het niveau ingesteld en gaan de LED lampjes
functioneren als accu-indicator (zie 3.4).
Er is nog een mogelijkheid van FULL POWER. Dan brandt alleen het lampje
ASSIST, er branden dan géén LED lampjes. Hierbij wordt maximale kracht
gebruikt. Dit wordt sterk afgeraden, de fiets is dan zeer sterk. Deze optie
alleen gebruiken als het echt noodzakelijk is, bijv. sterke tegenwind of steile
helling. De levensduur van de motor en accu wordt bij gebruik van FULL POWER
sterk verminderd. Deze functie is op uw E-Bike niet geactiveerd.
De motor schakelt bij een maximumsnelheid van 25 km/uur automatisch uit.
5