Operation Manual

3.4
Accumeter
De accumeter is in het bedieningsdisplay, dat op de linkerkant van het stuur is
gemonteerd, ingebouwd en geeft de laadtoestand van de accu aan. Het is te zien dat
de meter bij sterke of zeer hoge belasting variëren kan. Bij sterk stroomverbruik
verminderen de LED-lampjes. Bij laag stroomverbruik wordt de maximale
laadtoestand aangegeven (zie 7.1).
3.5
Versnellingen
De versnellingen bevinden zich aan de rechterkant van het stuur. Door aan het
schakelhandvat te draaien, verandert u de
instelling naar uw persoonlijke keuze. Altijd
de versnelling aanpassen aan uw snelheid.
Let op: start nooit in een hoge versnelling,
altijd in een midden of lager ingestelde
versnelling.
3.6
Stuurinstelling
Door de inbusbouten in de stuurkop met een goed passende inbussleutel los te
maken, kunt u de stuurbocht in de door u gewenste horizontale positie plaatsen.
Belangrijk: na het instellen zorgvuldig controleren of de bouten stevig aangehaald
zijn. Dit voor uw eigen veiligheid.
Inbusbout
3.7
Zadelinstelling
Door de bout die aan de zadelbuisklem zit met een inbussleutel los te schroeven, kunt
u het zadel in de gewenste positie plaatsen. De zithoek van het zadel is in te stellen
door de inbusbout onder het zadeldek met een passende inbussleutel los te maken en
in te stellen. Na de juiste instelling de moeren en bouten op juiste wijze vast draaien.
Dit voor uw eigen veiligheid.
6
Omstandigheden zoals het gebruikersgewicht, het te berijden oppervlak en de
weersomstandigheden kunnen de actieradius beïnvloeden. Ook de ondergrond en de
bandenspanning in combinatie met de veelvuldigheid en de intensiviteit van het
gebruik van de motoraandrijving, beïnvloeden de actieradius.
6.2
Winteropslag
Bij het niet-gebruik van de fiets over een langere periode moet de accu minstens
eenmaal in de maand vol geladen worden. Wij adviseren u de accu uit te nemen en
op huiskamertemperatuur te bewaren. Banden op de juiste spanning houden.
6.3
Waarschuwingen
De accu niet verhitten en geen kortsluiting veroorzaken
De accu nooit openen
De accu niet in of bij open vuur houden
De accu niet in water of andere vloeistoffen dompelen
Bij het opladen van de accu alleen de meegeleverde oplader gebruiken
De accu niet bij temperaturen onder 0° C of boven 45° C doorladen
Bij langdurige stilstand de accu 1x per maand opladen
Hoge instelling en belasting verkorten de actieradius
6.4
Storingen
Storing
Oplossing
De accumeter kleurt aan,
maar geen motorprestatie
Laadstekker uit de accu halen
De accu-indicator doet het
niet
ON/OFF indrukken op display
Zekering vervangen
Accu opladen
De fiets rijdt te langzaam
Banden pompen
Te laag vermogen
Banden pompen
Remmen afstellen
Accu vervangen
11